De deadline nadert gevaarlijk dicht
Na de vijfde onbeantwoorde mail.
Na het tiende: ‘Het spijt me ze is net de deur uit.’ en ‘Ik vraag dat ze je terugbelt.’
Doet ze dus niet. Ik begin stilaan te denken dat ze gewoon niet bestaat. Dat ze niet meer is dan een naam op een visitekaartje.
Ik gun haar nog één onbeantwoorde mail en heel misschien een elfde ‘net gemist’- telefoontje. Daarna rij ik er gewoon heen, na eerst een ommetje gemaakt te hebben bij de doe-het-zelf-zaak voor een hamer en nagels. Ik wacht haar op, spijker ze vast aan haar stoel en rij terug om dan te mailen en te bellen. En dan geniet ik van dat unieke gevoel dat beantwoorde mails en telefoontjes kunnen geven. Van het gevoel om werk te zien schuiven.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten