Groot
Jasper zit nog maar net in bad wanneer ik zijn gezicht in een grimnas zie vertrekken die niet thuis hoort in een kuip vol met water. Ik wil hem er nog uitvissen, maar het is al te laat. Het water kolkt groenig met restjes van de andijvie van gisteren.
Ik wikkel mijn KleineMan in een handdoek en laat zijn bademmer vollopen.
'Net zoals vroeger', denk ik terwijl ik het kleine badje op de keukentafel zet en Jasper uit de handdoek pel. Ik probeer hem terug in zijn bébébubbel te laten zakken, maar dat is niet naar zijn zin. Hij wringt en wriemelt tot zijn tenen boven water uitpiepen. Met een grote grijns knipt hij open en toe als een schaar. Zijn handen pletsen op het wateroppervlak en in een mum van tijd staat de hele tafel onder water. Druppels glijden langs de tafelpoten naar beneden, op de zitting van de stoelen rust een laagje badschuim. Hij wrikkelt tot zijn voetjes de bodem van de bébébubbel voelen en probeert zich verwoed recht te hijsen. Hij vist het washandje van de bodem en gooit die met een grote zwaai op de grond.
Eenmaal uit het water duikt hij met een glimlach van oor tot oor en genietende, pinkelende oogjes weg in zijn badcapé en richt zijn aandacht op alles vanaf de verzorgingstafel een luchtdoop kan gebruiken.
Waar is de tijd dat ik bang was om je kwijt te spelen in die inmense bademmer, denk ik. Waar is die kleine wurm die paste in de holte van mijn arm? Wanneer ben je plots zo groot geworden?
Geen opmerkingen:
Een reactie posten