Ziek, zieker, ziekst
Mijn lichaamstaal en woorden rijmen niet. Ik wieg zacht en slap heen en weer, in tegenstelling tot het vinnige verwijt dat ik net naar de gesloten schuifdeuren slingerde.
'Het is 12u31! 12u31!'
Ik hou mijn mond, maar het wiegen blijft. Wiegen door knikkende knieƫn, zweet op mijn rug, kortademigheid en een hoofd dat op ontploffen staat.
Achter de toonbank duikt een hoofd op. Enkele seconden later schuiven de deuren van de apotheek open.
Ik kijk van het voorschrift in mijn hand naar de toonbank waar een lichtje aanfloept. 'Kom maar!' roept de apotheekassistent die bij het hoofd hoort.
'Moet jij niet in bed liggen?' vraagt hij terwijl hij mijn felbegeerde doosjes antibiotica, hoestsiroop en pijnstillers opdiept.
'Het is niet voor mij. Thuis ligt er iemand in bed die nog zieker is.'
Thuis duik ik rillend onder het dekbed.
'Kruimel?' hoest Lief. 'Zou je een glaasje water kunnen brengen?'
Ziek zijn is nooit leuk, maar minder ziek zijn dan de ander...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten