donderdag 14 april 2016

De net geen goeiemorgen #opdefiets

Hij is een ankerpunt op de weg naar werk. Net zoals de brug (hopelijk niet open), de lichten (hopelijk niet rood) en de twee stukjes omhoog die om ietwat voor acht soms te veel vragen van mijn bovenbenen.
Een opa met een pijp, beige vissershoedje en een mopshond aan zijn voeten. Elke morgen zit hij op het groene bankje waarbij ik voorbij fiets. En elke morgen knik ik naar hem als ik hem voorbij sjees op het stukje bergaf. Vraag me niet waarom, maar hij heeft een hoofd dat vraagt om tegen geknikt te worden.
Elke morgen kijkt hij me aan. De eerste morgen met lichte verbazing, later met een gezicht dat niets weggeeft, maar nooit knikt hij terug.
In mijn hoofd is het een wedstrijdje geworden. Ik knik, ik glimlach vriendelijk. Ik steek nog net mijn hand niet op. Maar de dag dat hij terug knikt steek ik hoogstwaarschijnlijk mijn vuist in de lucht van contentement. Dan heeft hij alvast weer iets om verbaasd over te zijn.


woensdag 30 maart 2016

de foto die ik niet maakte #10

Het aanrecht is een doolhof van gebroken eierschalen, gardes en kommetjes met een bodempje eierdooier. De restant van iets te enthousiast afgewogen bloem legt een witte laag op het zwarte keukenblad.
Zij verdeelt het cakebeslag eerlijk tussen de bakvorm en haar eigen mond.
Ik wijs. 'Er hangt iets aan je wang!'
Met een cakebesmeerde hand poetst ze het kleine chocoladevlekje open tot een 5 o'clock shadow waar Guy Van Sande voor zou tekenen.
'Beter zo?'
'Veel beter.'

woensdag 23 maart 2016

Dream without fear - love without limits


Het was vreemd wakker worden deze morgen. De nacht kan veel, maar wat gisteren gebeurde is niet weg te spoelen in de donkere uren.
Ik fiets en wandel naar mijn werk en voel een krak in de dag zitten. De wereld schuurt vandaag tegen mijn vel. We willen verder en moeten door, maar vandaag en de volgende dagen graag extra voorzichtig. We pakken de draad opnieuw op. Ogenschijnlijk een dag als een ander, maar onder onze kleren zit een laag verstomming en ongeloof.

Ik ben niet bang. Zelfs al ruiken onze achtertuinen naar bommen, ik ben niet bang.
Mijn hoofd kan het moeilijk bevatten, maar ik ben niet bang.

Ik hoop simpelweg dat we kunnen blijven vertrouwen in elkaar en van daaruit verder gaan.

Verzet begint niet met grote woorden
maar met kleine daden 

zoals storm met zacht geritsel in de tuin
of de kat die de kolder in z´n kop krijgt 

zoals brede rivieren
met een kleine bron
verscholen in het woud 

zoals een vuurzee
met dezelfde lucifer
die de sigaret aansteekt 

zoals liefde met een blik
een aanraking iets dat je opvalt in een stem 

jezelf een vraag stellen
daarmee begint verzet 

en dan die vraag aan een ander stellen.
(remco campert)