donderdag 5 april 2018

Wishful thinking

In elke kamer een wasmand. Een vast ritueel voor we op reis gaan.
De reisbestemming alvast in de weerapp gezet. Ook een vast ritueel en ja er is een verband.

Zomerse temperaturen, jubelt de weerman op de radio.
Ik kijk wat gelaten naar wat meteovista me belooft voor de komende veertien dagen. Veel grijs, druppeltjes en hier en daar een streepje zon. Maar de weerman blijft jubelen.

Al mijn warme truien en goede broeken liggen gestapeld in de wasmand. De toren mee te nemen kleren wiebelt vervaarlijk boven de randen van de blauwe mand uit. Ik sta twijfelend met een extra sjaal en muts in mijn handen. 20 graden en meer, houdt de optimist op de radio vol.

Achteraan in mijn kast ligt een stapel rokken. Ze ruiken naar een winterlang tegen gesloten kastdeuren aankijken. Ik trek één rok uit de stapel en mik haar op de wasmandtoren.
Als een soort wishful thinking.

vrijdag 9 maart 2018

Nobody tells this to people who are beginners, I wish someone told me.

De laatste maanden voelde schrijven als mezelf uitwringen boven het blad. Ik was een uitgedroogd vaatdoekje dat met veel draaien en wringen een druppel verhaal kon produceren.
Hoeveel keer heb ik hier niet voor dit witte blad gezeten. Mijn vingers op tafel tikkend op het ritme van de blinkende cursor. Een rijtje letters typend om die dan op het ritme van mijn tandengeknars stuk voor stuk de vergetelheid in deleten. 

De inspiratie leek opgedroogd. Maar ondertussen merkte ik ook dat ik lastig word als ik niet kan schrijven. De ongeschreven woorden bleven op mijn maag liggen en rommelden daar weken aan een stuk. 

Ik liet het witte blad voor wat het was en zocht inspiratie. In wandelen, in mezelf purper en een spierverrekking lopen, in lezen. Ik zeulde mijn laptop mee voor het kwartier huis-werk en retour. Maar bleef zitten voor een wit blad met blinkende cursor. Vastbesloten niets op papier te zetten dat minder was dan goed. 

Tot ik op dit filmpje stootte en er een lichtje ging branden: 
Het moet niet altijd perfect zijn. Het moet zelfs niet altijd goed zijn. Het moet er gewoon zijn. En door heel veel minder, gewoon en bleh op het blad te rammen, kwam het plezier terug.
Dus hou ik mezelf voor: Blijf schrijven. Blijf maken en blijf gaan. Blijf altijd altijd altijd proberen. Je hoeft het niet te publiceren, niemand hoeft het te lezen. Hell, ik hoef het zelf niet te herlezen als ik tot aan het eind van mijn blad getypt heb, als ik maar blijf schrijven. 

Misschien zit jij ook vast. In schrijven of in andere creatieve zaken. 
Kijk naar het filmpje. Het is schoon en het kost je minder tijd dan een rondje instagram-swipen. 
Maar blijf altijd altijd altijd proberen. 


The Gap | Ira Glass

Nobody tells this to people who are beginners, I wish someone told me. All of us who do creative work, we get into it because we have good taste. But there is this gap. For the first couple years you make stuff, it’s just not that good. It’s trying to be good, it has potential, but it’s not. But your taste, the thing that got you into the game, is still killer. And your taste is why your work disappoints you. A lot of people never get past this phase, they quit. Most people I know who do interesting, creative work went through years of this. We know our work doesn’t have this special thing that we want it to have. We all go through this. And if you are just starting out or you are still in this phase, you gotta know its normal and the most important thing you can do is do a lot of work. Put yourself on a deadline so that every week you will finish one story. It is only by going through a volume of work that you will close that gap, and your work will be as good as your ambitions. And I took longer to figure out how to do this than anyone I’ve ever met. It’s gonna take awhile. It’s normal to take awhile. You’ve just gotta fight your way through.

donderdag 8 maart 2018

Klein geluk

Blauw stond al een hele tijd niet meer garant voor warm.
Het was enkel een vrijbrief om me regenbroekloos de straat op te wagen. Meer niet.
Elke morgen hijs ik me in een harnas van sjaal, muts en handschoenen. Onherkenbaar in lagen wol en winterjas. Gewapend tegen de blauwe, maar bijtend koude lucht.

Het moment komt altijd, net zo zeker als Sinterklaas.
(Alleen wat minder klokvast.)
Dit jaar viel ik stil tijdens een 'shit! we hebben nog postzegels nodig' sprint naar de post.
Ik haast me door de straat en val plots stil.

Klein geluk, voor het eerst sinds lang weer de zon op je rug voelen.