dinsdag 3 juni 2003

Bonnetje
De bon knispert in mijn zak. Een boekenbon, met een leuk bedrag op. Leuk genoeg om een goed boek mee te kopen. Zo'n dikke knuffel waar ik heel wat uren in kan slijten. Een verhaal dat me meesleept, waar ik in kan verdwalen. Een boek dat ik niet aan de kant kan leggen. Een boek dat er voor zorgt dat manlief vier keer "Komen eten!" moet roepen onderaan de trap, terwijl ik "dadelijk" mompel en de volgende pagina omdraai. Een boek dat ik meezeul in mijn schoudertas om over de middag toch nog een hoofdstukje mee te pikken. Een verhaal dat in mijn hoofd blijft zitten. Je hebt zeker al zulke boeken gelezen. Verhalen die blijvertjes zijn. Boeken die je met spijt dichtklapt en terug op de boekenplank zet om twee weken later weer van voor af aan te beginnen.
Naar zo'n boek ben ik op zoek. Help je mij even? Welk boek is aan jouw ribben blijven kleven?

maandag 2 juni 2003

Mug
Hij kroop in rondjes op mijn bureau. Zijn ene pootje onder hem geknakt. Af en toe bzz-te hij. Ik kon hem niet doodslaan, het leek me zo wreed. Met mijn potlood duwde ik hem weer recht. Toen ik zachtjes blies vloog hij op. En toen kreeg ik een venijnige steek. Als dankje, waarschijnlijk.
Waterpret
Het terras was al een eindje niet meer om aan te zien. Mos, modder, zwart. Kortom vuil. En gisteren had ik er genoeg van.
"Ik ga het terras vanavond afspuiten."
Manlief keek verbaasd op van het tennisspel van Kim Clijsters. "Je gaat deze avond het terras afspuiten? In deze hitte ga jij op het terras staan braden? Vind je niet een beetje te warm om nu nog te werken?"
"Ik wil het terras afspuiten", lachte ik en kreeg er steeds meer zin in.
"Je doet maar", zuchte hij. "Ik blijf lekker in de zetel zitten."
Een uur later richtte ik de kop van de hogedrukreiniger op de vuile en grauwe voegen. Het water spatte op. Het vuil droop langzaam af. Door een wolk van fijne druppeltjes zag ik manlief zitten op de rand van het terras. Aanwijzingen schreeuwend. "Neen, niet zo. Snel op en neer. Je moet de hele tegel doen. Jaha, zo zal het de hele avond duren."
Dreigend spoot ik vlak voor zijn voeten. "Moet jij niet in de zetel zitten?"
Hij glimlachte schaapachtig. Tegeltje voor tegeltje, voegje voor voegje werkte ik het terras af. En toen de laatste druppels van de tegels gleden keken we blij naar ons nieuw, oud terras. Mosvrij.
Deze morgen bestudeerde ik het resultaat. "Hier is nog een plekje. Die voeg is nog smerig. Dat hoekje ben ik vergeten", wees ik. "Vanavond ga ik er nog eens over."
Manlief kijkt me verbaasd aan. "Ga je vanavond weer met die hogedruk over het terras? Het is toch goed?"
"Neen, zie je al die vuile plekjes niet. Da's toch geen zicht."
Wat ik er niet bij vertel is dat ik het gewoon leuk vind om met mijn voeten in het water te trappelen, terwijl de spetters rond mijn oren vliegen.