vrijdag 3 oktober 2003

Poes
De oude man zat zoals gewoonlijk voor zijn raam. Met zijn verschoten pet op en een pijp bij de hand. Zo zit hij daar de hele dag. Bekijkt hij de wereld die voorbij zijn huisje stuift. Op zijn schoot lag een grijze tijgerkat te soezen. Zijn kopje lag op zijn pootjes en hij strekte zich behaaglijk uit terwijl de oude man achter zijn oor krauwde.

Twee oude dametjes slenterden voorbij het raam. Met hun armen in elkaar gemaakte schommelde ze gezapig over het voetpad. Hun stemmen galmden over de straatstenen. Een strook van hun typische oude-vrouwtjes bloemenkleedjes piepten vanonder hun regenjas. Het blauw en groen stak fel af tegen de grijze gevel. Opeens hield het groene bloemtjeskleed plots halt.
"Ooh", riep ze uit en wees naar het raam, waar de oude man zat.
"Ochgodochgod", viel de andere bij.
Samen schommelden ze naar het raam bogen zich naar hun ontdekking.
"Kijk hoe lief. Een poes"
Ze tikten op de ruit en brabbelden in een babytaaltje tegen de poes.
"Dag mooie meid, is het lekker daar in het zonnetje?", kirde de blauwe bloemetjesjurk
"Ewel, ewel, ewel, ewel, ewel, poeziepoes", lachte de andere in het plat Brugs.
"Die doet me denken aan Minzo. Herinner je je Minzo nog? Die zwarte met witte pootjes", ging ze verder.
"Ooh Minzo. Jajajajajaja"
Ze rechtten hun rug, streken hun kleed glad en schommelden weer verder de straat in. De oude man in zijn rolstoel keurden ze geen blik waardig.

Geen opmerkingen: