zaterdag 12 juli 2003

Bol
Kleine lokken haar dwarrelden in mijn schoot en op de vloer terwijl hij met zijn schaar in de weer was. Het was een grappige kapper. Hij vroeg maar raak, vertelde grappen en knipte ondertussen verbazend snel verder. In de spiegel zag ik mezelf weer tevoorschijn komen. Of tenminste mezelf, zoals ik ze graag zie met een kort, fris zomerkopje.
"Nog even drogen en we zijn er", zei mijn kapper terwijl hij de haardroger bovenhaalde. Ik wilde nog zeggen dat hij het niet te bol mocht drogen maar hij was al volop in de weer met borstel en droger. Lijdzaam zag ik toe hoe mijn haardos volumineuzer werd. Op het moment dat hij "Klaar" zei, zag ik niet meer mezelf in de spiegel zitten, maar een slechte Dolly Parton-imitatie. (Op vlak van de haardos dan!) Een beetje platter graag, probeerde ik nog, terwijl ik het trauma van mijn Plechtige Communie weer voelde opborrelen. Toen had een enthousiaste kapster mijn haar zodanig gedroogd dat ik het gevoel had dat er geen haar meer op mijn hoofd stond, maar een suikerspin. Mijn kapper ging echter druk aan de slag met wax om de boel nog meer volume te geven. Ik voel me als een paddestoel. Dus als u mij nu even wilt excuseren. Ik moet mijn hoofd onder de kraan gaan steken.

Geen opmerkingen: