vrijdag 31 mei 2013

Open brief aan de zon

Lieve zon,

Deze winter (en bij uitbreiding ook lente ) kon je me al eens parkeren in een binnenspeeltuin. Enige voorwaarde was dat ik een boek mocht meenemen en dat er koffie beschikbaar was.
Ik wou al eens gaan plonzen op zondagmorgen in een bad vol chloor en een heleboel kinderen. Enige voorwaarde was dat ik mijn lenzen inhield, of ik nam zeker een stel kinderen dat het mijne niet was mee naar huis. Ik wou al eens van cinema spelen, met de rolluiken dicht en een pot zelf gepofte popcorn op onze schoot. Ik verzamelde een regenboog aan gekleurde panty's om mijn benen te beschermen tegen de koude winterwind. Ik hield mijn mond toen mijn oudste ook uit zijn tweede winterjas groeide en mijn dochter haar exemplaar finaal naar de knoppen hield door te blijven hangen in een struik. Zonder morren kocht ik een nieuw exemplaar. Het was dat of wennen aan het zicht van blauwe lippen.

Je leest het. Het is niet dat we niet het beste van gemaakt hebben in die tijd dat jij ergens anders het mooie weer ging maken. Maar nu is het echt tijd dat je weer onze kant uitkomt. Gooi dat wolkendekbed bovenop de kast. Je mag best weer gezien worden. Niemand zal je onder je voeten geven met de vraag waar je zo lang bleef. We zullen het niet hebben over het feit dat je half en half al verwacht werd om hier maart-april te zijn. Zo zijn we niet. We zullen je verwelkomen als de verloren zoon, of dan toch de zon-variant hiervan. We hebben een compleet welkomstpakket voor je klaar. Met bbq's, lange wandelingen, fietstochten. Als je wilt liggen we de hele dag ongestoord in het gras om elke zonnestraal op te slorpen. Je zult de eerste zijn die we 's morgens begroeten en 's avonds zullen we nog lang napraten over hoe geweldig je weer was.

Je leest het, er is echt geen enkele, maar dan ook geen enkele redenen om niet naar hier af te zakken.
Hopelijk tot heel snel,

Kruimel

1 opmerking:

ilse zei

Ik zou het echt niet beter kunnen zeggen.