woensdag 17 augustus 2005

Verdwenen
Vijf avonden op een rij loop ik al rond in de tuin waar ik vroeger speelde. Ik roep, blijf roepen en hoop. Onze poes is verdwenen. 'Onze' niet als in: één van de twee exemplaren die thuis in de gordijnen hangen en me 's nachts wakker spinnen. Maar 'onze' als in: het beestje dat kwam aanwaaien toen ik tien was en al die jaren vastgeankerd leek aan het linkerhoekje van de grootste zetel.
Elke avond zoek ik door de tuin. Duw struiken opzij. Controleer het tuinhuis nog eens. Bel bij de buren aan. 'Niet gezien? Toch bedankt. Sorry, voor het storen.' Ik loop langs het bos, gluur in de beek en rijd teleurgesteld naar huis.

Het is een kat, maan ik mezelf aan. Een oude kat. Die dingen gebeuren.
Vastbesloten zweeft er een andere gedachte door mijn hoofd: het is mijn kat.

Geen opmerkingen: