maandag 5 januari 2004

Soldenkoorts
Ze liep de winkel niet binnen, neen, ze schreed de winkel binnen met een man en dochtertje in haar kielzog, net alsof ze juist uit een modemagazine gestapt kwam. Tot in de puntjes gehuld volgens de laatste mode knikte ze naar de man: "Jozef, je weet wat je moet doen!" en gebaarde met haar kin naar de lange wachtrij voor de pashokjes. De man slofte gedwee naar de rij, aan elke hand vijf zakken barstensvol kleren, terwijl zij door de winkel liep.
In een duidelijk berekend schema doorliep ze de rekken, schoof ze rijen hemdjes en broeken resoluut aan de kant, tot ze haar gewenste maat vond.
"Ongeloofelijk hoe mensen zo'n bende kunnen maken", zuchtte ze terwijl ze naar een hoop T-shirtjes keek en keilde en rood exemplaar bovenop de berg. In haar armen torste ze ondertussen zelf een onoverzienbare berg rokken, bloesjes, truitjes, broeken, .... .
Het dochtertje drentelde ondertussen stil achter haar aan. Stilletjes. Tot ze een stap naar achter deed en zo haar dochter omver liep. Het meisje viel achterover en knalde met haar hoofd tegen één van de tafeltjes die in het midden van de winkel stond. Duidelijk geërgerd door het gekrijs riep ze naar haar man in de wachtrij. "Jozef, wil je wel eens dat kind in de gaten houden!" en drapeerde ze nog een blauw truitje bovenop de stapel.

Geen opmerkingen: