maandag 16 juni 2003

Stoer
Ik ben net de straat uit als mijn pedalen gekke toeren beginnen uithalen. Ik hoor heel wat gerammel en gekraak en opeens voel ik geen weerstand meer als ik trap. De ketting eraf. Hij hangt zielig over het tandwiel, lusteloos en slap. Ik heb geen zin om die fiets op zijn kop te zetten, te prutsen aan tandwielen om over 100 meter weer hetzelfde mee te maken. Daarom maak ik rechtsomkeerd en stal mijn fiets terug in ons poortje. Als alternatief haal ik manlief's fiets uit. Het zadel wordt naar beneden gewrikt en ik zwier mijn rechterbeen over het zadel. Ik voel me stoer. Dit is geen gewone fiets. Dit is een citybike, met een glimmend zilverkleurig kader. Met veel versnellingen die werken. Met een terugtraprem. Ik fiets iedereen voorbij. Ik zoef met een soepele draai rond de andere fietsers. Ga op de trappers staan en voel de wind in mijn haar. Met mijn schoudertas op mijn rug, een leuk liedje in mijn oren. Manlief's fiets is veel leuker dan mijn eigen exemplaar. Mijn fiets heeft drie werkende versnellingen, twee halfplatte banden en een keihard zadel.
Na een halfuur fietsen met de stoere fiets besef ik opeens wel het grote voordeel van mijn eigen tweewielertje. Twee fietszakken waardoor je niet met zware schoudertassen op je rug en zakken aan je stuur moet sukkelen. Want dat staat dan weer helemaal niet stoer.

Geen opmerkingen: