donderdag 8 november 2007

Schrijven
Toen de schrijfreeks waar ik me maanden op voorhand al voor inschreef – want, altijd al in een oogwenk volzet – geannuleerd werd, slingerde ik een hartgrondige vloek door de woonkamer. De brief met wegens te weinig interesse werd versnipperd en ik parkeerde mijn boze zelf mokkend voor ‘Friends’ & ‘Sex and the City’.

Lief zijn ‘je-zou-ook-kunnen-hier-schrijven’ pogingen werden weggesnauwd met een venijnigheid waar een gestresste Jack Russel trots op mag zijn en ik pruilde verder in het gezelschap van ‘Supernanny’.
Maar Wendy kon mij geen twee weken op een rij bekoren, dus verschool ik me op wat de tweede les van de geannuleerde reeks zou zijn met een laptop en Norah Jones in onze slaapkamer en schreef daar - Tine Mortiers schrijftips indachtig - de sterren van de hemel. Wat ik schreef deed er niet toe. Ik typte nonsens, wat er door mijn hoofd ging. Ik schreef ... en dat was het belangrijkste. Tot er tussen al de rommel opeens een schitterend ideetje binnenwalste dat ik met beide handen greep en ik schreef nog sneller, meer en uitvoeriger.

Op wat de derde les van de geannuleerde reeks zou zijn verschool ik me met een laptop en Jamie Cullum tegen de verwarming in de badkamer. Tine Mortiers schrijftips indachtig schrapte ik. Wat te lang was, wat te flauw was. Ik schrapte, delete en wiste.

Ik heb nog één zin over.
De allereerste en ik weet zelfs niet of ik daar nog tevreden over ben.

Geen opmerkingen: