vrijdag 14 januari 2005

Wekdienst
De man viste zijn abonnement op uit zijn schoudertas, plaatste die tegen het raam, kruiste zijn armen op het tafeltje en verborg zijn gezicht in die holte.
Ik liet mijn boek tegen de rand van het tafeltje leunen. Zijn blonde krullen tikten net niet tegen de achterflap aan.
Het was stil in de wagon. Vaag hoorde ik de muziek van de jongen schuin over me. Kranten ritselden en verder niets. Of wel, heel zachtjes, gesnurk. Ik zag de schouders van de man rijzen en dalen, steeds trager, steeds dieper.
Over de rand van mijn boek, bestudeerde ik hem. Hij lag doodstil, op de beweging van zijn schouders na. Het geluid werd doordringender. Meer en meer mensen in de wagon keken even op, maar hij sliep door alle controles, aankondigingen en stops heen.
Vlak voor mijn halte, terwijl ik me in mijn jas hees en de wagon wilde uitlopen, boog ik snel even voorover en bekeek zijn abonnement.
Ik tikte hem op zijn schouder: 'We zijn er' en liep de wagon uit.

Geen opmerkingen: