Persoonlijke luchtbel
"Iedereen bewaart voor zichzelf persoonlijke ruimte", hoor ik mijn docent psychologie nog verkondigen. "Dat is de afstand die je tussen jou en een andere persoon dult. Noem het een luchtbel die je rond jezelf blaast en niemand mag in die luchtbel komen."
Jaja, quatsj, dacht ik toen. Ik ben niet bang van mensen. En wat is er nu zo erg als mensen een beetje te dicht komen. Maar vandaag heb ik een ontdekking gedaan. Ik heb mijn eigen luchtbel gevonden.
Nog nooit had ik beseft dat ik een stapje achteruit deed als iemand te dicht kwam. Ik voelde me nooit ongemakkelijk als er een collega over mijn schouder hing, als ik in het café geplet tussen het volk stond.
Tot op vandaag, toen ik in de supermarkt attent werd gemaakt op mijn eigen luchtbelletje. Het begon met gerochel vlak bij mijn oor. Dan adem die ik langs mijn nek voelde strijken. Adem en gerochel die afkomstig waren van een oudere heer. Die toch wel heel dicht bij me stond. Ik deed een stapje vooruit om wat afstand te creëren, maar rochelende meneer stond een seconde later weer pal achter me. Hij snoot zijn neus vlak naast mijn oor en maakte smakkende geluidjes. Alle haartjes op mijn armen gingen recht staan. Ik deed weer een stapje, hij volgde. Ik keek geërgerd achter me. Hij lachte me vriendelijk toe. Ik deed een stapje opzij, hij volgde. Ik keek nog meer geërgerd achter me, hij lachte opnieuw vriendelijk.
Uiteindelijk heb ik het mandje vol met boodschappen achter mijn rug gehouden om mijn luchtbelletje te verdedigen. Want die meneer die in de wachtrij aan de kassa smakelijk in mijn oor stond te rochelen. Die meneer stond toch echt een beetje te dicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten