zondag 10 oktober 2004

Glimps
'Is het niet erg als één van onze stagaires je haar droogt?', vroeg de kapster met een grote glimlach. Mijn kapster glimlacht nooit. Mijn kapster gaat van hoofd vol natte haren naar hoofd vol natte haren.
'Hoe had je het gewild', vraagt ze. Waarom vraag ik me vaak af, want ze doet toch haar zin. 'Neeen, dat lijkt me geen goed idee', mompelt ze soms tussen je verwoede aanwijzingen door.
Mijn kapster knipt, snijdt en doet iets met een scheermesachtig dingetje om dan vlug in de spiegel te kijken en door te benen naar het volgende hoofd vol natte haren.

Maar nu glimlachte ze. Een stagaire dus. 'Dat vind je toch niet erg, hé?', knikte ze terwijl ze het meisje al wenkte. De stagaire kwam aanzetten met een trolley vol krulspelden, ronde borstels en een arsenaal aan haarlak.
'Gewoon los drogen, meer niet', probeerde ik. De losse haartjes kriebelden in mijn nek. Gewoon drogen werd een foltering van een kwartier met een borstel en een droger op stand 'je hoofdhuid smelt net niet weg'

Toen ik na vijf minuten wilde protesteren gebeurde het. Een straal zonlicht viel het kapsalon binnen en lichtte mijn gezicht op in de spiegel. En voor het eerst zag ik hoe goed ik op haar leek.
De stagaire met de helse haardroger verdween naar de achtergrond en ik keek verbaasd naar mijn spiegelbeeld. Haar ogen. Haar neus. Haar mond. Net dezelfde blik in mijn ogen. Even zag ik niet mezelf niet meer zitten, maar mijn mama. Terwijl ik dacht dat haar beeld vervaagde, bleek ze levensecht vastgeankerd te zitten in mijn gezicht. Ik beet op mijn lip en slikte. In de verte hoorde ik de stagaire iets vragen; 'Is het niet te warm?' en met een droge klik schakelde ze de haardroger nog een standje hoger. Mijn hoofdhuid smolt weg onder de warme lucht, maar ik bleef zitten en keek.

Geen opmerkingen: