donderdag 31 juli 2003

Nachtzwart
Het slaat in vloedgolven over me heen. Hele gulpen tegelijk. Alle enge, vreslijke en verdrietige momenten die ik ooit beleefde kolken samen. Ik voel aan mijn voeten trekken en ga kopje onder in het spul. Ik voel me verlamd, bang. Alsof er geen mooie momenten meer bestaan. Alsof er alleen maar verdriet was.
Ik probeer naar boven te trappelen. Wil frisse lucht. Wil weg uit het zwart.
Iemand duwt een gewicht op mijn buik. Ik heb geen adem meer. In de verte hoor ik iets. Ik werk me los en trappel naar de oppervlakte. Op het moment dat ik boven het spul uitkom word ik wakker en hap naar frisse lucht. Het is mooi weer. Wiebe staat luid spinnend te trappelen op mijn buik.

Geen opmerkingen: