vrijdag 17 mei 2024

Keukenparty

Het hele nest is verdwenen. Op de kalender staat een mix van sportlessen, werkafspraken en studie, die ik met een half oog bekijk. Vooral de conclusie stuitert vrolijk binnen: de benedenverdieping, wat zeg ik ... het huis, is de komende uren van mij. 

In een huis met tieners is het al eens fijn om zelf te kiezen welke muziek door de boxen schalt. En hoe ver je de volumeknop naar rechts kan draaien. Dat er plaats is in de zetel en je niet de horde van vijf oogrollen en een zucht moet nemen of twee paar groot uitgevallen voeten aan de kant moet porren om een plek van 30 op 30 cm zitcomfort te bemachtigen. Dat je niet om de haverklap uit het boek dat je aan het lezen bent gehengeld wordt om gps te spelen voor verloren gewaande powerbanks en opladers. 
Dat ik ongegeneerd en ongestoord mijn playlist kan aanklikken en door de woonkamer stuiter met moves die niet uit de toon zouden vallen in de biertent op Dranouter Folkfestival. 

Dance like nobody is watching, is een mooi uitgangspunt. Eentje die me het allerbeste afgaat als er effectief niemand kijkt. Met mijn ogen dicht laat ik het ritme door mijn lijf dreunen. De melodie haakt touwtjes aan mijn armen, voeten en heupen. Ik tol, spring en dans. 

En kijk, daar in het raam gereflecteerd zie ik nog iemand een klein feestje bouwen. Armen hoog, haren zwiepend, heupen wiegend. Ze ziet er gelukkig uit. 

maandag 22 april 2024

Ankerpunt

Hij was een ankerpunt op weg naar het werk. Net zoals de brug (alsjeblieft niet open), de lichten (hopelijk niet op rood) en die ene steile helling bergop (lang leve de elektrische fiets)

Hij stond altijd buiten. Weer en wind wikkelden hem in een dikke jas, muts en sjaal. Knalroze ochtendluchten trokken zijn blik naar boven. Prille zomerzonnetjes lieten een klapstoeltje uitklappen op de stoep.
Ik sjeesde steevast voorbij voor het acht uur is en hij stond er als vast ankerpunt. Het begon met een knikje, toen een opgestoken hand en na enkele weken een vrolijk gezwaaide ‘goeiemorgen’.
Mijn ‘zwaaiopa’ was een echo van mijn eigen opa. Nooit meer in zijn sas dan op 1 september, waar hij opnieuw kon wuiven naar alle kinderen die terug naar school gingen.

Misschien heb ik het de eerste keer niet gemerkt, maar na enkele dagen waaide er een ongrijpbare vleug onbehaagelijkheid. Iets was anders, tekort. Tot ik voelde hoe mijn blik naar nummer 173 getrokken werd en er enkel en alleen een gesloten deur te zien was. Week na week, rekte ik mijn hals en vertraagde ik mijn snelheid, maar er was geen wuivend gebaar te zien.

Deze morgen stond hij er opnieuw. Ik wuifde mijn arm net niet uit de kom. ‘Goeiemorgen!’
En iets in mijn lijf loste. Hij stond er opnieuw.

donderdag 29 februari 2024

Winterslaap

Ooit las ik bij Webkim een geniale remedie tegen de winterdip. Ik verstop me onder een berg Tony Chocolony en eet zo traag een weg naar de lente. 

Alle winterwandelingen en feeĆ«rieke kerstverlichting ten spijt, ik ben niet gemaakt voor de donkere wintermaanden.  Maar omdat mijn systeem ook niet gemaakt is om zoveel chocolade te verzetten, bedacht het op zijn eentje een andere oplossing. 

Ik had het zelf ook niet door. Pas toen ik voor de derde keer op drie weken tijd met een boek in mijn handen de deur van de boekenwinkel rinkelend achter me hoorde dichtvallen, viel het kwartje. Ik omringde me niet chocolade, maar met boeken. Echte boeken die zwaar wegen in je hand, ruiken naar onvertelde verhalen en geen lichtje hebben waardoor het nachtlampje echt wel aan moet in het lezen voor bedtijd-moment (sorry Lief!). 

Ik bouwde een denkbeeldig hutje rond mezelf met boeken als bakstenen om zo langzaam de dagen om me heen weg lezen. 

Inspiratie nodig? 

- Cadeautje voor mezelf | Maartje Swillen
- Dit is niet wat er zal gebeuren | Zita Theunynck 
- De moordclub op donderdag (en alle volgende boeken) | Richard Osman
- Waar zijn de wolken | Suzanne Grotenhuis
- Een tweede kans voor Missy | Beth Morrey
- Ghosts | Dolly Alderton

Het is lente voor je het weet.