donderdag 26 mei 2016

Uitzonderlijk gewoon

"Zeg, waar ligt mijn..."
"Stt, straks jaag je het weg."
"Wat?"
"De normale ochtend."
"Wat bedoel je?"
"Kijk dan!"
De kroost zit aan de keukentafel. Hun bordjes staan op het aanrecht, kruimels werden goedbedoeld op de grond geveegd (dat geeft toch niet, mama?). Hun haren zijn gekamd, tanden gepoetst. De één is verdiept in een zweedse kruiswoordraadsel en de ander kleurt de kleedjes van Anna en Elsa minitieus in.
"Hoe heb je dat gedaan?"
"Ik heb niets gedaan. Ze kwamen beneden, kleden zich aan en schoven bij het ontbijt aan. De oudste zette zelfs koffie voor me."
"Geen ruzie om de chocopot?"
"Neen"
"Geen vergeten huiswerk, driftbui voor die ene koek die ze allebei willen, driftbui omdat de andere te luid ademt?"
"Niets"
"Heerlijk!"
"Mmmm"

maandag 9 mei 2016

... what if you fly

Het is één van die quotes die al vroeg op mijn pinterestbord belandde:


Inzetbaar voor veel, zo niet voor alles, wat ietwat buiten mijn eigen comfortzone ligt.

En net die comfortzone begon mij het laatste jaar wat krap aan te voelen. Wat had ik nog voor nieuws geprobeerd? Wanneer had ik nog eens iets gedaan dat me een klein beetje zweet in de handpalmen bezorgde, maar waarvan ik wist dat het de moeite zou zijn. Bitter weinig, merkte ik als ik de balans opmaakte.

Ik denk dat ik in december een beetje ben beginnen duwen tegen die grens. Na twee jaar niet durven, zette ik mezelf klem door me in te schrijven voor Wings for Life.
(Voor wie het concept niet kent. Wings for Life is een loopwedstrijd waar de finishlijn een catchercar is. Als deze je inhaalt is jouw race voorbij. Doel is dus de catchercar zo lang mogelijk voor te blijven en zo ver mogelijk te lopen).

Ik zwierde de argumenten tegen (geen conditie | een kuit die moeilijk bleef doen) van de tafel en suste mezelf met 'ik heb nog vijf maand om te trainen'.

Een week voor de wedstrijd vroeg ik me af  waar mijn gedachten zaten toen ik me inschreef en overwoog mijn nummer aan iemand anders te geven.
Twee dagen voor de wedstrijd liep ik mijn wekelijkse rondje en wist ik: ik kan vlotjes een half uur lopen en heb nog over. Dat was meteen ook het enige plan: vlotjes een half uur lopen en dan wel zien.
Het kan zijn dat ik zaterdag gedroomd heb van struikelen over mijn eigen voeten of de verkeerde afslag nemen op het parcours.
De dag van de wedstrijd zag ik misschien een beetje groen door de zenuwen.
Maar toen was daar het startschot en een massa lopers die je willens nillens voortstuwen. Mensen aan de kant die stonden te juichen en ten slotte alleen nog muziek in mijn oren en mijn benen die hun cadans vonden.


Ik heb net acht kilometer in net geen uur gelopen. Meteen weet ik ook hoe een smeltend ijsje zich voelt bij 27°. Ik zou mijn tijd en afstand kunnen relativeren. Dat ze in het niets vallen bij vrouwen die vlotjes 20 km en meer maalden, maar ik doe het niet.

Ik ben ongelooflijk trots op mezelf. Zo trots dat het bijna voelt als vliegen.

vrijdag 6 mei 2016

Het is maar voor één nachtje

Vanmiddag vertrekt de jongste op chiroweekend.
Het is te zeggen, ze zal één nachtje slapen in het heem van de jeugdbeweging. Maar desalniettemin moet er een zak gepakt worden met slaapzak, tandenborstel en washandje (komt kraaknet en ongebruikt terug mee, neem dat van mij aan).
En ja, ook kleren. Op het briefje van de leiding staat 'warme reservekleren die vuil mogen worden en die tegen een stootje kunnen' En hoe vastbesloten ik ook was om minimaal te pakken, weer laat ik me weer van koers gooien door het woordje 'warme'.

Ik kan namelijk niet pakken naar één enkele weersomstandigheid. Voor een deel noem ik het erfelijke belasting. Ik zie nog haarscherp voor me hoe mijn mama een vierde dikke trui in haar koffer propte toen we vertrokken voor twee weken Mexico waar de minimumtemperaturen op 28 graden geschat werden.
Maar daarnaast heb ik graag opties. Waar Lief voor een weekendje weg gewoon een vers hemd in de weekendtas steekt, heb ik moeite om me te beperken tot slechts drie complete outfits.
Ik ben ook dat ene weekend waar Frank Deboosere blij gezind 'tropische temperaturen' aankondigde en ik dus één enkel licht truitje inpakte. Want wie spreekt de weerman nu tegen?
Ik, bleek later dat weekend. Toen ik met bibberende lippen Lief een warme fleece afhandig maakte.

Als ik meteovista mag geloven zou een shortje en een T-shirt voor de jongste dit weekend moeten voldoen. En ik heb het geprobeerd... echt waar ...
maar op één of andere manier slopen er ook een jeansbroek, warme trui, regenjas en laarsjes in haar weekendtas.
Geen idee hoe!