Was en plas
Vroeger stonden er bij ons thuis in de berging twee wasmachines. Eén grote-mensen-exemplaar en mijn eigen kleine wasmachientje. Het was maar 30 cm hoog, maar kon echt wassen. Ideaal voor mijn poppenkleertjes. Als mama onze kleren waste, zoemde mijn kleine wasmachientje gezind mee. Tussen de broeken en T-shirts die aan de waslijn wapperden, hingen ook kleine poppejurkjes. Als mama begon te strijken stond ik vaak aan haar benen te jengelen. "Mama, mag ik alsjebliehieft ook strijken, ik kan het echt. Mag ik alsjeblieft de handdoeken en zakdoeken strijken?"
Met het puntje van mijn tong uit mijn mond streek ik die lapjes stof. Heel nauwkeurig werden alle hoekjes glad gestreken. Netjes opgevouwen en nog eens gestreken.
Nu staat hier in een hoekje een hele berg was weg te kwijnen. Wachtend op een strijkijzer die hen weer in de juiste plooi zal stomen. Maar ik heb geen zin. Is er iemand die alsjebliehieft de zakdoeken en handdoeken wil strijken? Dan ben ik toch al een eind op weg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten