Posts tonen met het label kroost. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kroost. Alle posts tonen

woensdag 15 december 2021

Over tijdperken


Bij (opnieuw) gebrek aan enige vorm van woon-werk verkeer – tenzij je die tien stappen van en naar het tuinbureau meetelt – loop ik elke morgen een rondje van voordeur naar voordeur met een omweg via de velden.

De lucht verkleurt deze dagen langzaam van inktzwart naar diepblauw. Het is de tijd van het jaar waar ik op ben voor de zon en al lang aan het werk ben wanneer zij zich met een gouden oranje geeuw uitrekt aan de horizon.

Het ommetje voert elke dag ook opnieuw langs de crèche en basisschool van de kroost. Of wat ooit hun crèche en basisschool was. Elke morgen kruis ik een stoet ouders die dik ingepakte peuters en kleuters uit auto- en fietsstoeltjes hijst en belanden met rugzakjes hun kroost afzet in de opvang.

Hoezo is dit tijdperk al voorbij? Het tijdperk van afzetten en ophalen. Maar ook van kleine handjes die bijna verdwijnen in mijn hand. Van op je knieën zakken voor de laatste dikke knuffel.

Tegenwoordig bestaat mijn taak er ’s morgens slechts in de twee pubers tijdig op hun fiets richting school te krijgen. En zelfs daarover bestaat discussie in de rangen.  Nog even en ze geven moeiteloos een kus op mijn kruin zonder zelfs op hun tenen te staan.

Ik dwars het plein voor de kerk. Het baantje dat ik duizenden keren liep. Met een peuter die het woord haast nog niet in zijn woordenboek staan had (en nu ik erbij nadenk, als puber nog steeds niet). Met een kleuter die honderduit kwebbelde. Twee fietsjes achterna hollend, zwaar gehinderd door boekentasjes en turnzakken die tegen mijn benen sloegen.
Mijn armen herinneren zich nog het vertrouwde gewicht van het kind dat te moe was om naar huis te stappen, twee handjes die zich in elkaar vouwden onderaan mijn nek.

De lucht is ijsblauw. De zon drukte duidelijk nog even op de snooze-knop en hier op het baantje dat het plein voor de kerk dwarst, besef ik. Al die versies van hen lopen voor altijd met mij mee (of fietsen met een rotvaart voor me uit)

 

woensdag 21 december 2016

Samen is anders

De reden is altijd een andere, maar een paar keer in de week hijs ik mezelf in de lelijkste schoenen en  broek die ik bezit. Het kan me niet schelen hoe ik eruit zie als ik rondjes loop, als het maar comfortabel is.

De reden is altijd een andere, maar 24 uur zonder schrijven zit er niet in. Voor een eigen schrijfnest is onder ons dak geen plaats meer, maar een laptop maakt een mens flexibel.

Ik had mijn manieren om te verdwijnen.
Tot mijn kroost er een stokje voor stak.

De oudste confiskeerde een stokoude laptop, nestelt zich één op de twee keren naast me en verdwijnt in de woorden. Hij vraagt spellingstips en test zijn plotwendingen uit. We zijn er allebei van overtuigd dat zijn boek sneller af zal zijn dan het mijne.

De jongste zeurde de oren van mijn kop tot ik haar mee op sleeptouw nam door de velden. Het tempo lag wat lager, de woordenstroom was onstilbaar.
Ik heb geen leeg hoofd na mijn gebruikelijke toer, maar ben altijd weer helemaal bijgepraat met wat hip en happening is in het derde leerjaar.

Samen is anders.
Anders is verfrissend leuk.


donderdag 26 mei 2016

Uitzonderlijk gewoon

"Zeg, waar ligt mijn..."
"Stt, straks jaag je het weg."
"Wat?"
"De normale ochtend."
"Wat bedoel je?"
"Kijk dan!"
De kroost zit aan de keukentafel. Hun bordjes staan op het aanrecht, kruimels werden goedbedoeld op de grond geveegd (dat geeft toch niet, mama?). Hun haren zijn gekamd, tanden gepoetst. De één is verdiept in een zweedse kruiswoordraadsel en de ander kleurt de kleedjes van Anna en Elsa minitieus in.
"Hoe heb je dat gedaan?"
"Ik heb niets gedaan. Ze kwamen beneden, kleden zich aan en schoven bij het ontbijt aan. De oudste zette zelfs koffie voor me."
"Geen ruzie om de chocopot?"
"Neen"
"Geen vergeten huiswerk, driftbui voor die ene koek die ze allebei willen, driftbui omdat de andere te luid ademt?"
"Niets"
"Heerlijk!"
"Mmmm"

woensdag 2 december 2015

Kniktieklaas

Ik kijk het met een warm soort heimwee aan: De ijver waar er tekeningen mee gemaakt worden. Het verlangend aftellen. De zorg waarmee een mandarijn precies goed in het schoentje gelegd wordt, met een handgeschreven brief in de juiste hoek er naast. 

Het katapulteert me zo naar vroeger. Naar twee blote voeten die op een te koude vloer stonden te dansen voor de deur van de woonkamer. 
‘Kom! Kom! We gaan kijken!’
‘Wacht. Laat ons even wakker worden.’ Nooit kwamen mijn ouders trager de trap af. Nooit deden mijn ogen er zo lang over om te wennen aan het aangeknipte licht. 

Nu ben ik diegene die voorzichtig tekeningen haalt uit gezette schoenen. Ik strijk de plooien uit verlanglijstjes en berg ze op in de doos onder mijn bed waarin honderden kleine fragmenten van hen in zitten: ‘Liefe sinterklaas. Ik wil graag een zangmiekrofoon en knutzelspulen. Dat sou ik geel leuk vinden.’ 
Het is een versie van hen die veel te snel zal verdwijnen. En ik wil er een minstens een snipper van kunnen bewaren. 

De jongste tekent aan het nieuwste portret van Slecht-Weer-Vandaag en klikt you tube-gewijs van Sinterklaasliedje naar Sinterklaasliedje. 
Plots klinkt Kniktieklaas door de kamer. 

Ik ben weer negen, met blote voeten op de koude vloer. 
‘Kom!Kom! We gaan kijken!’

donderdag 19 november 2015

Het zit in de kleine dingen #boostyourpositivity

#Boostyourpositivity-gewijs bleef het hier stil. Simpelweg omdat ik niet zoveel met de thema's kon. Ik heb het gevoel dat ik niet zoveel wijsheden kan delen. Meestal loop ik knal tegen het leven aan en zie wel waar de bots mij brengt. Ik leer uit de spreekwoordelijke blauwe plekken en gelukkige toevalligheden.
Kwam je naar hier voor lijstjes en trucs? Daar linksboven is een back-button. Klik er even op, want hier zul je ze niet lezen.

Quality-time met de kroost. Ook dat vind ik een moeilijke om over te schrijven. Want we blijven met de regelmaat van de klok botsen. Meer dan me lief is, maar met wat hulp van buitenaf slagen we er steeds beter in de handleiding te ontcijferen.

Pick your battles indachtig lieten we bijvoorbeeld het voorlezen voor het slapengaan stil van het toneel verdwijnen. Met heel veel pijn in het hart van mijn kant, maar sinds het afscheid van de behapbare prentenboeken in de boekenkast en de introductie van lange verhalen, kwam ook de discussie. Vaak duurde het beslissen hoeveel blaadjes er werden voorgelezen langer dan het eigenlijke voorlezen zelf. En liet ik de toehoorders in plaats van dromerig vaker mokkend onder de dekens achter. Want het verhaal was nog niet gedaan.

De andere klassieker knutselen doe ik nog altijd niet graag. Maar gelukkig is mijn kroost op de leeftijd dat een schaar (meestal) gewoon voor knipactiviteiten gebruikt wordt (occasioneel een lok haar) en dat ik er zodoende niet meer met mijn neus boven moet zitten.

Kortom, ik heb jammer genoeg geen lijstje activiteiten in mijn broekzak die altijd werken. Een middag speeltuin kan zowel zalig zijn als een tergend lange middag voor beide partijen. Het is maar hoe de wind waait.  Fietsen of wandelen kan zowel heerlijk of slopend zijn.

Maar - en nu komt het #boostyourpositivity gedeelte - elke dag slaagt mijn kroost er steevast in om mijn hart te laten gloeien.

bewijs #1:
De jongste is nog één warboel haar en dekens als ik het licht aanknip. Gelaten kijk ik hoe ze van onder de dekens kruipt en zich aan haar bureautje nestelt met papier en wasco's.
Ze is mijn vraag al voor met haar 'ik kom zo.' En alhoewel haar interpretatie van 'zo' rekbaarder bleek dan de mijne, zitten we uiteindelijk allemaal aangekleed en samen aan het ontbijt.
Later op de trein, stoot ik op een gevouwen briefje, als ik mijn e-reader uit mijn tas wil vissen. Een blad vol vrolijke wolkjes, vogels en vlinders. 'Voor mama, xxx'

bewijs #2:
Ik wil net de deur sluiten als de oudste met veel geraas en gebrul door de gang naar me loopt. Eerlijk? Er flitste een 'Wat nu nog. Ik ben al te laat' door mijn hoofd'.
'Wat is er vriend?', vraag ik, mijn voeten al half op de trappers.
'Ik wou nog een extra dikke knuffel geven', zegt ie met open armen.

Deze blogpost kadert in het #boostyourpositivity project. lees er meer over bij Lilith en Oon

donderdag 12 november 2015

Speelgoed vergeetput

Met een schuimspaan en spatel in de  aanslag hurk ik voor de verwarming in de badkamer.
Twee verdrietige ogen piepen over de badrand heen. 'Mijn eenhoorntje!' klinkt het klaaglijk van tussen de bergen schuim.
Ik slik de 'en hoe doe je dat dan?' die in me opborrelt wijselijk in. Door de jaren heen heb ik geleerd om mezelf er bij neer te leggen dat mijn kroost hun speelgoedkleinoden precies in de holte tussen de verwarming en de muur in de badkamer weet te mikken. Een holte die breed genoeg is aan de bovenkant om playmobil-poppetjes, little pet shops en andere grut te slikken, maar onderaan net smal genoeg om het speelgoed te gijzelen in een wolk van grijs stof.

'Ik wil mijn eenhoorntje', klinkt het nog steeds. Met mijn wang tegen de muur geplakt en mijn neus op het verwarmingsrooster zie ik halverwege een knalroos playmobil-eenhoornpootje.
'Wacht even, meid', mompel ik terwijl ik mijn pols in een bijna onhaalbare hoek draai om de spatel in de ruimte tussen de achterkant van de verwarming en de muur te wrikken. De vergeetput van het (bad)speelgoed.
Ik voel iets klem zitten en duw en wrik. Met een doffe plof valt een stoffig pakketje op de grond. Als ik ze afspoel blijk ik verkeerd gevist te hebben. Geen eenhoorn, maar een lang verloren gewaande plastic Garfiel op skateboard en een finding nemo badspeeltje. Ik ga de holte opnieuw te lijf met de schuimspaan en slaag erin om een extra speeltje naar beneden te duwen. Ik voel een staart en trek een grijs en grauwe my little pony uit de holte. Aan het stoflaagje te zien bivakkeerde dit exemplaar al enkele jaren tussen muur en verwarming.

De verdrietige ogen sperren zich open en twee handen grijpen naar de my little pony. Het beest wordt met evenveel enthousiasme als de verloren zoon in het bad verwelkomd. Ik bekijk de blijde hereniging en schuifel voorzichtig achteruit met de schuimspaan en de spatel achter mijn rug.
Die eenhoorn komt ooit ook wel uit. Maar voor nu probeer ik mijn polsen weer in de juiste hoek te plooien.

Zijn wij de enige met een speelgoed vergeetput? Of bestaan die ook in jouw huis? Wat was het meest blije weerzien? 


vrijdag 16 oktober 2015

Ochtend met een handrem

Er zijn van die dagen waarop het er niet toe doet hoeveel shortcuts je gebruikt. Dat de voorbereidingen 's avonds de volgende morgen slechts een druppel op een hete plaat zijn.

Het begint altijd klein. Een woeste haardos die onder het dekbed duikt, van geen zoen of knuffel wil weten, maar simpelweg verder wil dromen. Een exemplaar met ochtendhumeur die zich in de zetel nestelt met een schermpje in plaats van zoiets simpels te doen als kleren aantrekken.

Maar het gaat altijd in crescendo.
Een chocomes dat een wit T-shirt treft in plaats van de wachtende boterham op het plankje. Koffie die na een te wild gebaar zijn weg naar de vloer drupt. Iemand die zijn stem verheft, waardoor de aanhoorder woest zijn stoel naar achter schuift en meteen de tenen van de voorbijganger treft.
Daar zit je dan met je netjes op voorhand gedekte tafel en gevulde brooddozen. Ze wegen niet op tegen donderwolken boven de hoofden van je huisgenoten.

Ochtenden met een handrem, noem ik ze.
Dagen waarop ik blij ben dat ik als eerste de deur uit mag en het gevecht 'Het is vijf graden buiten, dat is te koud voor sandalen, ja ook als je eerst dikke sokken aantrekt' aan mijn Lief mag overlaten.
Ware het niet dat ook de weg huis - station zijn trucjes kent. Een voetganger die met zijn ogen op zijn telefoon van tussen twee auto's het fietspad opstapt. Gezamenlijk het natte fietspad kussen stond nooit hoog op mijn verlanglijstje - en al zeker niet 's morgens -.

Ochtenden waarop ik overweeg om de trein te laten voor wat ze is en ergens in een koffiebar onder te duiken met een latté in mijn  handen en mijn neus in een boek. Maar altijd blijft het bij overwegen...

vrijdag 7 augustus 2015

kamp-spagaat

Afgelopen week werd er verheugd afgeteld naar dinsdag - kampdag.
Voor de kroost betekende dat zeven dagen spelen, rennen, zonder gezeur van ouders.
Voor ons betekende dat zeven dagen uitslapen tot de wekker je wekt, koken wat we zelf lekker vinden, op de fiets richting stad/film/ ... springen zonder babysit te reserveren en gewoon lezen/zitten zonder broer en zus te moeten ontwarren uit schermutseling elvendertig.

De jongste rende aan het verzamelpunt heen en weer tussen bijbabbelen met het kampvriendinnetje en nog een veertiende allerlaatste knuffel bij ons.
De oudste keek lipbijtend naar de klok. 'Gaan we nu? Hoe lang nog? Nu dan? Zo lang kan een kwartier niet duren. Een held in afscheid nemen zal het nooit worden.

Toen ze - eindelijk, zuchtte de oudste - vertrokken richting perron, zwaaide ik blij nog een laatste afscheidswuif. Ze verdwenen al lachend door de stationsdeur.

Oef', deed mijn hoofd en ik wandelende naar de auto.
Rust, even geen eindeloos gekwebbel, gevraag en gehang.
'Krak', deed mijn hart toen ik op de achterbank een vergeten tekening zag liggen.

Ik schudde mijn hoofd, keek wat verwonderd naar de spagaat die gevoelens kunnen maken en startte de auto. Op weg naar de hangmat om daar af te tellen tot ze weer op het stationsplein staan.


dinsdag 17 maart 2015

Het is stiller

Soms is het al eens stiller hier in huis. Niet stil als in 'ik teken elfjes op mijn kamermuur' of 'ik smeer mezelf, mijn kleren, jas en schoenen in met badschuim'.
Neen, het is gewoon 'ik hang in de zetel en lees'- stil of 'ik teken en ben de wereld vergeten'-stil.

Maar vooral. Ik oefen heel hard in wachten met reageren als het niet stil is. Of beter: als het er oorverdovend luid aan toe gaat. Omdat die twee centimeter te dicht met zijn voet bij de ander zijn hand zit. Wanneer er één centimeter te schuin gekeken werd naar iemands zin. Er te luid op de trap gelopen werd 's morgens vroeg of teveel gesmakt op het dessertje in de zetel.

Waar ik me vroeger tussen het broer-zus gekibbel wrong voor er klappen vielen, trek ik nu aan mijn eigen handrem. Ik wacht, kijk en luister.
In het begin begeleid door een eindeloze reeks één-twee-drie-vier-vijf-zes-... tussen mijn oren. En af en toe beet ik wel heel erg hard op mijn tanden, vooral die keer dat er een stukje wang tussen zat. En tot mijn verwondering bleven de klappen die er vroeger altijd vielen omdat er een centimeter te schuin gekeken werd uit. In de plaats daarvan werd er wat met de ogen gerold, gezucht, opgeschoven en was de kwestie vergeten. Of schoof de dessertsmakker gelaten een metertje op.

En zo is het veel stiller, misschien omdat mijn brul-decibels wegvallen.
Maar vooral omdat er meer kan koelen zonder blazen dan ik zelf vermoedde.