dinsdag 22 mei 2007

Drijfzand

Ik zie hem op zijn woorden wegstappen. Gezwind en kordaat keert hij zich om en neemt de weg pal tegenover het antwoord waar ik naar vis.
Ik wil het hem horen zeggen, maar hij goochelt met vage termen en trekt met grote omwegen rond waar het echt over gaat.
‘Bedoel je dat…’ en een heel verhaal ontspint zich.
Ik wil mijn gezicht in mijn handen verbergen. Ik wil ‘Neen’ roepen en op tafel slaan. Ik wil hem vastspijkeren op tafel zodat hij niet weer van het onderwerp wegwandelt en de vergadering weer ontaard in een spelletje 'wie niet weg is is gezien'.
‘Is dit een antwoord op je vraag?’, polst hij terwijl de opgetrokken mistgordijnen uit het raam waaien.
‘Neen, in geen geval. Maar ik heb geen zin om het nog eens te vragen.’
Zijn gezicht verstrakt. Eindelijk, een boodschap die aankomt.

Geen opmerkingen: