donderdag 9 oktober 2014

Ssst, ik lees

De eerste dag, is één van mijn lievelingsboeken. En meestal maken de opvolgers van die lievelingsboeken mij wat zenuwachtig. Binnenin mij valt een klein wezentje op haar knieën en smeekt 'verpest het niet, alstublieft'. Waarna ik diep adem haal en in het boek in kwestie duik.

Toen ik de korte inhoud van Us las, smeekte het wezentje in mij nog iets harder. Het opzet voelde nogal dun en weinig origineel aan, maar ik beet op mijn tanden en sloeg de eerste pagina open. En toen was het plots een beetje over middernacht en drukte ik de dekens tegen mijn gezicht om Lief niet wakker te lachen.

Dit is zo'n boek dat in je hoofd gaat zitten. Ook als ik niet aan het lezen ben, vraag ik me af hoe het gaat met Douglas daar op zijn bankje waar ik hem achterliet op het moment dat ik het boek dichtklapte. Dit is zo'n boek dat er voor zorgt dat je de film laat voor wat ie is en vroeger gaat slapen om uiteindelijk het 'mag het licht uit' gemurmel van de bedgenoot die een uur later onder de dekens kroop weg te wuiven. Zo'n boek dat je leest tot de cijfers op de wekkerradio je leren dat het morgen een moeilijke ochtend wordt.

Of ook. Dat ik blij ben dat mijn treinhalte 's morgens een eindstation is. En het niet zo erg opvalt dat ik me tien minuten te laat realiseer dat ik moet uitstappen.

Dit is zo'n boek waar ik niet kan wachten om te ontdekken wat er gebeurt. Maar eigenlijk ook niet, want als ik eenmaal weet hoe het Douglas, Conny en Albie vergaat, wil dat ook zeggen dat mijn boek uit is. En dan is het ook gedaan met dergelijke scenes:

Initially I made the mistake of standing and grinning when the camera was produced, but soon realised that he wouldn't actually press the shutter until I'd stepped out of the frame. (vader over zijn zoon die foto's maakt tijdens de reis)

dinsdag 7 oktober 2014

Ooh la mer #projectblogboek


Elke morgen kijk ik wat weemoedig naar het stof dat langzaam op deze blog valt. Niet dat je al je naam kan schrijven in het grijs dat op de oppervlakte ligt. Maar dat komt alleen omdat ik één keer per week in de vlucht er lichtjes over blaas in de vorm van 450 tekens. Al de rest van de tijd sta ik te twijfelen met wat ik het stof effectief te lijf ga. En belandden er meer woorden in de digitale prullenbak dan hier op het scherm. 

Maar toen las ik gisteren dat Kerygma een geweldig idee had. Het heeft te maken met haar boek. - even fantastisch als het idee van Kerygma. *koop dat boek* -  waarin 120 ideeën staan voor een blogpost.

En die gaat I. allemaal uitwerken. Geniaal vond ik het. Niet meer staan wikken en wegen hoe ik het stof vandaag opnieuw weerhoud van neerdwarrelen. Gewoon een leuk idee uitwerken. Voor ik kon mopperen waarom ik er zelf niet opgekomen was, nodigde i. iedereen uit om mee te doen.

Geef mij een kar en ik spring erop! 

Stiekem ben ik heel erg benieuwd hoe ver ik zal raken.
Maar kijk, ik geef u alvast idee 1: 


*** Ooh, la mer ***

Echt op een boogscheut van het strand wonen we niet. Neem maar gerust twee boogscheuten, een autoritje en nog wat wandelen. Een tocht die we heel erg regelmatig ondernemen, want het strand daar verstaat mijn kroost het volgende onder: 'hier is zand en water, wij zitten daar'.  Werkt wonderwel voor beide partijen. 


Altijd op weg naar Australië, mijn twee.

Het strand is één van de weinige plekken waar het mij lukt om helemaal niets te doen. Waar ik geen boek hoef te lezen, niet de neiging voel om met mijn telefoon te prutsen of de tijd wil vullen met wandelen of fietsen (om maar iets te noemen)
Op het strand is met mijn voeten in het water staan een volwaardige activiteit. Eentje die ik uren kan volhouden. Op het strand overstemmen de golven mijn kroost. Is een schop het enige wat onmisbaar is. 

Het enige wat ik doe ik foto's maken met mijn telefoon. Gewoon om de zee dicht bij me te houden. Net zoals mijn vingers vaak strelen over die verdwaalde schelp die nooit meer uit mijn jaszak raakte. 

In mijn bloed zit ze, de zee. 

woensdag 1 oktober 2014

Tienbeurtenkaart

Ooit in een ver verleden moet ik de grap gemaakt hebben van de tienbeurtenkaart bij de spoeddiensten. Ik denk dat ik het toen al zag aankomen dat ik meer tijd dan me lief was zou spenderen in de wachthokjes van het ziekenhuis.

Ik steek het maar  op iets met de genen. Ik ben notoir onhandig en stoelen, tafels en deurstijlen hebben jammer genoeg niet de neiging uit de kant te springen. GroteKleineBroer mikte op de overtreffende trap van onhandig en zag het spectaculairder. Hij werd meermaals met een helikopter van een bergflank geplukt en ik vermoed dat ons telefoonnummer onder een sneltoets zat van zijn turnleraar om mijn ouders nog maar eens te informeren van één of ander ongelukje.

Maar goed. Los van een indrukwekkende val van de trap bleven we nobele onbekenden in de spoed. Tot KleineMeid lucht moet gekregen hebben van de grap en besloot dat het tijd was om de achterstand in te halen. Pink en tanden kwamen al aan de beurt, maar waarom zouden we dat niet afwerken met een mislukte pirouette die je tegen verwarming laat knallen?

'Ik weet de weg', had ik willen mompelen terwijl ik een krijsend kind op mijn armen torste en de spoed binnenstapte.
En ik wou even echt dat ik mijn tienbeurtenkaart kon laten afstempelen.
Ik ben namelijk razend benieuwd wat je krijgt als die vol is.

dinsdag 23 september 2014

Mijn desk is clean, maar kijk alsjeblieft niet in mijn laptop.

Mijn bureau kan zo op de foto voor het betere woonmagazine. Ik beschik over een laptop, bureaulamp, twee potjes met schrijfgerei en een notitieboek. Nergens slingeren er papieren rond. Geen stapel te bespeuren.  Het is wit en clean.
Heel Instagramwaardig allemaal.... als mijn baas het budget had voor mooie designspullen. (Dat had ie niet.)

Maar jammer genoeg is mijn laptop de digitale versie van een bureau dat verdwijnt onder stapels en stapels papieren. Op mijn digitale bureau hangen overal post-its met to-do's. Wankelen te klasseren paperassen naast weg te gooien documenten. Op mijn digitale bureau vind alleen ik de weg terug en zelfs ik slaag daar slechts ter nauwer nood in.

Ik heb dus nood aan een systeem. Eentje dat werkt. Want voor jullie apps beginnen te tippen. Ja ik ken en gebruik Evernote. Ja, Wunderlist staat op mijn laptop en gebruik ik regelmatig.

Maar ik moet iets verkeerd doen. Waarom heb ik  anders naast die systemen ook een notitieboek waar ik de helft van mijn to-do's in pen in plaats van iedere keer opnieuw dat ene scherm open te klikken. En hoe komt het dat werkpunten die tussendoor op mijn bureau belandden plots op de achterkant van een verslag staan? Waarom blijf ik bezig met alle to-do's van de ene naar andere lijst slepen?


Dus...
Hoe zet ik een systeem op? Eentje dat ik volhoud?
Hoe creëer je een lijst van trefwoorden die ook werkbaar blijven?
Hoe hou ik overzicht in mijn mailbox zonder een mix van sterretjes en kleurcodes die mijn digitale brievenbus de aanblik geven van een geflipte regenboog?
Hoe zorg ik ervoor dat zaken niet simpelweg naar de vergeetput van mijn laptop zakken?
Hoe grijp ik mezelf bij de lurven en maak ik schoon schip?

vrijdag 19 september 2014

Die keer in het ziekenhuis

7 u.
'Jij wilt dat ik verhonger', beet ze me toe en kruiste haar armen. Boos stampte ze richting zetel en keilde alle kussens in de lucht. Operatiedag (ja, die werd voor een deel vervroegd) betekent ook nuchter blijven. Ook als je pas om 12 u 's middags in het ziekenhuis verwacht werd.

8.30u.
Ik sluip stil met een kommetje muesli en kop koffie naar de badkamer. Ik scheur van de honger, maar krijg het niet over mijn hart om voor haar neus te eten.
'Waar ben je?' roept ze voor ik de eerste hap in mijn mond kan steken. 'Je bent aan het eten, hé?'

10 u.
We kleuren - we spelen met de Barbies - we bouwen met de Kapla - we spelen niet met het keukentje - we kleuren nog wat - we bouwen een knikkerbaan - ik zeg elke twee minuten dat ze ook geen stukje fruit mag. (Memo to me, verdeel die eetlustgenen de volgende keer wat beter tussen de leden van de kroost)

11.30 u.
Ik gesp haar vast in de auto richting ziekenhuis.
'Mag ik nu al eten?' x 100

12 u.
Ze klampt de verpleegster die haar opneemt aan. 'Zelfs geen klein stukje mandarijn? Zelfs geen rozijntje? Een slokje water?'

13 u.
Ze mag naar het operatiekwartier. Lacht zich een kriek met het haarnetje dat ik moet opzetten en vraagt aan de anesthesist of hij toevallig een koekje bij heeft. Twee seconden later draaien haar ogen weg en moet ik de ruimte verlaten.

13.30 u.
Ze ligt welgeteld tien minuten zo slap als een lappenpop in het te grote ziekenhuisbed. Nog voor mijn hart *krak* kan doen zit ze monter rechtop en informeert waarom de meneer aan de overkant alleen maar een kleedje aanheeft. En dan nog eentje die niet helemaal dicht kan aan de achterkant.
Ze vraagt aan de verpleegster op de recovery om een koekje. We mogen al vrij snel naar de kamer.

14 u.
Ze huilt hartverscheurend en grijpt naar haar kaak.
'Of ze pijn heeft', informeert de verpleegster.
Ze knikt.
'Haal ik een pijnstiller', vraagt de verpleegster aan mij.
Ze trekt aan mijn arm en fluistert 'een mandarijn helpt ook'

15.30 u.
Ze krijgt een beker water. Ze kijkt nors en informeert waar het eten blijft.

16 u.
De verpleegster komt blinkend binnen met een plat kaasje.
In plaats van aan te vallen kijkt ze wat meewarig naar het potje.
'Daar heb ik nu echt geen zin in.'

16.30 u.
We mogen naar huis alwaar de patiënt een heel bord puree naar binnen schuift.