Zondagmiddaggevoel
De zondagmiddag is het niet zo druk in de bioscoop, .... dachten we. Beteuterd kijken we naar de rode knipperende woordjes. "Volzet" blinkt het naast de drie zalen "Finding Nemo".
"Om vijf uur dan maar?", halen we onze schouders op en kopen alvast kaartjes.
We wandelen door de stille stad op zoek naar een caféetje waar we terecht kunnen. Een studentenstad is de zondagmiddag uitgestorven, .... dat weten we nu ook.
Na een uur vouwen we onze handen om een warme kop koffie en we praten. Over alles en over niets. We lachen en zwijgen, genieten van deze zondag. Wrijven onze rode wangen en gloeiende oren weer wakker en warm. En we wachten. Wachten tot we ons in de zachte bioscoopstoel kunnen ploffen. We genieten. Van Nemo, Dory en de afkickende Bruce. We lachen en schrikken. We kijken af en toe naar elkaar. "Vind jij het ook leuk?!"
We praten uitbundig na terwijl we naar de auto lopen en naar huis rijden. Over de wreedheid van diepzeeduiken en aquariums. Over expressieve sardientjes en akelige kwallen.
We eten pizza en frietjes en vertellen flauwe moppen. Ik warm me aan dit zondagmiddaggevoel en sluit maandag nog enkele uren buiten.
zondag 30 november 2003
zaterdag 29 november 2003
Stoer
Hij beende met grote stappen door de kamer.
"Waar wil je ons", vroeg hij aan de fotografe terwijl hij vier biertjes op de tafel plantte.
Ze liet haar blik door de kamer dwalen. Over de bloemetjesgordijnen, de kanten tafelkleedjes, de geurkaarsen en de patchworkplaid.
Hij volgde haar blik en kuchte even. Ongemakkelijk op en neer wiebelend speelde hij met zijn gouden schakelketting.
Een fijn lachje speelde om haar mond toen ze de kast in het oog kreeg. De kaars in de vorm van een beertje, een poppetje in Spaanse klederdracht, 2 Anne Geddes-kaartjes en andere prullerij.
"Voor die kast daar. Is dat goed?", vroeg ze liefjes.
Zijn glimlach verstarde.
"Eén momentje", murmelde hij en veegde de kaars, het poppetje en de kaartjes met één armbeweging op de grond. Eén verdwaald tafelkleedje bleef eenzaam bovenop de kast liggen.
"Shoot!", lachte hij opnieuw breed en hief zijn glas op naar de camera.
Hij beende met grote stappen door de kamer.
"Waar wil je ons", vroeg hij aan de fotografe terwijl hij vier biertjes op de tafel plantte.
Ze liet haar blik door de kamer dwalen. Over de bloemetjesgordijnen, de kanten tafelkleedjes, de geurkaarsen en de patchworkplaid.
Hij volgde haar blik en kuchte even. Ongemakkelijk op en neer wiebelend speelde hij met zijn gouden schakelketting.
Een fijn lachje speelde om haar mond toen ze de kast in het oog kreeg. De kaars in de vorm van een beertje, een poppetje in Spaanse klederdracht, 2 Anne Geddes-kaartjes en andere prullerij.
"Voor die kast daar. Is dat goed?", vroeg ze liefjes.
Zijn glimlach verstarde.
"Eén momentje", murmelde hij en veegde de kaars, het poppetje en de kaartjes met één armbeweging op de grond. Eén verdwaald tafelkleedje bleef eenzaam bovenop de kast liggen.
"Shoot!", lachte hij opnieuw breed en hief zijn glas op naar de camera.
donderdag 27 november 2003
Blijft mooi
Siberië
Geef me je jas
van bont van teddyberen.
Leg je arm om me heen
en al je winterkleren.
Zoen me
tot ik warm word.
Zoen me
tot ik spin.
Trek je eigen huid dan uit,
stop mij eronder in.
Sus me met je hartslag:
wij ons wij ons wij ons.
Maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons.
(B. Moeyaert)
Siberië
Geef me je jas
van bont van teddyberen.
Leg je arm om me heen
en al je winterkleren.
Zoen me
tot ik warm word.
Zoen me
tot ik spin.
Trek je eigen huid dan uit,
stop mij eronder in.
Sus me met je hartslag:
wij ons wij ons wij ons.
Maak van dit veel te grote bed
een heel klein fort van dons.
(B. Moeyaert)
woensdag 26 november 2003
Gezocht !
Ik hou van mooie boekjes om in te schrijven en te kriebelen. En één van de mooiste boekjes voor dit doel is de Moleskine. Jammer genoeg weet ik niet waar ze deze in België verkopen. Online heb ik ze wel al kunnen vinden, maar de verzendkosten maken het wel een erg duur grapje.
Dus bij deze een oproep:
Weet je waar ze in België deze prachtige en vooral handige schrijf- en krabbelboekjes verkopen?
Ik hou van mooie boekjes om in te schrijven en te kriebelen. En één van de mooiste boekjes voor dit doel is de Moleskine. Jammer genoeg weet ik niet waar ze deze in België verkopen. Online heb ik ze wel al kunnen vinden, maar de verzendkosten maken het wel een erg duur grapje.
Dus bij deze een oproep:
Weet je waar ze in België deze prachtige en vooral handige schrijf- en krabbelboekjes verkopen?
Beroemd
"Goeiemorgen, u spreekt met Kim van (noemt naam weekblad). Ik werd naar u doorverwezen voor een kort interview."
"Bent u Kim?"
"Ja, dat ben ik."
"De Kim van (noemt naam weekblad)?"
"Inderdaad."
"Goh, wat ben ik blij dat ik u eens in het echt hoor. Ik lees (noemt naam weekblad) elke week van voor naar achter en kom u naam daar regelmatig in tegen. Ik lees alles wat je schrijft."
"...."
"En nu wilt u van mij een interview afnemen?"
"Ja, als u dat wilt tenminste."
"En u zal dat schrijven?"
"Ja, dat is de bedoeling."
"Dus de Kim van (noemt naam weekblad) wil van mij een interview afnemen. Natuurlijk, waarom niet?"
Heb ik nu een fan?
"Goeiemorgen, u spreekt met Kim van (noemt naam weekblad). Ik werd naar u doorverwezen voor een kort interview."
"Bent u Kim?"
"Ja, dat ben ik."
"De Kim van (noemt naam weekblad)?"
"Inderdaad."
"Goh, wat ben ik blij dat ik u eens in het echt hoor. Ik lees (noemt naam weekblad) elke week van voor naar achter en kom u naam daar regelmatig in tegen. Ik lees alles wat je schrijft."
"...."
"En nu wilt u van mij een interview afnemen?"
"Ja, als u dat wilt tenminste."
"En u zal dat schrijven?"
"Ja, dat is de bedoeling."
"Dus de Kim van (noemt naam weekblad) wil van mij een interview afnemen. Natuurlijk, waarom niet?"
Heb ik nu een fan?
dinsdag 25 november 2003
Groot
De pilaren rezen oneindig hoog op. Het gladde marmer blonk in de enkele zonnestralen die de Sint Pieters Baseliek binnenvielen. Ik liep met een open mond rond. Verbaasd over het bouwwerk, geïmponeerd door de grootsheid. Maar ook walgend over de decadentie die het geheel uitstraalde. Geschrokken over hoe nietig en klein ik me voelde in deze inmense ruimte. Als een kleine mier die per ongeluk in een balzaal terecht gekomen was.
De gigantische beelden die op zijn minst in schoenmaatje 63 pasten. Het baldakijn boven het altaar waar ons volledige huis onder paste. Alles was zo groot.
Het jongetje was duidelijk ook onder de indruk. Hij nam kleine voorzichtige stapjes en keek met grote ogen rond. Bang en duidelijk de les gespeld dat hij stil moest zijn. Maar opeens trok er iets zijn aandacht. Hij trok aan zijn vaders mouw en rende naar een hoek van de baseliek.
"Daddy, is Hagrid also this big?", gilde hij enthousiast terwijl hij naar één van de beelden wees.
De pilaren rezen oneindig hoog op. Het gladde marmer blonk in de enkele zonnestralen die de Sint Pieters Baseliek binnenvielen. Ik liep met een open mond rond. Verbaasd over het bouwwerk, geïmponeerd door de grootsheid. Maar ook walgend over de decadentie die het geheel uitstraalde. Geschrokken over hoe nietig en klein ik me voelde in deze inmense ruimte. Als een kleine mier die per ongeluk in een balzaal terecht gekomen was.
De gigantische beelden die op zijn minst in schoenmaatje 63 pasten. Het baldakijn boven het altaar waar ons volledige huis onder paste. Alles was zo groot.
Het jongetje was duidelijk ook onder de indruk. Hij nam kleine voorzichtige stapjes en keek met grote ogen rond. Bang en duidelijk de les gespeld dat hij stil moest zijn. Maar opeens trok er iets zijn aandacht. Hij trok aan zijn vaders mouw en rende naar een hoek van de baseliek.
"Daddy, is Hagrid also this big?", gilde hij enthousiast terwijl hij naar één van de beelden wees.
Ssstttt
Rode verbodsbordjes blikkerden ons toe terwijl we de trap afliepen. Verboden te roken. Verboden te eten. Verboden te filmen. Verboden te fotograferen. Een hele rij met rode rondjes blonken om elke hoek terwijl we de pijltjes "Capella Sistina"volgden. "We ask you kindly to remean silent", herinnerde een cassettebandje ons om de tien treden. Telkens verstomde het geroezemoes eventjes, maar enkele seconden later steeg het aantal decibels op de trap naar de Sixtijnse kapel weer gevoelig. Een laatste lange rij bordjes boven de ingang van de kapel herinnerde nog eens aan alles wat verboden was.
"Ik ben benieuwd", fluisterde ik.
Onmiddellijk sprong een klein mannetje voor mijn neus. Uitgerust in een bewakersuniform en met zijn vinger op zijn lippen. "Ssssttttt". Hij tuitte zijn lippen extra en trok zijn wenkbrauwen op.
Ik knikte lachend en mengde me tussen het massa volk. Overal klonk gefluister:
"Waar zijn die cherubijntjes nu?"
"Stelt dat het Laatste Oordeel voor?"
"Daar recht boven je. Die heel bekende tekening van de twee vingers!"
Het geruis golfde door de ruimte. Opeens hoorden we luid geklap. Ik keek op en daar stond dat mannetje opnieuw. Op een verhoogje zijn lippen uitdrukkelijk naar voor getuit, wenkbrauwen opgetrokken, zijn vinger op zijn lippen.
"SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSTTTTTTTTTTTTT"
Nooit geweten dat er professionele sstt-mannetje bestonden.
Rode verbodsbordjes blikkerden ons toe terwijl we de trap afliepen. Verboden te roken. Verboden te eten. Verboden te filmen. Verboden te fotograferen. Een hele rij met rode rondjes blonken om elke hoek terwijl we de pijltjes "Capella Sistina"volgden. "We ask you kindly to remean silent", herinnerde een cassettebandje ons om de tien treden. Telkens verstomde het geroezemoes eventjes, maar enkele seconden later steeg het aantal decibels op de trap naar de Sixtijnse kapel weer gevoelig. Een laatste lange rij bordjes boven de ingang van de kapel herinnerde nog eens aan alles wat verboden was.
"Ik ben benieuwd", fluisterde ik.
Onmiddellijk sprong een klein mannetje voor mijn neus. Uitgerust in een bewakersuniform en met zijn vinger op zijn lippen. "Ssssttttt". Hij tuitte zijn lippen extra en trok zijn wenkbrauwen op.
Ik knikte lachend en mengde me tussen het massa volk. Overal klonk gefluister:
"Waar zijn die cherubijntjes nu?"
"Stelt dat het Laatste Oordeel voor?"
"Daar recht boven je. Die heel bekende tekening van de twee vingers!"
Het geruis golfde door de ruimte. Opeens hoorden we luid geklap. Ik keek op en daar stond dat mannetje opnieuw. Op een verhoogje zijn lippen uitdrukkelijk naar voor getuit, wenkbrauwen opgetrokken, zijn vinger op zijn lippen.
"SSSSSSSSSSSSSSSSSSSSTTTTTTTTTTTTT"
Nooit geweten dat er professionele sstt-mannetje bestonden.
maandag 24 november 2003
vrijdag 21 november 2003
Congres
De spreker vooraan op het podium worstelt zich door zijn tekst. Geen enkele keer kijkt hij op van zijn papier. Hij racet over de zinnen heen, af en toe struikelend over de geprinte woorden. De klok tikt tergend langzaam verder. Tien minuten, twintig minuten, een halfuur, bijna een uur. Hij neuzelt verder over een onderwerp waar ik niets meer van begrijp. Mijn boek blinkt verleidelijk in mijn schoudertas. Ik knipper even met mijn ogen, trek mijn schouders naar achter en probeer mijn aandacht opnieuw op het kleine ventje ver vooraan op het podium te richten.
"En daarom dames en heren is het van groot belang dat we .... ." Voor het einde van de zin zitten mijn gedachten weer mijlenver weg.
Hoe deed ik dat vroeger op school ook al weer om een hele dag lang te luisteren?
De spreker vooraan op het podium worstelt zich door zijn tekst. Geen enkele keer kijkt hij op van zijn papier. Hij racet over de zinnen heen, af en toe struikelend over de geprinte woorden. De klok tikt tergend langzaam verder. Tien minuten, twintig minuten, een halfuur, bijna een uur. Hij neuzelt verder over een onderwerp waar ik niets meer van begrijp. Mijn boek blinkt verleidelijk in mijn schoudertas. Ik knipper even met mijn ogen, trek mijn schouders naar achter en probeer mijn aandacht opnieuw op het kleine ventje ver vooraan op het podium te richten.
"En daarom dames en heren is het van groot belang dat we .... ." Voor het einde van de zin zitten mijn gedachten weer mijlenver weg.
Hoe deed ik dat vroeger op school ook al weer om een hele dag lang te luisteren?
donderdag 20 november 2003
One
Het huis is donker, voelt koud en leeg aan. In de keuken zoemt de koelkast. Een kat knabbelt op haar brokjes. Bovenaan de trap brandt een klein lichtje en drijven de klanken van U2's "One" de treden af. Eindeloos op repeat. De slaapkamer baadt in een oranje gloed. Op het bed zit een meisje met haar hoofd tussen haar armen. Haar schouders schokken een beetje. Ze denkt aan vroeger, aan iemand die er niet meer is en die ze verschrikkelijk mist. Als ze opkijkt zie je een traan uit haar ooghoek parelen. Ze staart in het niets, laat haar tranen zilveren baantjes op haar wangen trekken. Terwijl Bono uithaalt naar de hoogste noten kruipt ze onder haar dekbed.
Soms kan je verdriet niet tegenhouden. Soms wil je verdriet niet tegenhouden.
Het huis is donker, voelt koud en leeg aan. In de keuken zoemt de koelkast. Een kat knabbelt op haar brokjes. Bovenaan de trap brandt een klein lichtje en drijven de klanken van U2's "One" de treden af. Eindeloos op repeat. De slaapkamer baadt in een oranje gloed. Op het bed zit een meisje met haar hoofd tussen haar armen. Haar schouders schokken een beetje. Ze denkt aan vroeger, aan iemand die er niet meer is en die ze verschrikkelijk mist. Als ze opkijkt zie je een traan uit haar ooghoek parelen. Ze staart in het niets, laat haar tranen zilveren baantjes op haar wangen trekken. Terwijl Bono uithaalt naar de hoogste noten kruipt ze onder haar dekbed.
Soms kan je verdriet niet tegenhouden. Soms wil je verdriet niet tegenhouden.
woensdag 19 november 2003
Auw!
Begin ik aan zijn voetjes, wat vrij pijnlijk kan zijn? Of knabbel ik rustig aan zijn hoofd? Kap ik zijn hoofd er gewoon in één haal af of kraak ik stukje voor stukje af?
Ik kijk weifelend naar hem. Hoe hij breed glimlachend op het tafelblad staat. Ik trek een papieren zak over zijn hoofd, laat mijn vuist met een harde klap neerkomen en voel hoe hij in tientallen stukjes breekt. Genietend snoep ik van de restjes van de chocolade Zwarte Piet
Begin ik aan zijn voetjes, wat vrij pijnlijk kan zijn? Of knabbel ik rustig aan zijn hoofd? Kap ik zijn hoofd er gewoon in één haal af of kraak ik stukje voor stukje af?
Ik kijk weifelend naar hem. Hoe hij breed glimlachend op het tafelblad staat. Ik trek een papieren zak over zijn hoofd, laat mijn vuist met een harde klap neerkomen en voel hoe hij in tientallen stukjes breekt. Genietend snoep ik van de restjes van de chocolade Zwarte Piet
dinsdag 18 november 2003
Mooi
"Mevrouw"
De haartjes op mijn armen gaan recht staan als ik hoor hoe ze elke letter overduidelijk articuleert. Hoewel ze heel goed weet dat ik Kim heet spreekt ze me aan met "Mevrouw". Dit belooft niets goed.
Terwijl ik ze hoor razen aan de andere kant van de telefoon vraag ik me af hoe je zo kan leven. Hoe kan je je dagen vullen met boos zijn op alles en iedereen voor het kleinste beetje. Iedereen bij de geringste gelegenheid in de haren vliegen. Hoe kan je zo kwaad door het leven benen?
Neen, geef mij dan maar mooie mensen. Mensen die goed zijn in het mens-zijn. Lieve mensen. Mensen waar je bij openbloeit. Die je de kans geven om jezelf te zijn. Mensen die je even op je schouder tikken en wijzen op een mooie zonsondergang. Mensen die leven brengen in de brouwerij. Mensen die voor even of langer een bondgenoot kunnen zijn. Mensen die je zomaar tegenkomt op je weg waar je een gelijk ritme bij vindt om verder te stappen. Soms slaan ze na een tijdje een andere weg in, soms is het voor langer. Mensen met een open, gulle lach. Met een gezonde dosis zelfspot.
"Ik eis om van elke stap op de hoogte gehouden te worden", bijt ze voor ze de telefoon op de haak knalt.
Ik sluit even mijn ogen en omring me in gedachten met al mijn mooie vrienden en kennissen. Het doet wonderen.
"Mevrouw"
De haartjes op mijn armen gaan recht staan als ik hoor hoe ze elke letter overduidelijk articuleert. Hoewel ze heel goed weet dat ik Kim heet spreekt ze me aan met "Mevrouw". Dit belooft niets goed.
Terwijl ik ze hoor razen aan de andere kant van de telefoon vraag ik me af hoe je zo kan leven. Hoe kan je je dagen vullen met boos zijn op alles en iedereen voor het kleinste beetje. Iedereen bij de geringste gelegenheid in de haren vliegen. Hoe kan je zo kwaad door het leven benen?
Neen, geef mij dan maar mooie mensen. Mensen die goed zijn in het mens-zijn. Lieve mensen. Mensen waar je bij openbloeit. Die je de kans geven om jezelf te zijn. Mensen die je even op je schouder tikken en wijzen op een mooie zonsondergang. Mensen die leven brengen in de brouwerij. Mensen die voor even of langer een bondgenoot kunnen zijn. Mensen die je zomaar tegenkomt op je weg waar je een gelijk ritme bij vindt om verder te stappen. Soms slaan ze na een tijdje een andere weg in, soms is het voor langer. Mensen met een open, gulle lach. Met een gezonde dosis zelfspot.
"Ik eis om van elke stap op de hoogte gehouden te worden", bijt ze voor ze de telefoon op de haak knalt.
Ik sluit even mijn ogen en omring me in gedachten met al mijn mooie vrienden en kennissen. Het doet wonderen.
maandag 17 november 2003
Af!
Af! Het is een fijn gevoel. Alles wat je in mijn hoofd zat is gelukt. De foto die ik in gedachten had zie ik daadwerkelijk voor me. Ik geniet van het resultaat. Ik drink voorzichtig een kop warme soep terwijl ik alles nog eens overloop. De grote lijnen, de kleine details. Nog een beetje schaafwerk. Ik geniet altijd van het werken, maar voor het eerst geniet ik nog meer van het af-zijn.
Af! Het is een fijn gevoel. Alles wat je in mijn hoofd zat is gelukt. De foto die ik in gedachten had zie ik daadwerkelijk voor me. Ik geniet van het resultaat. Ik drink voorzichtig een kop warme soep terwijl ik alles nog eens overloop. De grote lijnen, de kleine details. Nog een beetje schaafwerk. Ik geniet altijd van het werken, maar voor het eerst geniet ik nog meer van het af-zijn.
donderdag 13 november 2003
Lief, ... toch wel!
Het maalt door mijn hoofd als ik naar huis fiets. Koken, was, strijk en nog klus- & schilderwerk. Ik puf kleine wolkjes in de koude buitenlucht en knijp even mijn ogen dicht. Als ik kon liep ik regelrecht naar boven en verschool me onder mijn dekbed. Tot morgenochtend. Ik voel me leeggezogen, uitgeknepen en moe.
Als ik binnen strompel zie ik hem juist nog met de strijkplank in het berghokje verdwijnen.
"Wat doe je?", vraag ik moe.
Hij grijnst alleen. Op de tafel blinken drie wasmanden. Leeg! Hij windt het snoer rond mijn strijkijzer en wandelt opnieuw naar het berghokje.
"Ik dacht al dat je wat hulp nodig zou hebben deze avond."
Ik sta stom te grijnzen.
"Log daar maar eens over!"
Bij deze.
Het maalt door mijn hoofd als ik naar huis fiets. Koken, was, strijk en nog klus- & schilderwerk. Ik puf kleine wolkjes in de koude buitenlucht en knijp even mijn ogen dicht. Als ik kon liep ik regelrecht naar boven en verschool me onder mijn dekbed. Tot morgenochtend. Ik voel me leeggezogen, uitgeknepen en moe.
Als ik binnen strompel zie ik hem juist nog met de strijkplank in het berghokje verdwijnen.
"Wat doe je?", vraag ik moe.
Hij grijnst alleen. Op de tafel blinken drie wasmanden. Leeg! Hij windt het snoer rond mijn strijkijzer en wandelt opnieuw naar het berghokje.
"Ik dacht al dat je wat hulp nodig zou hebben deze avond."
Ik sta stom te grijnzen.
"Log daar maar eens over!"
Bij deze.
Weg met de koffie
Schrap de koffie uit "Caffe Latte" en wat houd je dan over? Melk en dat is het ook geworden. Melk of Lait of Latte. Geen roze. Absoluut geen enkel spoortje of schijntje roze te bekennen. Wij blij! Hobbes en Wiebe wachten nog eventjes af.
Schrap de koffie uit "Caffe Latte" en wat houd je dan over? Melk en dat is het ook geworden. Melk of Lait of Latte. Geen roze. Absoluut geen enkel spoortje of schijntje roze te bekennen. Wij blij! Hobbes en Wiebe wachten nog eventjes af.
woensdag 12 november 2003
Piep
De ritselende PMD-zak verklaarde waarom Hobbes gisteren de hele avond onder de diepvries lag te loeren. Het kleine zwarte bolletje dat van een melkkarton naar een limonadefles trippelde was onmiskenbaar een muis.
"Er zit hier een muis", riep ik.
Het bleef echter doodstil.
" Ik sta hier met mijn handen vol verfborstels en pas geschilderde plankjes. Wil je eens komen!", riep ik iets luider.
Voorzichtig kwam een hoofd om de deur piepen.
"Een muis. Echt?". Hij bleef staan waar hij stond.
"Ja een muis. Ik zie zijn staartje wiebelen. Kom je even?"
"Jaha", maar hij bleef waar hij was.
"Neem dan tenminste die borstels en plankjes uit mijn handen. Dan kan ik die muis pakken."
Voorzichtig kwam hij dichter en nam alles uit mijn handen.
Ik greep de PMD-zak, liep naar de achterdeur en begon in de deuropening de zak open te scheuren.
"Wohoo, niet met de deur open. Straks loopt dat beestje zo weer naar binnen."
Hij gaf me een duw in mijn rug en de deur werd achter me dicht geslagen. Even flitste ze nog eens open en dicht. Net lang genoeg om een nieuwe PMD-zak aan te geven.
Ik scheurde de zak verder open en speurde naar de muis. Voorzichtig stak ik fles per fles in de nieuwe zak. Goed oplettend dat de muis niet opnieuw mee migreerde naar de nieuwe zak. Ik spotte de indringer naast een leeg blikje erwtjes. Op het moment dat ik mijn hand uitstak vluchtte die in het blikje. Ik pikte het op en keek voorzichtig over de rand. Een klein bruin bolletje, niet groter dan mijn duim zat ineengedoken op de bodem.
"Hebbes!"
Voorzichtig ging de deur open.
"Heb je hem?"
Ik duwde het blikje onder zijn neus.
"Kijk hoe lief."
Onmiddellijk kreeg ik de deur terug in mijn gezicht. Ik hoorde hoe hij het slot omdraaide.
"Doe open!"
"Pas als die muis weg is."
"Daar ga je!", zei ik terwijl ik het blikje omkeerde.
Het muisje trippelde snel onder de haag op weg naar de buren.
"Ze is weg. Doe open", bonkte ik op de deur.
"Is ie weg?"
"Ze is weg!"
"Hier ga je niet over loggen!"
"Dat kan ik niet beloven."
De ritselende PMD-zak verklaarde waarom Hobbes gisteren de hele avond onder de diepvries lag te loeren. Het kleine zwarte bolletje dat van een melkkarton naar een limonadefles trippelde was onmiskenbaar een muis.
"Er zit hier een muis", riep ik.
Het bleef echter doodstil.
" Ik sta hier met mijn handen vol verfborstels en pas geschilderde plankjes. Wil je eens komen!", riep ik iets luider.
Voorzichtig kwam een hoofd om de deur piepen.
"Een muis. Echt?". Hij bleef staan waar hij stond.
"Ja een muis. Ik zie zijn staartje wiebelen. Kom je even?"
"Jaha", maar hij bleef waar hij was.
"Neem dan tenminste die borstels en plankjes uit mijn handen. Dan kan ik die muis pakken."
Voorzichtig kwam hij dichter en nam alles uit mijn handen.
Ik greep de PMD-zak, liep naar de achterdeur en begon in de deuropening de zak open te scheuren.
"Wohoo, niet met de deur open. Straks loopt dat beestje zo weer naar binnen."
Hij gaf me een duw in mijn rug en de deur werd achter me dicht geslagen. Even flitste ze nog eens open en dicht. Net lang genoeg om een nieuwe PMD-zak aan te geven.
Ik scheurde de zak verder open en speurde naar de muis. Voorzichtig stak ik fles per fles in de nieuwe zak. Goed oplettend dat de muis niet opnieuw mee migreerde naar de nieuwe zak. Ik spotte de indringer naast een leeg blikje erwtjes. Op het moment dat ik mijn hand uitstak vluchtte die in het blikje. Ik pikte het op en keek voorzichtig over de rand. Een klein bruin bolletje, niet groter dan mijn duim zat ineengedoken op de bodem.
"Hebbes!"
Voorzichtig ging de deur open.
"Heb je hem?"
Ik duwde het blikje onder zijn neus.
"Kijk hoe lief."
Onmiddellijk kreeg ik de deur terug in mijn gezicht. Ik hoorde hoe hij het slot omdraaide.
"Doe open!"
"Pas als die muis weg is."
"Daar ga je!", zei ik terwijl ik het blikje omkeerde.
Het muisje trippelde snel onder de haag op weg naar de buren.
"Ze is weg. Doe open", bonkte ik op de deur.
"Is ie weg?"
"Ze is weg!"
"Hier ga je niet over loggen!"
"Dat kan ik niet beloven."
Kleur
"En?"
"Er hangt net een roze schijn over."
"Mmmmm, vind je. Dat trekt wel weg bij het uitdrogen."
"Het trekt niet weg. Integendeel, het wordt steeds rozer en rozer."
"Nu je het zegt."
"Knalroze"
"Varkentjesroze"
"Oudroze"
"...."
"Ik wil geen roze keuken. Zeker geen varkentjesroze keuken."
"Het is toch maar een roze schijn. Zo erg is het toch niet?"
"Het is knalroze."
"Maar de verf heet Caffe Latte. Dat kan toch geen roze zijn."
"Het is babyroze."
Bij de verfhandelaar
"Deze kleur kan het zijn dat dat euhm soms een beetje ...."
"... roze uitslaat? Ja mevrouwtje, want dat is namelijk roze."
"...."
"Maar de verf heet Caffe Latte. Dat kan toch geen roze zijn."
"En toch is het zo."
"G *** !"
"Een andere kleur dan maar?"
"En?"
"Er hangt net een roze schijn over."
"Mmmmm, vind je. Dat trekt wel weg bij het uitdrogen."
"Het trekt niet weg. Integendeel, het wordt steeds rozer en rozer."
"Nu je het zegt."
"Knalroze"
"Varkentjesroze"
"Oudroze"
"...."
"Ik wil geen roze keuken. Zeker geen varkentjesroze keuken."
"Het is toch maar een roze schijn. Zo erg is het toch niet?"
"Het is knalroze."
"Maar de verf heet Caffe Latte. Dat kan toch geen roze zijn."
"Het is babyroze."
Bij de verfhandelaar
"Deze kleur kan het zijn dat dat euhm soms een beetje ...."
"... roze uitslaat? Ja mevrouwtje, want dat is namelijk roze."
"...."
"Maar de verf heet Caffe Latte. Dat kan toch geen roze zijn."
"En toch is het zo."
"G *** !"
"Een andere kleur dan maar?"
maandag 10 november 2003
vrijdag 7 november 2003
Plons!
Ik kreeg een vreemd kriebelig gevoel toen ik de parking van het zwembad opfietste. Een vaag gevoel van zenuwen. Terwijl ik de trap beklom leek het alsof ik terug dook in de tijd. Naar het verre verleden toen ik nog aan competitiezwemmen deed. Na al die jaren reageer ik nog steeds als de hond van Pavlov op de chloorgeur van het water. Een weeë gevoel in mijn maag, bang voor de brullende trainer die hoe langer hoe roder aanloopt, een kloppende ader op zijn voorhoofd incluis.
Ik herinner me nog steeds hoe zijn stem over het water bulderde en ik mijn slagen zo lang mogelijk rekte om zo weinig mogelijk van zijn geproduceerde decibels op te vangen.
Ik genoot steeds minder en minder van het zwemmen, wat ook duidelijk te merken was in de competitie. Steevast onderaan bungelend gaf ik er de brui aan. Het zwembad waagde ik me enkel nog tijdens de vakantie in, om rond te spetteren en te klooien.
Deze avond zou een test worden. Kan ik nog steeds genieten van baantjes trekken? Ik prentte me opnieuw de zwembadverhalen van Mark, Twweet en Aukje in. Het genietende gevoel dat ik krijg als schrijven over het zwembad. Ferm klap ik mijn kastje dicht en wandel naar het zwembad. In de verste banen oefenen enkele waterballerina's, in het peuterbad ploeteren mama's en baby's rond tijdens de les waterwenning. Ik trek mijn duikbrilletje iets strakker aan en duik in het diepe. "Twintig baantjes", hou ik mezelf voor en begin aan een rustige schoolslag.
Het gaat niet goed. Ik vind geen ritme voor mijn ademhaling en mijn schouderspieren protesteren na twee baantjes. Ik ploeter moeizaam door. De klok tikt tergend traag. Ik ga in het diepe aan de kant hangen en bekijk de andere baantjestrekkers. Een oude man zwemt rustig voorbij en glimlacht.
Opnieuw zet ik me af en probeer mijn hoofd leeg te maken, ik tuur naar de belletjes die ik mijn handen vormen in het water. En heel opeens vind ik mijn oude kadans terug. Ik glijd soepel door het water en hoef er geen enkele moeite voor te doen. Baantje na baantje klief ik door het water. Twintig, dertig, ... . Dit is leuk, bedenk ik terwijl ik opnieuw draai. Plots bots ik met een tegenliggerzwemmer. Terwijl ik mijn voeten op de bodem plant voel ik hoe moe ik ben en klauter uit het bad. Breed grijnzend sta ik onder de douche.
Voor ik terug naar mijn fiets wandel koop ik een tienbeurtenkaart.
Ik kreeg een vreemd kriebelig gevoel toen ik de parking van het zwembad opfietste. Een vaag gevoel van zenuwen. Terwijl ik de trap beklom leek het alsof ik terug dook in de tijd. Naar het verre verleden toen ik nog aan competitiezwemmen deed. Na al die jaren reageer ik nog steeds als de hond van Pavlov op de chloorgeur van het water. Een weeë gevoel in mijn maag, bang voor de brullende trainer die hoe langer hoe roder aanloopt, een kloppende ader op zijn voorhoofd incluis.
Ik herinner me nog steeds hoe zijn stem over het water bulderde en ik mijn slagen zo lang mogelijk rekte om zo weinig mogelijk van zijn geproduceerde decibels op te vangen.
Ik genoot steeds minder en minder van het zwemmen, wat ook duidelijk te merken was in de competitie. Steevast onderaan bungelend gaf ik er de brui aan. Het zwembad waagde ik me enkel nog tijdens de vakantie in, om rond te spetteren en te klooien.
Deze avond zou een test worden. Kan ik nog steeds genieten van baantjes trekken? Ik prentte me opnieuw de zwembadverhalen van Mark, Twweet en Aukje in. Het genietende gevoel dat ik krijg als schrijven over het zwembad. Ferm klap ik mijn kastje dicht en wandel naar het zwembad. In de verste banen oefenen enkele waterballerina's, in het peuterbad ploeteren mama's en baby's rond tijdens de les waterwenning. Ik trek mijn duikbrilletje iets strakker aan en duik in het diepe. "Twintig baantjes", hou ik mezelf voor en begin aan een rustige schoolslag.
Het gaat niet goed. Ik vind geen ritme voor mijn ademhaling en mijn schouderspieren protesteren na twee baantjes. Ik ploeter moeizaam door. De klok tikt tergend traag. Ik ga in het diepe aan de kant hangen en bekijk de andere baantjestrekkers. Een oude man zwemt rustig voorbij en glimlacht.
Opnieuw zet ik me af en probeer mijn hoofd leeg te maken, ik tuur naar de belletjes die ik mijn handen vormen in het water. En heel opeens vind ik mijn oude kadans terug. Ik glijd soepel door het water en hoef er geen enkele moeite voor te doen. Baantje na baantje klief ik door het water. Twintig, dertig, ... . Dit is leuk, bedenk ik terwijl ik opnieuw draai. Plots bots ik met een tegenliggerzwemmer. Terwijl ik mijn voeten op de bodem plant voel ik hoe moe ik ben en klauter uit het bad. Breed grijnzend sta ik onder de douche.
Voor ik terug naar mijn fiets wandel koop ik een tienbeurtenkaart.
donderdag 6 november 2003
Size does matter ...
Met hun klein formaat maar forse breedte kun je me niet bekoren. Hun vaal papier en kleine, op elkaar gedrukte priegellettertjes doen me geen plezier. Het flinterdunne papier blijft tijdens ware zomerdagen aan mijn vingers kleven en is gedoemd om binnen het uur scheuren op te lopen. Hun voorkomen is helemaal een ramp. Geen persoonlijkheid meer, geen eigen gezicht of kleur. Allemaal in een zelfde jasje geperst, bijna onherkenbaar tussen de rest.
Neen, ik heb het niet voor pocketboeken.
Met hun klein formaat maar forse breedte kun je me niet bekoren. Hun vaal papier en kleine, op elkaar gedrukte priegellettertjes doen me geen plezier. Het flinterdunne papier blijft tijdens ware zomerdagen aan mijn vingers kleven en is gedoemd om binnen het uur scheuren op te lopen. Hun voorkomen is helemaal een ramp. Geen persoonlijkheid meer, geen eigen gezicht of kleur. Allemaal in een zelfde jasje geperst, bijna onherkenbaar tussen de rest.
Neen, ik heb het niet voor pocketboeken.
Mevrouw?
Na mijn interview wandelde ik langs het water terug naar mijn bureau. Het was rustig op straat. Ik liet mijn voeten slepen door de hoopjes herfstbladeren. Voor me liep een vrouw met een ongeloofelijk lange vlecht. Die hupste op en neer op het ritme van haar stappen en reikte zeker tot haar middel. Ik bestudeerde het vlechtwerk gefascineerd. het leek geen gewone vlecht, maar een visgraatachtig iets.
Ze grabbelde in haar jaszak en trok er een zakdoek uit, maar met die zakdoek gleed een kleine agenda mee uit haar zak. Met een zacht plofje viel het op de grond. De vrouw had niets gemerkt.
Ik bukte me om het boekje op te rapen en riep ondertussen. "Mevrouw, mevrouw wacht eens eventjes."
Ze stapte stug door.
"Mevrouw?" riep ik nu iets luider. "Mevrouw. Uw agenda is gevallen."
Ze draaide zich om en ik keek recht in een gezicht vol onmiskenbaar mannelijke trekken. Ruwe wenkbrauwen, een stoppelbaard en een hoekige kin.
"Vroeg je iets", bromde hij.
"Uw agenda viel uit u zak, meneer".
Ik zorgde ervoor dat ik de nadruk legde op het laatste woord.
Na mijn interview wandelde ik langs het water terug naar mijn bureau. Het was rustig op straat. Ik liet mijn voeten slepen door de hoopjes herfstbladeren. Voor me liep een vrouw met een ongeloofelijk lange vlecht. Die hupste op en neer op het ritme van haar stappen en reikte zeker tot haar middel. Ik bestudeerde het vlechtwerk gefascineerd. het leek geen gewone vlecht, maar een visgraatachtig iets.
Ze grabbelde in haar jaszak en trok er een zakdoek uit, maar met die zakdoek gleed een kleine agenda mee uit haar zak. Met een zacht plofje viel het op de grond. De vrouw had niets gemerkt.
Ik bukte me om het boekje op te rapen en riep ondertussen. "Mevrouw, mevrouw wacht eens eventjes."
Ze stapte stug door.
"Mevrouw?" riep ik nu iets luider. "Mevrouw. Uw agenda is gevallen."
Ze draaide zich om en ik keek recht in een gezicht vol onmiskenbaar mannelijke trekken. Ruwe wenkbrauwen, een stoppelbaard en een hoekige kin.
"Vroeg je iets", bromde hij.
"Uw agenda viel uit u zak, meneer".
Ik zorgde ervoor dat ik de nadruk legde op het laatste woord.
woensdag 5 november 2003
Sip
Op het moment dat het zoemgeluid wegsterft gris ik mijn afdruk uit de printer. Mijn ogen snellen over de letters. Hoe verder ik kom hoe dieper ik mijn schouders zakken. Met een potlood kruis ik aan, streep ik door. Niet leuk genoeg, betuttelend, stom uitgedrukt.
Mijn eigen verdict is bikkelhard.
"Als je iedere keer zo hard struikelt over elke komma, punt of uitroepteken zal je nooit verder raken", maan ik mezelf boos aan, maar ondertussen streep en kruis ik verbeten verder.
Ik kan niet lief zijn voor mijn eigen schrijfsels vandaag.
Op het moment dat het zoemgeluid wegsterft gris ik mijn afdruk uit de printer. Mijn ogen snellen over de letters. Hoe verder ik kom hoe dieper ik mijn schouders zakken. Met een potlood kruis ik aan, streep ik door. Niet leuk genoeg, betuttelend, stom uitgedrukt.
Mijn eigen verdict is bikkelhard.
"Als je iedere keer zo hard struikelt over elke komma, punt of uitroepteken zal je nooit verder raken", maan ik mezelf boos aan, maar ondertussen streep en kruis ik verbeten verder.
Ik kan niet lief zijn voor mijn eigen schrijfsels vandaag.
dinsdag 4 november 2003
Klokvast
Ik zie mijn wekkerradio van 5:29 naar 5:30 springen en onmiddellijk daarna ontwaar ik een wit-zwart kopje achter de rieten mand die dienst doet als nachtkastje.
"Neen", denk ik. "Deze morgen niet. Hou je voor één keer rustig" Maar Wiebe scherpt haar klauwtjes en klokslag om 5:31 gaat ze de mand te lijf. Eerst nog voorzichtig, klaar om weg te duiken voor een vliegende pantoffel, dan vol overgave met twee pootjes.
Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wacht af.
"Krt krt krt krt krt krrrrrrt"
Manlief keert zich om.
"Krt krt krt krrrrrrrrrrrrrrrt"
Manlief loenst even naar mij, ik knijp mijn ogen nog stijver dicht. Beiden liggen we te wachten.
"KRRT KRRT KRRRT KRRRRRT KRRRRRRRRRRT"
Zuchtend gooit hij het dekbed van zich af en strompelt de trap af. Wiebe volgt opgewekt trippelend. Ik zie net haar zwarte staart door de deuropening verdwijnen. Beneden hoor ik een deur open en toe zwaaien en manlief zichzelf weer de trap opslepen.
"Elke morgen", hoor ik hem grommen terwijl hij weer onder het dekbed duikt.
Hoeveel keer moeten we dit ritueel herhalen tot een kat snapt dat ze echt geen eten zal krijgen, dat ze bij zo'n streken enkel een tijdelijke eenzame opsluiting mag verwachten?
Ik zie mijn wekkerradio van 5:29 naar 5:30 springen en onmiddellijk daarna ontwaar ik een wit-zwart kopje achter de rieten mand die dienst doet als nachtkastje.
"Neen", denk ik. "Deze morgen niet. Hou je voor één keer rustig" Maar Wiebe scherpt haar klauwtjes en klokslag om 5:31 gaat ze de mand te lijf. Eerst nog voorzichtig, klaar om weg te duiken voor een vliegende pantoffel, dan vol overgave met twee pootjes.
Ik knijp mijn ogen stijf dicht en wacht af.
"Krt krt krt krt krt krrrrrrt"
Manlief keert zich om.
"Krt krt krt krrrrrrrrrrrrrrrt"
Manlief loenst even naar mij, ik knijp mijn ogen nog stijver dicht. Beiden liggen we te wachten.
"KRRT KRRT KRRRT KRRRRRT KRRRRRRRRRRT"
Zuchtend gooit hij het dekbed van zich af en strompelt de trap af. Wiebe volgt opgewekt trippelend. Ik zie net haar zwarte staart door de deuropening verdwijnen. Beneden hoor ik een deur open en toe zwaaien en manlief zichzelf weer de trap opslepen.
"Elke morgen", hoor ik hem grommen terwijl hij weer onder het dekbed duikt.
Hoeveel keer moeten we dit ritueel herhalen tot een kat snapt dat ze echt geen eten zal krijgen, dat ze bij zo'n streken enkel een tijdelijke eenzame opsluiting mag verwachten?
maandag 3 november 2003
Egeltje
Ze glipte door de gangen. Griste snel wat ze nodig had uit het rek en haaste zich verder. Vriendinnetje Egel.
"Hoi Egel", zwaaide ik. Blij dat ik haar nog eens zag. Ooit trokken Egel en ik van 's morgens tot 's avonds met elkaar op. Iets dat veranderde op het moment dat we allebei ons diploma in handen kregen. We gleden ongezien van elkaar weg.
Bijna verschrikt keek ze op en leek zich eventjes te ontspannen, maar haar verdriet stond nog steeds in hoofdletters op haar gezicht te lezen. Vanuit haar zelfgemaakte bolster maakte ze een kijkgaatje om eventjes te praten.
"Het ging wel", zei ze droef lachend en draaide zich snel om.
Terwijl ze wegliep zag ik hoe ze haar stekels opnieuw recht schikte, letterlijk en figuurlijk.
Ze glipte door de gangen. Griste snel wat ze nodig had uit het rek en haaste zich verder. Vriendinnetje Egel.
"Hoi Egel", zwaaide ik. Blij dat ik haar nog eens zag. Ooit trokken Egel en ik van 's morgens tot 's avonds met elkaar op. Iets dat veranderde op het moment dat we allebei ons diploma in handen kregen. We gleden ongezien van elkaar weg.
Bijna verschrikt keek ze op en leek zich eventjes te ontspannen, maar haar verdriet stond nog steeds in hoofdletters op haar gezicht te lezen. Vanuit haar zelfgemaakte bolster maakte ze een kijkgaatje om eventjes te praten.
"Het ging wel", zei ze droef lachend en draaide zich snel om.
Terwijl ze wegliep zag ik hoe ze haar stekels opnieuw recht schikte, letterlijk en figuurlijk.
Boekenbeurs
Ik keek de zaal in en liet stilletjes mijn adem ontsnappen. Dit was mijn pretpark, mijn Sinterklaasochtend, ... . Een gigantische snoepwinkel voor de echte lettervreter. Vier zalen vol boeken. Duizenden verhalen, duizenden vertelsels en schrijfsels. Voor het uitkiezen.
Ik liet mijn hand over de ruggen glijden, pikte zo nu en dan eentje uit de stapel. Liet mijn ogen flitsen over de achterflap, proefde van de eerste zinnen. Ik zocht naar die blikseminslag, naar die liefde op het eerste gezicht, naar het gevoel "Jou leg ik niet meer neer, jij gaat met me mee." Ik genoot van het wikken en wegen, van het zoeken en het kiezen. Hoewel mijn voeten moe werden van het slenteren, mijn rug zachtjes protesteerde van het gebogen over stapels staan zocht ik verder.
's Avonds op de trein keek ik tevreden naar mijn stapeltje nieuwe aanwinsten. Ik stalde ze voor me uit en koos eentje uit. Ondertussen holden enkele kinderen op en neer. "Oylalele", zongen ze uit volle borst. En zwaaiden met hun vlaggetjes die ze gekregen hadden op het K3 optreden enkele uurtjes geleden. Een klein blond meisje holde eventjes achter hen. "Oiajeje", zong ze even enthousiast mee.
Ik dook met dezelfde geestdrift in één van mijn nieuwe boeken. Blind en doof voor alles tot we station Brugge binnenrolden.
Ik keek de zaal in en liet stilletjes mijn adem ontsnappen. Dit was mijn pretpark, mijn Sinterklaasochtend, ... . Een gigantische snoepwinkel voor de echte lettervreter. Vier zalen vol boeken. Duizenden verhalen, duizenden vertelsels en schrijfsels. Voor het uitkiezen.
Ik liet mijn hand over de ruggen glijden, pikte zo nu en dan eentje uit de stapel. Liet mijn ogen flitsen over de achterflap, proefde van de eerste zinnen. Ik zocht naar die blikseminslag, naar die liefde op het eerste gezicht, naar het gevoel "Jou leg ik niet meer neer, jij gaat met me mee." Ik genoot van het wikken en wegen, van het zoeken en het kiezen. Hoewel mijn voeten moe werden van het slenteren, mijn rug zachtjes protesteerde van het gebogen over stapels staan zocht ik verder.
's Avonds op de trein keek ik tevreden naar mijn stapeltje nieuwe aanwinsten. Ik stalde ze voor me uit en koos eentje uit. Ondertussen holden enkele kinderen op en neer. "Oylalele", zongen ze uit volle borst. En zwaaiden met hun vlaggetjes die ze gekregen hadden op het K3 optreden enkele uurtjes geleden. Een klein blond meisje holde eventjes achter hen. "Oiajeje", zong ze even enthousiast mee.
Ik dook met dezelfde geestdrift in één van mijn nieuwe boeken. Blind en doof voor alles tot we station Brugge binnenrolden.
Abonneren op:
Posts (Atom)