dinsdag 1 juni 2004

Lief
We bonden opnieuw de wieltjes onder. Werkten onszelf de straat uit, richtig velden waar zestien wieltjes in een steeds gelijkgestemder ritme door de slingerpaadjes tussen de velden laveerden.
Hij voorop, af en toe ietwat onzeker. Ik rustig achter hem.
We rolden door een volmaakte prentkaart, door een cliché met de hoofdletter C. Ondergaande zon, oranjegekleurde hemel, een zwerm vogels aan de horizon en een zacht briesje die ons een duwtje in de rug gaf.
Lief draaide zich om, grijnsde breed, stuntelde eventjes over een steentje, wiebelde vervaarlijk maar bleef rechtop. Hij schudde even de schrik af en rolde verder.
Ik keek hem na. Zijn lange lijf balancerend op acht wieltjes.

Geen opmerkingen: