maandag 4 februari 2013

Miniatuur


Wat hij niet heeft in lengte en gewicht, maakt hij goed in stemgeluid en beweeglijkheid. Normaal gezien. In een gemiddeld weekend passeert hij viermaal per minuut wervelstormgewijs langs je benen. Toetert hij je trommelvliezen zeven maal aan flarden en knalt minstens drie blauwe plekken op je armen. Echt niet expres, dat laatste (daarom niet minder pijnlijk.)
Dit weekend kwam hij amper van de zetel.  Mijn kleine vent, die zich met stem en gebaren anders altijd groter maakt dan hij is, krulde zich op onder de dekens. Als ik even niet keek smokkelde hij zijn duim in zijn mond. Wit, maar met roodgloeiende wangen kabbelde hij door het weekend. Zondagmiddag, het rusten moe, klauterde hij van de bank en nestelde zich aan tafel met kleurpotloden en veel verhalen in zijn hoofd.

‘Ik wil een groot blad, mama’, wees hij een klein A5 van de hand.
Met het puntje van zijn tong uit zijn mond boog hij zich over het witte vel.
’s Avonds tijdens het opruimen viel mijn oog op  het resultaat. In een klein hoekje van het A3 blad ontwaar ik berg en een fort. Tussen de bomen gaat een ridder te paard met een piepklein zwaardje een iets minder kleinere draak te lijf. De steekvlam van de draak is zo groot als mijn pinknagel en toch is alles er. De stekels op de drakenstaart, de verbeten trek om de mond van de ridder, zeven knopen op een harnas.
Ik knip het hoekje tekening uit en plak hem in mijn notaboek.
Een miniatuur van mijn miniatuur.