Verhalenstokje
Lees deel 1 hier
Een hond met een groene bal in zijn bek liep de straat over. Ik trok mijn remmen dicht om het beest niet te raken. Mijn benen tintelden en ik draaide me om naar Klaas. ‘Daar is nog een plaatsje’, riep ik. Hij volgde met lege ogen mijn wijzende vinger tot zijn blik bleef hangen bij het enige vrije tafeltje op het terras. Hij schoof zijn groen petje wat opzij en wreef in zijn ogen. Hij stapte van zijn fiets en plofte op het bankje, zijn gsm voor de zoveelste keer in de aanslag.
‘Hallo!!!’ riep ik en wapperde met mijn vrije hand voor zijn gezicht. ‘Ga nu! Zo meteen is er geen plaats meer vrij.’ Ik wrong de sleutel uit zijn hand en duwde zijn schouder. ‘Bestel maar een pineau voor mij.’ Klaas knipperde even met zijn ogen en schudde zijn hoofd. Langzaam stond hij op en slofte naar het terras. Ik knalde mijn fiets naast de zijne in het fietsenrek en morrelde het slot door beide achterwielen.
‘Hoe ver moeten we nog? Ik voel mijn benen niet meer?’ mompelde hij toen ik naast hem ging zitten. Hij klonk als een kleuter op de achterbank tijdens een lange rit. Heel even wou ik schreeuwen dat hij zijn mond moest houden, maar ik nam een grote slok van mijn pineau en antwoordde: ‘Nog 10 km.’ Ik wist wat er nu zou komen, sloot mijn ogen en wachtte af. Klaas slaakte een lange zucht. Hij klonk als een zwembandje waar de laatste lucht uitgeperst wordt. Hij kuchte en zuchtte nog eens, veel dieper nu.
‘Frie…’ Ik voelde de tafel wiebelen en opende mijn ogen. Klaas bonkte zacht met zijn hoofd op het ijzeren tafelblad en keek op, zijn kin op het tafelblad. ‘Ik kan dit niet meer.’
Ik walste rondjes met mijn glas en zag de pineau goudkleurige tranen vormen. ‘Watje’, mompelde ik zacht. Hij leek het niet te horen. ‘Watje’, siste ik iets luider en keek op.
Hij hing half gebogen over het tafeltje en zwaaide met een speculooskoekje.
‘Wat ben je nu weer aan het doen’, fluisterde ik en keek vlug om me heen. Ik boog me over het tafeltje en zag dezelfde pup van daarnet langzaam naar het koekje sluipen.
‘Laat dat’
Zijn vingers kroelden onder de kin van de pup die ondertussen het koekje in zijn andere hand nauwlettend in het oog hield.
‘Je weet niet waar dat beest gezeten heeft’, beet ik hem toe. Klaas liet het koekje zakken tot vlak voor de muil en net op het moment dat het beest wilde toehappen trok hij het weg.
‘Klaas, in godsnaam stop daarmee’. Klaas keek me eventjes aan en richtte toen zijn aandacht weer op de hond. Ik leunde naar achter en slokte de rest van mijn aperitief in één keer op. Het brandde in mijn keel en ik kneep mijn ogen dicht.
‘Godverdomme. ROTBEEST!!’ Klaas’ stoel kletterde op de grond. Ik keek op en zag de pup om de hoek verdwijnen. Klaas’ gezicht was vertrokken van pijn en met zijn linkerhand omklemde hij zijn rechter. Tussen zijn vingers door drupten dikke rode druppels.
Ik ving zijn blik, leunde voorover en grabbelde in het potje borrelnootjes.‘Ik zei het toch!’ Lachend wipte ik een pinda in mijn mond.
Twweet aan jou om deel 3 bijeen te pennen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten