vrijdag 17 februari 2006

Beste meneer Spinvis,

Ik luisterde gisterenavond in de auto naar uw nieuwe cd.
En deze morgen nog eens opnieuw.
Meneer Spinvis, na die twee luisterbeurten heb ik toch een vraagje voor u.

Wanneer ik langs kleine gehuchten reed met namen waar je je tong over kan breken. Dorpjes die zo klein zijn, dat je ze in een zuchtje voorbijrijdt. Plekken waar iemand het - ongeacht hoe klein - toch nodig vond om een oost en noord of zuid en west exemplaar op de kaart te zetten. Wanneer ik tussen bossen wegwijzers en wegomleggingen laveer en luister naar 'De oevers van de tijd' wellen er tranen op in mijn ooghoeken. Na het derde rondpunt buigen ze mee een boog over m'n wang. Pas wanneer ik eindelijk de autostrade oprij, zakt het gevoel wat en heb ik de tegenwoordigheid van geest om uw cd even uit te klikken en verder te luisteren naar de radio.

Maar wanneer ik 's morgens hetzelfde liedje beluister, gebeurt er iets helemaal anders. Ik lach, ik neurie mee, zelfs de kleine Kruimel onder mijn hart doet heel even iets wat voor een dansje zou kunnen doorgaan. De muziek kolkt om m'n hoofd en blaast alle restjes ochtendhumeur het raampje uit.

Hoe doet u dit, meneer Spinvis?
Of ligt het enkel en alleen aan mij?

Kruimel

Geen opmerkingen: