vrijdag 22 september 2017

Picture Perfect

‘En dit is je kamer’.

‘Dat was een knap staaltje fotografie’, denk ik als de deur openzwaait. Het plaatje op de website beloofde een zonnige kamer die uitgeeft op een klein terrasje. Het bed prijkt in het midden als een oase van kussens, zachte dekens en gezellige spreien. Aan de muur hangt een hippe rommelige collectie vintage plaatjes. De comfortabele leunstoel en lamp zijn picture perfect in een hoekje neergepoot.

Ik schuifel de kamer binnen door de nauwe doorgang die de klemmende deur toelaat. De vraag naar welke groothoeklens er gebruikt werd om een kleine twijfelaar de allures van een kingsize bed te geven, weet ik net op tijd in te slikken.
De deur met glazen ruitjes naar de andere kamer is een verrassing. Net zoals het feit dat enige inkijk verholpen werd met een stapeltje A4’s en een rolletje washitape. Of het gammele kledingrek dat de doorgang moet blokkeren.

De gastheer troont me door het kamertje mee naar het terrasje. Tussen de foto en vandaag kweekte het gammele tuinsetje in afwachting van de winter alvast een groen jasje.

Ik laat de sleutels in mijn zak glijden en mik mijn rugzak in de hoek. 
Het is wat het is.

's Avonds worstel ik met het slot van de kamerdeur.  De avond zindert nog in me na en al wat mijn ledematen willen is rust. De kamer baadt in een zacht licht en de kleine twijfelaar wenkt uitnodigend. Ik zink weg in de kussens en wikkel mezelf - nu het voor een keer kan - helemaal in de deken.

Het is wat het is. Picture perfect op een andere manier.


maandag 28 augustus 2017

Hoe een tent doet wat Marie Kondo niet kon



Heel de ontspullenhype waaide moeiteloos aan mij voorbij. In de winter willen de muren wel eens wat dichter kruipen, maar over het algemeen past alles wat we hebben spullengewijs prima in ons huis.
Marie Kondo en companie mogen verkondigen wat ze wilden, de drang om door het huis te zwiepen met enkele kartonnen dozen in mijn kielzog had ik nog nooit gevoeld.

Dat wil zeggen, tot we op reis gaan met tent en luchtmatrassen. Steeds laden we slechts het minimum van wat we niet kunnen missen in en steeds blijkt dat nog altijd teveel. De twee bakken speelgoed voor de kroost bleken alleen nuttig om vierkant in de weg te staan en ondertussen hier en daar wat blauwe plekken op de schenen uit te delen. De citronellakaarsen die niet mochten aangestoken worden in een kurkdroog natuurgebied, smolten spontaan in de tent en drenkten een vol doosje zaklampjes en batterijen in hun kaarsvet. Oh well, weer wat minder bagage op de terugweg.

Leven in een tent die niet meer vraagt dan een occasionele zwiep van de bezem om het droge gras buiten te werken en een achteloos achtergelaten hoopje kleren op de juiste hoop kiezen, ik zou het gewoon kunnen worden. (als het vakantie is en elke dag 35 graden of meer).

Het is eenmaal terug thuis dat het begint de wringen. Niet de eerste dagen, dan geniet ik van de voordelen van een bed dat niet om de twee dagen moet opgepompt worden (memo to me: koop eens een nieuwe luchtmatras), een frigo waar meer dan twee flessen water en de worstjes voor op de barbecue in passen en een badkamer binnen handbereik.

Maar na enkele weken gaan de kamers en kasten vol zooi me irriteren. En voor ik het zelf goed besef zwiep ik door het huis met een stapel kartonnen dozen in mijn kielzog. Ik stapel de gang vol met dozen vol te kleine kleding. Ik zet de speelgoedkast op een strikt dieet en kijk met lede ogen toe hoe mijn kroost de helft van het verbannen speelgoed verontwaardigd terug in het rek zet (daar spelen wij WEL nog mee). Ik ga rigoureus door mijn boekenkast, maar duw de stapel kleuterknutselwerkjes in een doos ergens op zolder. Ik kan veel weggooien, maar sentiment blijkt een brug te ver voor mij en mijn kartonnen dozen.

Ik schrijf ons in voor de plaatselijke rommelmarkt en neem me heilig voor alle niet verkochte spullen linea recta naar de kringwinkel te brengen.

Sommigen hebben Marie Kondo nodig.
Mij moet je duidelijk niet te lang onder een tentzeil laten kamperen.

zaterdag 5 augustus 2017

Vergroeid met de weerapp

'Het regent!'
Lief kijkt naar buiten. Naar de helblauwe hemel en een klein, maar stralend zonnetje.
'Waar dan?'
'En zo te zien is het voor de hele dag.'
Zuchtend klik ik de weerapp weg.
Als ik opkijk staat Lief met zijn handen op zijn heupen naar de lucht te kijken.
'Maar waar dan?'
'Op kamp van de oudste'.
Ik klik de weerapp weer open en kijk naar het schermpje. Het plaatje van sombere grijze wolken met een gestaag gordijn van regendruppeltjes is niet wat ik wil zien.

Ik hoef geen facebookpagina vol updates. Hell, ik ben zelfs tevreden met kamppost die in de bus valt als de kampganger al lang en breed weer hier op de bank hangt.
Ik zit er niet meer mee in dat hij het koud zal hebben. Er zitten voldoende Noordpool-waardige outfits in zijn bagage.
Maar bij een kamp hoort zon. Bruine benen onder de blauwe plekken die uit een short steken die al vier dagen geleden bij het wasgoed had moeten belandden. Bij een kamp hoort een blauwe hemel. Een zwart zeil met bruine zeep en water dat zich over het hele veld uitstrekt.
Dagtochten onder een schroeiende zon en lui lummelen in het hoge gras.
Of toch op het plaatje in mijn hoofd.

Ik wis de kamplocatie uit de weerapp en klik em resoluut weg.
Die oudste van me heeft sowieso de tijd van zijn leven.
Zon of geen zon.