vrijdag 12 maart 2004

Lijstje
Ze blaast zachtjes op haar vingers, in de hoop de wervelstorm wat te temperen. Natuurlijk weet ze dat dat niets uithaalt , maar het voelt geruststellend aan. De pen wiebelt op en neer tussen haar wrikkelende vingers. Voorzichtig opent ze de deur die alles stevig achter slot en grendel zette, een klein kiertje, en laat de wervelstorm in kleine beetjes naar buiten razen. Ze schrijft. Pent ijverig door, bijtend op haar onderlip. Met elke letter die op papier wordt neergekriebeld vloeit er wat meer onrust uit haar weg. Ze legt lijstjes aan. Dingen die ze meer wil doen. Meer lezen, meer naar het theater, meer naar concerten, meer van de wereld zien. Ze neemt de telefoon op en vraagt de meneer aan de andere kant van de lijn om één kaartje voor die bijna uitverkochte voorstelling voor haar te reserveren. Ze schrijft nog meer lijstjes. Dingen die ze niet meer wil doen. Dingen die haar droef maken. Dingen die haar blij maken. Ze pent haar wilde plan neer en noteert in de marge wie haar mee op weg zou kunnen helpen.
Lijstje na lijstje stapelt zich op en de wervelstorm in haar hoofd maakt plaats voor een glimps zonlicht. Het is nog niet te laat.

Geen opmerkingen: