Pepertje
Met dezelfde flair als de originele Jamie Olivier draai ik het avondeten in elkaar. Een zakje uit aluminiumfolie, noedels, kip, uitjes, wat sojaolie, een beetje sesamolie en pepertjes. Veel pepertjes, want pikant is lekker. Ik steek de twee pakketjes in de oven en ruim ondertussen de keuken op. Een lekkere geur drijft de keuken binnen. Poes Wiebe ruikt het ook en springt op het aanrecht. Ze strijkt langs me heen, in de hoop nog een stukje kip te bemachtigen. Haar staart strijkt langs mijn oog en een haartje blijft hangen onder mijn wenkbrauw. Ik pluk het weg en opeens, zomaar heb ik het gevoel dat mijn oog in brand staat. Alsof iemand een beetje met een gloeiende pook aan het plagen is. "Doet dat pijn? Ja? En dat? En als ik hier druk? Hihi, dat voelt niet leuk, hé?"
Mijn ogen beginnen te tranen, ik trappel van frustratie en probeer ondertussen mijn lens te pakken te krijgen. Per ongeluk raak ik mijn ander oog ook aan. Spontaan slaat ook daar de brand uit. Als een blinde mol strompel ik door de keuken. Op zoek naar de kraan, naar water. Ik plens handenvol koud water tegen mijn ogen. Het verfrist, maar als ik stop voel ik het weer prikken. Ik blijf plenzen tot het belletje van de oven tingelt. Met rode kleine oogjes strompel ik terug naar de keuken. In heet eten heb ik opeens niet zoveel zin meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten