dinsdag 20 april 2004

Trillingen
Ik voelde hoe het huis bewoog, of beter hoe de grond onder ons huis bewoog. Met een zacht en diep gerommel bibberde het hele bouwsel op zijn grondvesten. Ik hoorde hoe de glazen en borden rinkelden in de kast. Hoe de kapstokken in de kleerkast heen en weer klingelden. De cijfertjes op mijn wekkerradio werden even waziger dan normaal. Het boek dat de hele nacht op het randje van het nachtkastje gewiebeld had viel met een zacht plofje op de grond, samen met mijn bril die nog tussen de pagina's geklemd zat.
"Werken in de straat", herinnerde ik mezelf. Ik trok de gordijnen open en keek hoe de graafmachines op en neer kropen tussen de bergen zand.
"En vanaf vandaag dus ook een gigantisch gat", concludeerde ik. "Een gat van twee meter vlak voor de voordeur."
Dat worden overuren voor mijn engelbewaarder, mezelf kennende.

Geen opmerkingen: