donderdag 13 oktober 2016

Now go try again



De oudste gaat naar de circusschool. Waar het jongleren, de diabolo en balanceren op het slappe koord hem goed afgaat, is er één discipline die hem heel wat zweetdruppels kost.
Elke maandagavond staan er een tiental éénwielers klaar tegen de muur voor de aspirant circusartiesten. En elke week hijst hij zichzelf op het gevaarte. Tong uit zijn mond, één hand om het zadel geklemd, de ander in de lucht steeds evenwicht zoekend. Vervaarlijk balancerend op een parcours van twee à drie meter. Altijd moet hij springen voor hij valt en steeds klimt hij terug op de éénwieler.
'Ik denk dat ik nog heel veel ga vallen, voor ik het zal kunnen', zegt hij in de auto op weg naar huis

's Avonds zat ik voor mijn laptop en herlas de afwijzing die eerder in mijn mailbox viel. Ik had me kandidaat gesteld voor een creatief schrijfproject, maar werd niet geselecteerd.

Het zou fijn zijn als ik hier nu kon typen dat het me niet deerde of raakte. Dat ik kan schrijven hoe ik gezwind verder probeerde, maar zo was het niet. Als je zit te wachten of je al dan niet geselecteerd bent voor iets wat je heel graag wil doen, is er weinig grijze ruimte tussen ja en neen.
Ja staat voor uitzinnig contentement.
Neen laat je stilletjes in de zetel zakken en wat leeg naar buiten staren. Wat ik dus deed. Teleurstelling wegslikken, heel hard slikken.

En toen dacht ik aan mijn tienjarige. Die de éénwieler niet tegen de muur laat staan omdat hij niet verder raakt dan twee meter.
Dus net zoals hem recht ik - met een bang hartje - mijn schouders en kruip ik weer achter het klavier.

Een verhaal dat al veel te lang kampeert op mijn laptop gaat vandaag de deur uit richting uitgeverijen.
Ik vind het doodeng, maar ik blijf proberen.

dinsdag 4 oktober 2016

See me run

Als stilzitten niet lukt en mijn hoofd blijf malen, strik ik mijn loopschoenen dicht. Niets helpt beter om mijn hoofd uit zijn eindeloze rondjes te halen dan zelf een groter rondje te gaan lopen. Maar wat brengt dat lopen mij?




  • Trage rondjes zijn ook rondjes. De eerste van het peloton zal ik nooit zijn. En eigenlijk maakt het me ook niet meer uit. In plaats van naar de snelheid te kijken, focus ik me op de kilometers die ik zie aantikken. 7 kilometers is voor iedereen iets anders. Voor de één is het de opwarming bij een marathon, voor de ander is het al 6,5 km teveel. Ik herinner levendig de tijd dat het dat laatste was en ben nog steeds content met elke kilometer die ik extra kan lopen.  
  • Ga naar daar waar de wind door de bomen waait. Ik loop het liefst tussen de velden en de bomen. Het werkt om buiten te zijn en week na week langs dezelfde maisvelden te lopen en die door de maanden heen te zien veranderen. Van frisgroen, naar uitbundig wuivend tot ze opeens weer gemaaid en kaal zijn. Hoe minder volk ik tegen kom, hoe beter. 
  • Guilty pleasure muziek. Hoe meer hoe liever. Lopen met podcasts of luisterboeken, ik heb het geprobeerd. Maar geef mij toch maar goeie opzwepende muziek. Justin Timberlake, Sia, Rihanna, Taylor Swift. Als de cadans overeenkomt met het tempo van mijn voeten is het oké. En meer dan eens is het de muziek die me verder stuwt. Met stip op nummer 1: Harder/Better/Faster/Stronger van Daft Punk. 
  • Heel soms lijkt het alsof je borstkast openbarst. En dat zijn de beste momenten. En dan heb ik het niet over het gevoel dat je een mild hartinfarct hebt of dat je milt beslist om het op te geven. Soms zit het loopritme goed, is de muziek perfect is en de omgeving adembenemend schoon. En dan wil je het moment gewoon in een doosje doen en voor altijd bijhouden. Zou dat de runners high zijn? 
  • Regenloopjes zijn de beste loopjes. De tijd dat ik mijn loopschoenen terug op het rek mikte als de regenwolken samentroepten aan de horizon is voorbij. Gaan lopen in de regen is het beste wat er is (wel even zorgen voor een waterdicht hoesje voor je smartphone). Ik heb het gevoel dat ik extra zuurstof krijg als het hoost en de regen zorgt voor instant afkoeling. 
  • Een paars hoofd hoort erbij. Het is niet anders. 

woensdag 28 september 2016

Over knetteren en zwijgen

Ik heb een fantasie. Op de dagen dat mijn kroost elkaar de oorlog verklaart alvorens de dag tien minuten oud is. Op dagen dat de to-do-lijst in mijn hoofd langer is dan de minuten die de dag telt. Op dagen dat ik té moe ben of waarop het voelt dat ik in mijn eentje een kudde schapen de trap moet op krijgen (waar er natuurlijk altijd  een aantal er net in de tegenovergestelde richting vandoor gaan) terwijl ik gewoon aan het koken ben én een oogje op het huiswerk maken moet houden.Op zo'n dagen wil ik soms wegvluchten. Mijn koffer pakken, een briefje op de tafel achterlaten 'Ik ben er even niet. Tot later!' en de deur achter me dichttrekken.(...)Gelukkig heb ik minder drastische manieren. Een tas koffie en een stuk chocolade. Per ongeluk express de trein missen. Een lang warm bad. Baantjes trekken in het zwembad. Fietsen met mooie muziek in mijn oren. Yoga. Of gewoon eens vroeg diep onder de dekens kruipen, met een kersenpitje tegen mijn buik, verzonken in wondermooi leesvoer. Gewoon in mijn eigen bed.

Dat schreef ik een kleine twee jaar geleden. Het was toen grappig bedoeld, maar het beeld bleef door mijn hoofd waaien. Het afgelopen jaar had ik echter niet meer genoeg aan eens per-ongeluk-express de trein missen of een lang warm bad. De kroost knettert, te vaak en te hard. Tel daarbij dat ik een hoofd heb dat niet zwijgt.
Steeds vaker fluisterde het vanalles in mijn oor: 'Leg je er gewoon bij neer. Je kan het niet, dat opvoeden.' Het is maar één van die uitspraken die moervast in mijn gedachten zit.

Veel dagen voelden als een marathon die gelopen moest worden, getraind of niet. En wanneer ik eindelijk dacht dat ik bijna aan de finish was, bleek tijdens de eindsprint dat ze er ongemerkt een tiental kilometer bijgekletst hadden. 

Plots bleek die B&B in het bos wel hout te snijden. Meer nog, het hoefde zelfs geen mooie B&B zijn. Een eenvoudig hutje of - we doen niet moeilijk - een grot waar het simpelweg stil is, voldeden ook al ruimschoots.

Dus duik ik weg in de tijd. Ik haast me niet meer om de trein te halen, maar blijf een tijdje thuis. Om een bad te nemen, te lopen en te lezen. Maar vooral om te leren hoe ik het knetteren niet meer zo hard aan mijn hart laat komen en hoe ik wat minder naar mijn hoofd kan luisteren.  Al is het maar om dat zinnetje weer uit mijn gedachten te wrikken.