zaterdag 30 augustus 2003

Vragen
Meestal stel ik zelf de vragen, maar toen Witte Walvis meedeed met het interview van Aukje mailde ik haar "Ja, vuur maar af" en kreeg zelf vijf vragen in mijn mailbox gedeponeerd. Echte Witte walvis-vragen.

Wat betekent Amelie voor jou?
De zachte kant van het leven, de kant zonder de scherpe randjes en venijnige punten. Amelie Poulain is een dromer en heeft een inmense fantasie. Ze bekommert zich om mensen op een hele eigen manier. Amelie is voor mij het leven bekijken door je wimpers. Je ogen bijna dicht knijpen en tussen je wimpers doorloensen, zo ziet alles er anders uit. Amelie is genieten, gek durven doen en walsen op prachtige accordeonmuziek. Amelie is Parijs.

Wie wil je beslist niet tegenkomen op een afgelegen bergweg?
Mezelf kennende zou ik op die afgelegen bergweg strandden met een verzwikte enkel of in een kloof tuimelen. Iedereen zou ik op dat moment graag tegenkomen, behalve de mensen die echt kwaad in hun zin hebben, natuurlijk.

Wat is jouw meeste gedurfde daad of uitspraak?
Met bibberende benen het podium opstappen en een groot publiek toespreken. Vanop een klein bootje de woest kolkende zee inspringen voor een diepzeeduik. Mijn hoogtevrees overwinnen. Die ene persoon vriendelijk maar kordaat de waarheid zeggen.

Geloof je dat de mens in wezen goed is?
Er stond een hele tafel vol schedels en beenderen voor mijn neus, toen ik voor het eerst aan deze vraag begon te twijfelen. Op inleefreis in Rwanda bezochten we een site de genocide, met de resten van de slachtoffers. Een akelig beeld dat me nog vaak achtervolgt, want het was voor het eerst dat ik met mijn eigen ogen de gevolgen van een burgeroorlog zag.
Die avond hebben we nog lang over deze vraag zitten praten en ik herinner me nog één antwoord heel goed. "Ik kan niet anders dan geloven dat mensen in wezen goed zijn. Anders is het de moeite niet."

Wat zou je willen kunnen, als je niet kon schrijven?
Als ik niet in staat zou zijn om zelf mooie teksten te schrijven, dan zou ik ze mooi vorm willen geven. Dan zou ik de kunst van kalligrafie of letters in steen kappen onder de knie willen hebben. Geduldig letter per letter de woorden van iemand anders een gezicht geven, lijkt me ook een mooi talent.

Heb je een weblog en wil jij ook eens geïnterviewd worden? Laat dan een reactie achter. De eerste vijf leg ik het vuur aan de schenen volgens de regels van het spel:

The Rules.
1. Leave a comment, saying you want to be interviewed.
2. I will respond; I'll ask you five questions.
3. You'll update your website with my five questions, and your five answers.
4. You'll include this explanation.
5. You'll ask other people five questions when they want to be interviewed.

vrijdag 29 augustus 2003

Complex?
Hmm, dat is een lekker plekje. Tussen de versgewassen lakens. Hier ga ik me tussen nestelen.

Als ik Wiebe tussen de lakens zie liggen wil ik haar eerst wegjagen, maar eigenlijk is het zo'n mooi plaatje. Een witte kattekop met twee zwarte oortjes en grote ogen tussen de donkere lakens.

Hé, ik word niet weggejaagd? Vreemd! Maar wat doet ze nu. Oh neen, dat meen je niet.

Ik vis mijn oude camera uit de kast en zoom op Wiebe in.

Neen, neen, neen. Je weet dat ik hier niet van hou. Ga weg, ik poseer niet graag. Ik ben meer een achter-de-schermen-poes. Ga naar Hobbes, die pronkt graag. En niet dat vreselijke zoemgeluid. Weg, ksst, weg. Kijk, als het zo zit. Roep me maar voor het eten.

Wiebe springt uit de mand, spurt door de kamer en verschanst zich onder de zetel. Het ziet er nog leuker uit. Twee blinkende katteogen. Ik ga op mijn knieën liggen en zoom opnieuw in.

Jij weet niet van ophouden, hé? Hobbes zit daar mooi te wezen. Ik niet. Mijn snorharen zitten in de war en mijn velletje is stofferig. Ik plak niet op fotopapier. Laat me gewoon gerust.

Wiebe miauwt en kruipt nog dieper onder de zetel weg.

Als ik mijn ogen dichtknijp ga je misschien weg. Ik tel tot tien en dan ga je weg, of ik laat je eens kennismaken met mijn klauwen.

Hobbes komt voor de zetel liggen en slaat met haar pootje naar mijn fototoestel.

Goed Hobbes, leid jij de aandacht maar af, terwijl ik discreet kan ontsnappen.

Wiebe stuift van onder de zetel de trap op.

PAPARAZZO!!!!

Ik heb een kat vol complexen.
Dansend
Deze morgen plukte ik twee brieven uit mijn postbakje op kantoor. Brieven met heel goed nieuws. Zo goed dat ik me tot een klein huppeldansje laat verleiden. mijn collega's kijken me lachend aan. Ik juich en zwaai met de brieven boven mijn hoofd. "Het is gelukt, ze doen mee."
Overal beginnen ogen te twinkelen. Goed nieuws! Want een project dat zich al een eeuwigheid voortsleept raakt nu echt in een stroomversnelling. Een project dat we uit zijn lijden wilden verlossen en een eind aan maken, met pijn in ons hart, zal het halen. Adrenalina raast door me heen, want ik heb eindelijk het gevoel: "Het gaat lukken".

donderdag 28 augustus 2003

Dag zomer
- Mag de verwarming alweer aan?
- Laarzen in plaats van sandaaltjes
- Een warme dikke pull mee naar kantoor
- Terug het dubbele dekbed op
- Die kalamboe mag nu echt wel van boven het bed weg
- Bad! Ik wil in een warm bad!

Mijn lichaam snapt niet dat het nog een maandje duurt voor het herst is.
Kast
Zoals elke morgen trok ze de kast open en bekeek haar buien. Welke dag zou het worden? Welk humeur zou haar vandaag het beste passen? Ze liet haar ogen over de hangertjes dwalen. Vrolijk buitelde uitgelaten aan de kapstok. Af en toe stootte hij in zijn enthousiasme Somber aan die het met afhangende schouders over zich liet komen. Haar vingers gleden over de verschillende kapstokken en pikte er een eentje uit. Boos gromde terwijl ze hem paste en zichzelf in de spiegel bekeek. Geschrokken trok ze hem snel uit. Even later hield ze Verdrietig en Weemoedig voor zich, maar ook die belandden terug in de kast. Haar ogen kwamen dof uit bij hun kleur.
Opnieuw dook ze in de kast. In een hoekje hing Tevreden aan zijn kapstok te zwieren. Ze plukte hem uit de kast en trok hem aan. Haar ogen twinkelden toen ze zich in de spiegel bekeek. Ze graaide Blij voor de zekerheid ook nog mee en sloeg de voordeur achter zich dicht.

woensdag 27 augustus 2003

Onscherp
Alles rond me is gereduceerd tot wazige vlekken. Dat groene dingetje is volgens mij mijn plantje. Die witte stip zal poes Wiebe wel zijn. Ik zit met mijn neus op mijn scherm gedrukt om toch iets te kunnen zien. Er staat een collega in de deuropening. Welke weet ik niet, tot ik op zijn stem af ga. Het is een eigenaardige ervaring. Ik loop rond in een wazige foto. De focus is er uit, de scherpte is verdwenen en dat voor zeker nog vijf dagen. Vijf lensloze dagen. Vijf dagen rond me tasten en voelen. Niet meer op de fiets of met de auto rijden, want ik kan net zo goed met mijn ogen dichtgeknepen het kruispunt proberen over te steken.
Ik verwerk mijn jeugdtrauma razendsnel. Ze mogen me brilsmurf noemen, het kan me niet schelen als ze me blinde mol naroepen, met al de moppen over confituurbokaaltjesglazen zal ik hartelijk mee lachen. Het maakt me allemaal niets meer uit, want hoewel ik nooit gedacht had dat ik dit ooit nog zou schrijven, plaats ik er nu uitroeptekens achter.
Ik! wil! een! bril! Nu!
Vuur
Tussen het groen en rood van de verkeerslichten wervelden opeens felle lichten op. Zes oranje-gele bollen buitelden over en door elkaar. Het meisje lachte haar tanden bloot terwijl ze met de brandende fakkels jongleerde. De jongen moedigde haar aan terwijl hij zijn eigen fakkels met een half oog in de gaten hield. Het voetgangerslicht sprong op groen en samen staken ze de straat over.
Twee met brandende fakkels jonglerende jongeren die over het lange zeebrapad wandelden. Het verkeer op het kruispunt viel heel eventjes stil.

