donderdag 1 juli 2004

Ver van de wereld
Terwijl de aftrap gegeven werd bond ik opnieuw mijn wieltjes onder. Ik riep nog dat ik even een rondje ging skeeleren, maar meer dan wat gemurmel steeg er niet op uit de zetel.
De straat was verlaten. Ik reed de straat uit en zette koers naar de velden voor mijn vertrouwde ronde.
"Een klein rondje", hield ik mezelf voor. "Tot aan het bruggetje"
Maar eenmaal aan het bruggetje reed ik door tot aan de laatste boerderij. De straat was verlaten. In de verte sjeesde een auto. Ik zag net het dak boven de graanhalmen uitpiepen. Heen en weer wiebelend wierp ik in gedachten een muntje op. Terug keren of verder tot aan de manege. Het werd de manege en daarna het kleine kapelletje, het ruiterpad, de aardbeikwekerij.
Een dikke 10 kilometer.
Ik rolde en rolde. Het ritme zat in mijn benen en liet me niet meer los. Ik rolde de zonsondergang tegemoet. De horizon gloeide hel oranje op. Dat was het dichtste dat ik bij de EK-match van die avond kwam.

Geen opmerkingen: