Op die manier
'Kom eens!'
'Wat?'
'Kom eens kijken!'
'Wat dan?'
'De pruimenboom.'
'Wat is er mee?'
'Volgens mij is ie ziek.'
'Ziek?'
'Ja, hij verliest al zijn blaadjes.'
'...'
'Kijk dan'
'...'
'Wat sta je nu zo te lachen?'
'Hmprf...'
'Wat? Wat?'
'Oké, ga eens naar buiten.'
'Ja, ik ben buiten.'
'Wat voel je?'
'Het is koud...'
'En?'
'Het ruikt anders buiten ...'
'En?'
'En... en... er zitten heel veel spinnen buiten. Oké, fijn mag ik weer binnen.'
'Het is herfst.'
'Juist ja, dat zou veel verklaren.'
Geen opmerkingen:
Een reactie posten