dinsdag 26 augustus 2003

Wiebe
Heel voorzichtig plant ze haar pootje op mijn buik. Ze kijkt me aan met haar gele ogen. Ze wiebelt een beetje als ze met vier pootjes in mijn maagstreek staat en sluipt voorzichtig door naar mijn benen. Daar draait ze haar drie obligate rondjes en krult zich in een bolletje op. Met haar voorpoten over mijn broeksband, ogen dicht en oortjes plat. Ze spint en snort en trekt ondertussen met haar pootjes. Bij elke gesnor priemen acht vlijmscherpe nageltjes in mijn blote buik.
Ik kriebel poes Wiebe achter haar oren. Ze laat een behaagelijke piep horen.
Opeens spitst ze haar oren, vliegt recht en stuift naar buiten. Ze draait zich nog even om en krult haar staart alsof ze wil zeggen: "Daag, het was fijn. Dat moeten we nog eens doen."

maandag 25 augustus 2003

Fris stokje
Ik zag hem voor het eerst drijven bij Aukje in de vorm van frisse beer. Hij dobberde gezapig verder tot Witte Walvis hem oppikte. Het werd een verkoelende waterval. Met een vinnige slag van haar staart sloeg Witte Walvis het in mijn richting. Een stokje, weken geleden al in het water gedropt, met de opdracht; plaats een verkoelende foto op je log. Het zijn er twee geworden.

De hitte woog al de hele dag op onze schouders. De rondreis in Indonesië begon door te wegen. Bus in, bus uit, bus in, bus uit. Aan de laatste tempel van die dag had ik er genoeg van. Ik liep weg van de gids en wandelde naar het strand, schopte mijn sandalen uit en slenterde in de vloedlijn. Het zand stoof op in kleine wolkjes. Ik tuurde door het blauwe water naar de kleine visjes die steeds verder wegstoven bij elke stap die ik zette.
Enkele straatventertjes waren me gevolgd. Ze probeerden zelfgemaakte kettingen te verkopen. "Geen geld, no money", gebaarde ik. Ze dropen af. Behalve het kleinste. Opeens gooide ze haar tas vol snuisterijen in het zand en holde naar het water. Ze zong een onverstaanbaar liedje terwijl ze door het water ploeterde, lachte haar witte tanden bloot. Terwijl ik weer de bus in moest drentelde ze nog steeds in de golven, op en neer, tot haar kleren doornat waren. Haar ogen twinkelden.








Ik laat het stokje verder drijven richting Herman's Wereldkeuken. Want als er iemand een mooi verfrissend beeld kan boventoveren is hij het wel!

zondag 24 augustus 2003

Wij zijn piraten, piraten, ...
"Viermaal per dag druppels en vier dagen geen lenzen dragen", concludeert de dokter als hij mijn bloeddoorlopen oog heeft onderzocht.
"Maar ik zie geen steek als ik mijn lenzen niet draag", protesteer ik.
"Als je ze wel draagt zou dat wel eens permanent kunnen worden", zegt hij nuchter. "Probeer je oog zoveel mogelijk te laten rusten door het af te dekken."

Thuis zoek ik naar iets wat als "lapje" kan dienen. Ik plooi een donkere zakdoek tot een vierkantje en plak hem vast rond mijn oog. Nu nog een papegaai op mijn schouder en een bolletjes doek rond mijn hoofd geknobbeld en ik ben er helemaal klaar voor. Een echte piraat
"Harw", grom ik naar de spiegel. Ik strompel wat rond zoals ik dat in de film vaak zag doen en opeens schiet het me te binnen. Een kampliedje van jaren geleden. De woorden rollen van mijn tong. Ik huppel door de kamer en zing luidkeels: "Wij zijn piraten, piraten, .. "
Als manlief binnen komt en me met mijn lapje door de keuken ziet dansen, vraagt hij droog: "Wat heeft de dokter gezegd, los van de opmerking over je geestelijke gezondheid?"

vrijdag 22 augustus 2003

Kijk me aan ...
Al zijn blaadjes had hij uitgestrekt naar het raam. Hij baadde in de zon, koesterde zijn groene uitlopers en bloemetjes in haar warmte. Maar ik kon niet genieten van dat moois. Ik zag niet meer dan enkele uitgestrekte stelen.
Gisteren draaide ik hem resoluut om. Met zijn blaadjes in mijn richting, zodat ik kon genieten van zijn kleine witte bloemetjes. Maar ik moet toch niet zo'n aangenaam gezelschap zijn want deze morgen heeft ie zijn blaadjes alweer richting het raam gekromd.
Koppige plant!
Wakker worden
"Goeiemorgen", murmel ik.
Ik zie twee slaperige ogen en een waterig glimlachje, maar hoor niets.
"Goeiemorgen", zeg ik iets luider.
De glimlach word breder en de ogen beginnen te twinkelen.
"Goeie-morgen!", lach ik nu voluit.
Breed grijnzend sta ik voor de spiegel.

donderdag 21 augustus 2003

*trots*

Tijd
Ik zie mijn tijd door mijn vingers wegglippen. Niet dé tijd, maar mijn tijd. Tijd voor mezelf en de dingen die ik graag doe. De uren en dagen verdelen zich razendsnel in een schema vol gekleurde blokjes. Ze nestelen zich in mijn agenda. Tijd voor het werk, tijd voor avondvergaderingen, tijd voor weekendwerk.

Ze vullen de blokjes in, verspreiden zich over de blaadjes in mijn agenda. In mijn handen hou ik steeds minder tijd voor mij alleen over. Te weinig tijd voor boeken, voor films, foto's ontwikkelen, ... naar mijn zin.
Tijd voor vrienden heb ik nog steeds. Die hou ik nauwlettend in het oog. Die wil ik niet kwijt. Onvermoeibaar blijf ik zoeken en speuren of ik misschien een sprankeltje over het oog gezien heb en opeens trof ik in een hoekje nog een klein beetje tijd aan met het labeltje zelfbeklag aan. Die is nu op en dat is maar goed ook.
Iemand?
Ben ik de enige die niet vrolijk word van die grauwe grijze lucht?

woensdag 20 augustus 2003

T
Koffie is te sterk, melk te koud. Soep past gewoon niet bij het ontbijt en chocolademelk is mijn ding niet. Thee werd het volgende probeersel aan de ontbijttafel. Ik kook water en laat het theezakje in het water plonzen. Het water kleurt langzaam donker en een weeë geur stijgt op.
"Neen, neen, neen", protesteert mijn maag. "Iets dat zo ruikt dat speel je deze morgen niet binnen. Probeer het deze middag nog maar eens."
Ik duik opnieuw in de kast en diep daar een blikje fruitthee op. Een zalige snoepjesgeur kriebelt mijn neus. Mmmm, hier krijg ik wel zin in. Ik kieper een beetje in een thee-eitje en dompel het in een nieuwe kop heet water. Onmiddellijk kleurt alles dieprood en ruik ik vers fruit. Voorzichtig neem ik een slokje.
"Hallo smaak? Waar ben je?", protesteert mijn tong. "Dit is gewoon heel warm water met een kleurtje."
"Misschien moet je er een beetje suiker bijdoen", adviseert een slaperige stem aan de andere kant van de tafel. Ik kijk op van mijn kop en doe er een klein schepje suiker in. Niets. Nog een schepje. Nog steeds niets. Twee grote scheppen.
"Geweldig, nu heb ik suikerwater met een kleurtje", brom ik. Ik schuif mijn thee aan de kant en trek de fles fruitsap naar me toe. Zijn mijn smaakpapillen nu zo onderontwikkeld of doe ik iets verkeerd?

dinsdag 19 augustus 2003

Twee bolletjes
Passievrucht, beslis ik terwijl ik in het ijssalon op mijn beurt wacht.
Op het moment dat het mijn beurt is en ik mijn mond opendoe hoor ik achter een onmisbaar Amerikaans accent.
"Two icecreams. One with chocolat and one with vanilla!"
Ik draai me gestoord om en kijk recht in de ogen van een kortgedrongen vrouw. Bleke benen, een te korte short en een schreeuwend topje.
"Sorry, but it was ....", begin ik.
"Do you have a problem!", snakt ze me toe.
Ik draai me verbluft terug om. Niet wetend wat ik met dit mens aanmoet.
"And how about those icecreams!", bijt ze de jongen achter de bar toe.
Hij toont geen krimp en schept onverstoorbaar de ijsjes. Ik ben ziedend binnenin. Hoe durft ze me af te snakken. Hoe durft ze zomaar voor te steken. Hoe ....
Op dat moment grijpt ze naar haar ijsjes. Twee ijsjes met de kleinste ijsbolletjes die ik ooit gezien heb. Ze tuimelen nog net niet in het hoorntje.
"Jij was aan de beurt dacht ik", glimlacht de ijsjongen ondertussen naar mij.
En terwijl de Amerikaanse zich verwonderd over de porties in België, loop ik buiten met het grootste ijsje dat ik ooit gezien heb.
Neen, geen probleem mevrouw.

maandag 18 augustus 2003

Inspiratie
Ik staar naar de zin op mijn scherm. Het klopt niet. Het loopt niet, bekt niet, klinkt niet, .... . Hoe je het ook wil noemen. Ik ben niet tevreden met die zin. Hij staat onhandig tussen de rest. Een goed gestroomlijnde tekst met een kreupele zin ertussen. Ik wil hem een handje helpen. Een woordje veranderen, constructie omgooien, anders formuleren. Zodat ie er herboren uitkomt. Ik denk, probeer en denk nog meer. Ik knabbel op mijn onderlip en draai aan mijn ring. Ik denk nog dieper na en laat mijn ring rondjes draaien op mijn bureau.
Opeens vang ik een glimp van mezelf op in de ruit. Onderlip naar binnengezogen en gebogen over mijn rondspinnende ring. Dom zicht!
Eerste grijns van de dag ...
... als de donkere donderwolken boven je hoofd pas losbarsten als je de deur van je werk openduwt. Tot deze middag hou ik het alvast droog.
Bumpershow
De zaal was prachtig. De bruid straalde en de bruidegom glunderde. Haar kleed was prachtig, hij zat strak in het pak. De genodigden applaudisseerden gemeend en de obers deden geruisloos hun werk. Het was een trouwfeest zo uit het boekje geplukt. De vader sprak enkele gemeende woorden en de moeder pinkte een traan weg. Iedereen keek toe terwijl ze hun eerste dans inzetten, en de tweede en de derde.
De genodigden dansten mee in het ritme van de vierde dans. Sommigen bleven voor de vijfde en voor de zesde stond de dansvloer weer volgepakt. Iedereen draaide mee in dezelfde richting. Het leek een ingestudeerde scéne. Behalve dat ene oudere koppel dat steevast tegenrichting in danste. Bumpershow op de dansvloer.

zaterdag 16 augustus 2003

Kunstenaar
Ik laat mijn pastelkrijtje over het papier glijden. In stilte juich ik. Voor één keer krijg ik daadwerkelijk op papier wat ik in gedachten had. Het ziet er goed uit. Ik bestudeer de bloem die geduldig model staat en teken verder. Na zoveel jaar heb ik mijn tekenvingers opnieuw van onder het stof gehaald. Ik teken, kleur, veeg en bedenk dat tekenen toch zoiets moet zijn als fietsen. Eénmaal je het onder de knie hebt, verleer je het nooit meer.
Manlief komt achter me staan en bewondert uitgebreid mijn kunstwerk.
"Mooi, heel mooi. Vooral hoe die kleuren in elkaar overlopen. Maar euh, wat stelt het voor?"

donderdag 14 augustus 2003

Snake
Als er zoiets bestond als de wereldkampioenschappen
Snake, dan had ze al lang een beker.
Haar duim razendsnel over de toetsjes 2, 4, 6 en 8 van
haar Nokia.
“Kijk. 1442 punten”.
Op het gsm-schermpje is alles zwart.
Of bijna.
Er zijn nog twee blokjes vrij.
Ze heeft uren getraind om zo goed te worden.
Dom spel.
Dat vindt ze zelf ook.
Maar ze is graag héél goed in dingen.
Wereldkampioen Scrabble.
Wereldkampioen Sex.
Wereldkampioen Pasta met kerstomaatjes maken.
Wereldkampioen Talen (Frans, Engels, Duits, Spaans,
Deens, Zweeds en beetje Portugees).
Wereldkampioen zuchten: “Ik kan niets”.

Woorden: 96/Tekens: 500/Ze: 3

Dit stukje heb ik niet zelf geschreven, maar is van de hand van Hijx500. Hij publiceert zijn kortverhalen via weblogs, één verhaal per weblog. In totaal 100 verhalen, van exact 500 lettertekens.
Als alles goed gaat: het eerste boek dat op weblogs wordt gepubliceerd. Waar er nog te vinden zijn, kan je lezen op boeklog
Supergroen
Hij keek vertwijfeld naar mijn twee nieuwe aanwinsten.
"Zou je dat wel doen?", vroeg hij voorzichtig. "Ik bedoel, we kennen allemaal je reputatie op dit vlak."
Ik liet mijn vingers langs de stelen van mijn nieuwe bamboeplantjes roetsjen.
"Welke reputatie?"
"Wel, je hebt niet bepaald groene vingers. Je bent er zelfs al in geslaagd om een cactus kapot te krijgen. Hoe wil je twee bamboeplantjes langer dan één week op je bureau in leven houden als je er niet in slaagt om een cactus - een plant die in de woestijn kan overleven notabene - gezond te houden? Die plantjes hebben heel veel verzorging nodig."
Ik pootte de potten neer op mijn vensterbank.
"Ik geef ze gewoon regelmatig water, ze staan lekker in de zon en als het je een plezier doet wil ik er elke morgen nog een praatje mee slaan. En die cactus heb ik niet laten uitdrogen, die heb ik per ongeluk verdronken."
Zijn ogen blonken spottend. "Bel maar als je weer naar de bloemenwinkel wil om twee vervangertjes te halen."

Zou ik nu bellen om te zeggen dat mijn twee - ten dode opgeschreven - plantjes in het afgelopen jaar zijn opgeschoten tot twee stevige bossen groen? En zou ik er dan bij zeggen dat het vooral dankzij de hulp van M. is die uit medelijden hun kurkdroge worteltjes op water en meststoffen trakteerde?

woensdag 13 augustus 2003

Toeter
"Heb je soms Nederlands bloed in je aderen?", vraagt ze terloops in haar mail. Neen, neen, neen, is mijn reactie. Mama is Belgisch, papa is Belgisch net zoals oma, opa, oma en opa.
Maar dan valt ie. Tuurlijk. Ik moet het zelfs niet ver zoeken. Er zwemmen toch wat druppeltjes knaloranje Nederlandse trots rond in mijn bloedvaten en dat heb ik te danken aan mijn oma's vader. Bompa, mijn overgrootvader is zijn grote liefde gaan zoeken over de grenzen heen en kwam terug met de Nederlandse Wilhelmina Toeter.
Ik ben wel blij met die enkele druppeltjes Hollands bloed, maar ik dank de wetgeving op mijn blote knieën dat ze in een ver verleden beslisten dat het kind de familienaam van de vader kreeg. Want zeg nu zelf. Kim Toeter, dat staat toch garant voor een kindertijd vol pesterijen en flauwe grapjes.

maandag 11 augustus 2003

Belofte maakt ...
"Komaan, je hebt het beloofd"
"Neen, geen sprake van. Ik ben niet gek."
"Jaha, daarnet stond je het luidkeels te verkondigen, maar als puntje bij paaltje komt ... "
"Papa, dat was niet daarnet. Ik was zeven."
"En toch heb je het beloofd!"
"Papa, ik weet dat toen gezegd had dat als het heel erg warm zou zijn dat ik erin wilde kruipen. Maar ik was toen ze-ven!"
"Toch zou ik het grappig vinden.
"Je kan op je hoofd staan, ik ga echt niet in de diepvrieskist zitten."
"Het zou zo'n leuk zicht zijn."
"...."
Goud
Toen de muziek begon te spelen sloot ze haar ogen. Dit herkende ze. Op deze melodie zette ze 50 jaar geleden de eerste dans met haar kersverse man in. Ze voelde een hand rond haar middel en liet zich met gesloten ogen naar de dansvloer leiden. Ze zag beelden van haar leven voorbij flitsen. De geboorte van haar eerste zoon en haar twee dochters. Het kleine huurhuisje waar ze op elkaar leefden. Met de kinderen naar school wandelen. Haar zoon trouwde. De geboorte van haar kleindochter. De oudste dochter trouwde en kreeg drie kinderen. Drie stevige jongetjes.
Haar voeten dansten de gekende passen. Ze liet meeslepen in de eerste dans, vijftig jaar later. Sommige kleinkinderen waren ondertussen zelf al getrouwd. Er was zelfs al een achterkleinkind op komst. Nu niet meer zo lang. De laatste noot stierf weg en ze opende glimlachend haar ogen. Opeens hoorde ze gejoel. Verbaasd keek ze rond en zag hoe de zaal bulderde van het lachen. Ze knipperde nog eens en zag haar man vanop zijn stoel schuddebuikend van het lachen roepen: "Suzie, je hebt de verkeerde vast."

zondag 10 augustus 2003

Ik ga naar mijn werk en neem mee ...
Liggen klaar voor morgen:
- een voetbadje
- ijsblokjes en koud water
- een hele grote ventilator
- zo'n spuit die neveltjes fris water rondstuift
- verkoelende compressen
- zonnebril

Zijn gereserveerd voor morgen:
- een plekje voor de koelkast

vrijdag 8 augustus 2003

Fijn
- Frisbie spelen op het strand
- Kijken hoe de zon dieprood kleurt en aan de kim verdwijnt
- Twintig tenen die samen wriemelen in het zand
- 's Avonds door de opkomende mistflarden rijden
Weg-dromen
Ik knijp mijn ogen dicht en sta onmiddellijk terug op het kleine strandje in Kreta. Door gekke koralen in het water kleurt het strand knalroze. Links van me ligt een klein eilandje. Een laguna van helblauw water strekt zich voor me uit. Wolkjes zand stuiven op als ik door het water stap. De zon straalt helder op mijn rug. Het is stil. Ik laat me op mijn rug drijven en kijk naar de kleine wolkjes die voorbijdrijven.
Ik knipper en ik ben terug in het huisje dat we huurden in Noorwegen. Met het steigertje dat tot in het water van de fjord reikte. Een klein roeibootje dobbert rustig voor het huisje. Vanavond gaan we vis vangen.
Knijp eens je ogen dicht. Waar reis jij in gedachten heen?

donderdag 7 augustus 2003

Woordenschat
Zolang ik met vakantie was zaten ze weggeborgen in de schuif van mijn ladenblok. In het donker tussen pennen en papperassen hielden ze hun zomerslaapje. Dure en deftige woorden. Beleefde uitdrukkingen. Die had ik niet nodig deze zomer. "Hoi" volstond en wat moest ik in hemelsnaam aan met typen zoals "Hoogachtend" en het duo "Enerzijds & Anderzijds".
Toen ik gisteren mijn lade opentrok tuimelden ze eruit en sprongen enthousiast rond op mijn bureau. Ze tikten me op mijn vingers als ik een brief aan het opstellen ben.
"Gebruik mij! Gebruik mij!", piepte "Geachte" opgewonden. Ik overwoog om "Hallo" en "Hoi" vanop het hoekje van het bureau te plukken maar de deftige en beleefde woorden versperden de weg.
"Neen, gebruik ons. Wij zijn niet zo alledaags. Wij zijn deftig, beleefd."
Ik zie "Groeten" die bij "Hoi" gaan staan is verdrietig ineenkrimpen.
"Kom eens hier", wenk ik naar de hoogdravende woordjes. Ze schrijden blij op me af en vliegensvlug klem ik "Geachte", "Heer & Mevrouw", "Alsook" en de rest tussen mijn vingers en deponeer ze terug in de lade. Ze bonken nog eventjes, maar dan is het stil.
"Hoi" en "Hallo" lopen voorzichtig glimlachend naar mijn laptop.
"Mogen we nog even blijven?"
Ik knik en typ verder aan mijn email.

woensdag 6 augustus 2003

Tot de laatste snik
De lichten van een voorbijrijdende auto gleden voorbij op het plafond. Op straat hoorde ik mensen voorbij fietsen. Ik keek op mijn wekker.
23u45.
"Nu moet ik echt gaan slapen", maande ik mezelf aan. Mijn gedachten maalden door. Hoeveel mails in mijn inbox? Hoe hoog is de stapel post op mijn bureau?
Ik woelde, draaide, keerde, probeerde het raderwerk te stoppen.
00u56.
Muggen zoemden rond mijn oren. Ik werd gek van de jeuk. Mijn laken plakte aan me. Naast me klonk gesnurk.
01u25.
Ik sloop naar beneden en dronk een glas melk. Dat helpt om te slapen had ik ooit gehoord. Ik knuffelde even met poes Hobbes die blij was met nachtelijk bezoek.
02u10.
Op de bank lag mijn boek. Misschien eventjes. Om moe te worden. Ik nestelde me op de bank en dook in het verhaal. Pagina na pagina verslond ik. Tot ik ook de laatste omdraaide.
05u23.
Was het nog de moeite om te gaan slapen? Ik grabbelde een tijdschrift van de stapel. Even later werd ik wakker. Manlief stond verbaasd naar me te kijken.
06u45.
Tijd om me klaar te maken voor mijn werk.

dinsdag 5 augustus 2003

Te vroeg
Ze marcheerden door mijn hoofd. Honderden gedachten richting de grote W. De W van werk. Ze stelden to-do-lijstjes op, maakten plannen, gingen na wanneer de deadlines vielen. Netjes in een rij en doelgericht trokken ze op met maar één doel. Werk!
Ik trok ze terug aan die kleine schoudertjes en plantte ze op zijpaadjes. Zijpaadjes richting de grote R van rusten. Andere werden op het weggetje richting N geplaatst. Voor N van nietsdoen. De toegangspoort tot de W van werken is nog één dag gesloten. Vandaag moeten ze nog luieren, van de zon genieten, lezen, niets doen, rondhangen, genieten, .... . Morgen mogen ze efficient zijn. Morgen moeten ze wakker zijn. Maar vandaag op mijn laatste dag vakantie moeten ze zich nog eens laten hangen.

zondag 3 augustus 2003

Kleurrijk
De paarse inktvis dobberde breed glimlachend boven me rond. Vlak naast een knaloranje kreeft en een reuzeorka. Een beetje verder zeilden twee koeien voorbij. Netjes boven elkaar. Af en toe maakte de kleurrijke vis een rondje boven mijn hoofd. Het wapperde heel hard links van me. De tentakels van een gifgroene octopus wapperden vrolijk in de wind. En een beetje verder tuimelden tientallen kleurrijke vormen op en neer door de lucht.
Ik wreef verbaasd in mijn ogen toen ik wakker werd op mijn strandlakentje. Het vliegerfestival was gestart zonder dat ik er erg in had.

zaterdag 2 augustus 2003

Mama
Soms denkt ze dat ze haar ziet. In een flits herkent ze haar in een vrouw die de straat oversteekt. Of in die vrouw op de fiets. Ja, dat is haar. Waarom zegt ze nu niets? Haar hart springt op. Eén seconde maar. Tot het besef toeslaat.
Soms hoort ze een bekende stem. De stem die haar vroeger verhaaltjes voor het slapengaan voorlas. Die haar trooste als ze verdriet had. Waar ze uren en dagenlang mee gepraat heeft. Maar die stem hoort altijd bij een vreemde.
Soms ziet ze een twinkeling in iemands ogen. Een twinkeling die zo pijnlijk bekend is. Die had ze als ze moest lachen.
Ze ziet haar lopen over straat. Ze hoort haar stem. Ze herkent stukjes van haar in andere mensen. Maar nooit vindt ze wie ze zoekt.