Posts tonen met het label groot zijn in iets kleins. Alle posts tonen
Posts tonen met het label groot zijn in iets kleins. Alle posts tonen

maandag 17 september 2018

Waar ik uithing...



Groot zijn in iets kleins.
Bart Peeters zong het al en ook Eva De Roovere heeft het er over in haar liedje 'Dagen van Niets'.

Ik vind het wel een mooie gedachte: groot zijn iets kleins. Een detail waar jij in uitblinkt. Nu is een eigen tandenstokerlijn niet aan mij besteed. Maar er zijn best wel wat kleine dingen waar ik groot in ben. Voorlezen met de juiste stemmetjes op het juiste moment (slechts voor een heel select publiek) of de rij aan de kassa uitkiezen met de minste wachttijd.

Schrijven was ook een mooi voorbeeld. Tot letters, woorden en zinnen schikken een steeds groter deel werden van wie ik ben. Iets wat je job, je hobby en je uitlaatklep is, kan je nog bezwaarlijk klein noemen.

De laatste twee jaar trok ik elke week naar het leslokaal voor de opleiding Copywriter. En daar vond ik wat ik nodig had: kennis, ruggesteun en zelfvertrouwen. Genoeg om deze zomer aan te durven wat al lang als een vaag idee in mijn hoofd rondspookte: starten als copywriter.

Ik begin klein, in bijberoep. Maar ben van plan er groots in te zijn.

Dus als je je afvroeg waar ik de afgelopen maanden uithing. Ik was vooral hier mee bezig.

zondag 25 juni 2017

Luchtkus

Op het witte gordijn wiegt een zoen.
Vakkundig gekust door een meisje dat graag groot wil zijn
Een luchtkusje van haar roodgeschilderde mond vond een permanente bestemming.

De verloren gelopen zoen waait nu in de ochtendbries.

'Ben je boos?', fluistert ze.
Hoe kan ik?
(maar niet tegen haar zeggen)


maandag 9 mei 2016

... what if you fly

Het is één van die quotes die al vroeg op mijn pinterestbord belandde:


Inzetbaar voor veel, zo niet voor alles, wat ietwat buiten mijn eigen comfortzone ligt.

En net die comfortzone begon mij het laatste jaar wat krap aan te voelen. Wat had ik nog voor nieuws geprobeerd? Wanneer had ik nog eens iets gedaan dat me een klein beetje zweet in de handpalmen bezorgde, maar waarvan ik wist dat het de moeite zou zijn. Bitter weinig, merkte ik als ik de balans opmaakte.

Ik denk dat ik in december een beetje ben beginnen duwen tegen die grens. Na twee jaar niet durven, zette ik mezelf klem door me in te schrijven voor Wings for Life.
(Voor wie het concept niet kent. Wings for Life is een loopwedstrijd waar de finishlijn een catchercar is. Als deze je inhaalt is jouw race voorbij. Doel is dus de catchercar zo lang mogelijk voor te blijven en zo ver mogelijk te lopen).

Ik zwierde de argumenten tegen (geen conditie | een kuit die moeilijk bleef doen) van de tafel en suste mezelf met 'ik heb nog vijf maand om te trainen'.

Een week voor de wedstrijd vroeg ik me af  waar mijn gedachten zaten toen ik me inschreef en overwoog mijn nummer aan iemand anders te geven.
Twee dagen voor de wedstrijd liep ik mijn wekelijkse rondje en wist ik: ik kan vlotjes een half uur lopen en heb nog over. Dat was meteen ook het enige plan: vlotjes een half uur lopen en dan wel zien.
Het kan zijn dat ik zaterdag gedroomd heb van struikelen over mijn eigen voeten of de verkeerde afslag nemen op het parcours.
De dag van de wedstrijd zag ik misschien een beetje groen door de zenuwen.
Maar toen was daar het startschot en een massa lopers die je willens nillens voortstuwen. Mensen aan de kant die stonden te juichen en ten slotte alleen nog muziek in mijn oren en mijn benen die hun cadans vonden.


Ik heb net acht kilometer in net geen uur gelopen. Meteen weet ik ook hoe een smeltend ijsje zich voelt bij 27°. Ik zou mijn tijd en afstand kunnen relativeren. Dat ze in het niets vallen bij vrouwen die vlotjes 20 km en meer maalden, maar ik doe het niet.

Ik ben ongelooflijk trots op mezelf. Zo trots dat het bijna voelt als vliegen.

donderdag 2 april 2015

Groot zijn in iets kleins

Bart Peeters zong het al. Eva de Roovere vermeldt het ook. Groot zijn in iets kleins. 
Nu is een eigen tandenstokerlijn, niet aan mij besteed. Maar er zijn best wel wat kleine dingen waar ik groot in ben. 

Gehuil vanop de bovenste verdieping. De jongste brult haar protest uit dwars door het voorleesverhaal heen. Van bovenop de ladder met mijn neus op een raamkozijn dat ik van een nieuwe laag wit voorzie, had ik gevraagd of hij het bedritueel even op zich wou nemen. Want ladder, verfspetters overal, ... je kent het wel.
Vlak boven mijn hoofd worstelt mijn Lief zich door één van Roald Dahl zijn mooiste verhalen, maar het kan de goedkeuring van de toehoorder niet wegdragen.
'Je doet het niet goed!', snikt ze. 'Zo klinkt de papa van Mathilda niet. En de juf van Mathilda heeft een hoge stem, jij doet alles met jouw papa-stem.'
'Ik roep mama', hoor ik. De handdoek gaat in de ring. Mijn Lief en voorlezen, het is nooit een gelukkig huwelijk geweest.
Met witte verfhanden en meer spetters op mijn kleren dan de bedoeling was (in netjes schilderen zal ik nooit groot zijn) hurk ik naast haar bed. Ze glipt vanonder de dekens en kruipt op mijn schoot. Mathilda wordt in mijn handen gedrukt. Met stemmetjes? vragen twee trillende lipjes.
Met stemmetjes! beaam ik.

En jij, waar ben jij groot in?