dinsdag 28 oktober 2003

Stress
Ik was tien en neusde in één van mama's magazines. Eén woord intrigeerde me: stress. Ik liet het woord over mijn tong rollen, proefde de klanken. sssssssstreessssssssssss. Het klonk zacht, lief, rustig, maar ik kon me niet voorstellen wat het was. Misschien een nieuwe sport, dacht ik. Tientallen mensen die zich in honderden bochten wrongen en bogen. Of een oude stad in een ver exotisch land. Of een nieuw spelprogramma. Ik las verder, maar kon de uitleg niet achterhalen.

"Mammie, wat is stress", vroeg ik 's avonds vanuit de zetel.
Mama keek me aan, zuchtte diep en wees naar een overvolle wasmand, haar strijkplank, het aanrecht met de vuile vaat en de stapel rekeningen op het bureau.
"Dat allemaal. Dat is stress."

Misschien komt het door haar dat ik mijn werk nooit als stresserend ervaar. Op mijn werk vind ik geen overvolle wasmanden en een keuken volgestouwd met vuile vaat. Geen stress dus voor mij. Wel ellelange to-do-lijstjes, mensen die op het laatste nippertje afbellen, werk dat blijft slabakken, computers met koppige neigingen, ... die zorgen voor hartverlammende paniekaanvallen. Maar stress? Neen, geen last van.

Geen opmerkingen: