De beginselen van ochtendhumeur
Ergens begraven tussen de knuffelversie van Bumba, Plop en zowat de rest van de Studio 100-kornuiten sleept KleineMan zichzelf de crèche binnen. Het ventje heeft namelijk niet bepaald een genetische voorsprong als het op ‘ochtendhumeur’ aankomt, zijn vader en moeder indachtig. Hij weet zijn armpjes net nog rond zijn plucheverzameling te plooien en knalt ei zo na tegen de deur op omdat de veelheid aan plopmutsen en konijnenoren zijn zicht belemmeren.
‘Eentje!’, stel ik en verwijder met chirurgische precisie de ene knuffel na de andere tot een norse KleineMan-blik me voluit in het gezicht bliksemt. Met volleerd peuterpuberdrama sloft hij het lokaal binnen en klampt zich vast aan het ene minieme knuffeltje dat hij uit de brand wenst te slepen.
En ik? Ik wandel buiten met de Bumba, Bumbaloo, Plop en konijn die ik wist te ontfutselen. Het knallende rood, geel, groen, blauw en paars in mijn armen staat in schril contrast tot de stroom donkere winterjassen die op het trottoir voorbijschuiven. En ik weet niet of mijn ‘Hoe komen die knuffels nu in mijn armen terecht?’-houding geloofwaardig genoeg was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten