Pepertje
Met dezelfde flair als de originele Jamie Olivier draai ik het avondeten in elkaar. Een zakje uit aluminiumfolie, noedels, kip, uitjes, wat sojaolie, een beetje sesamolie en pepertjes. Veel pepertjes, want pikant is lekker. Ik steek de twee pakketjes in de oven en ruim ondertussen de keuken op. Een lekkere geur drijft de keuken binnen. Poes Wiebe ruikt het ook en springt op het aanrecht. Ze strijkt langs me heen, in de hoop nog een stukje kip te bemachtigen. Haar staart strijkt langs mijn oog en een haartje blijft hangen onder mijn wenkbrauw. Ik pluk het weg en opeens, zomaar heb ik het gevoel dat mijn oog in brand staat. Alsof iemand een beetje met een gloeiende pook aan het plagen is. "Doet dat pijn? Ja? En dat? En als ik hier druk? Hihi, dat voelt niet leuk, hé?"
Mijn ogen beginnen te tranen, ik trappel van frustratie en probeer ondertussen mijn lens te pakken te krijgen. Per ongeluk raak ik mijn ander oog ook aan. Spontaan slaat ook daar de brand uit. Als een blinde mol strompel ik door de keuken. Op zoek naar de kraan, naar water. Ik plens handenvol koud water tegen mijn ogen. Het verfrist, maar als ik stop voel ik het weer prikken. Ik blijf plenzen tot het belletje van de oven tingelt. Met rode kleine oogjes strompel ik terug naar de keuken. In heet eten heb ik opeens niet zoveel zin meer.
dinsdag 17 juni 2003
maandag 16 juni 2003
Stoer
Ik ben net de straat uit als mijn pedalen gekke toeren beginnen uithalen. Ik hoor heel wat gerammel en gekraak en opeens voel ik geen weerstand meer als ik trap. De ketting eraf. Hij hangt zielig over het tandwiel, lusteloos en slap. Ik heb geen zin om die fiets op zijn kop te zetten, te prutsen aan tandwielen om over 100 meter weer hetzelfde mee te maken. Daarom maak ik rechtsomkeerd en stal mijn fiets terug in ons poortje. Als alternatief haal ik manlief's fiets uit. Het zadel wordt naar beneden gewrikt en ik zwier mijn rechterbeen over het zadel. Ik voel me stoer. Dit is geen gewone fiets. Dit is een citybike, met een glimmend zilverkleurig kader. Met veel versnellingen die werken. Met een terugtraprem. Ik fiets iedereen voorbij. Ik zoef met een soepele draai rond de andere fietsers. Ga op de trappers staan en voel de wind in mijn haar. Met mijn schoudertas op mijn rug, een leuk liedje in mijn oren. Manlief's fiets is veel leuker dan mijn eigen exemplaar. Mijn fiets heeft drie werkende versnellingen, twee halfplatte banden en een keihard zadel.
Na een halfuur fietsen met de stoere fiets besef ik opeens wel het grote voordeel van mijn eigen tweewielertje. Twee fietszakken waardoor je niet met zware schoudertassen op je rug en zakken aan je stuur moet sukkelen. Want dat staat dan weer helemaal niet stoer.
Ik ben net de straat uit als mijn pedalen gekke toeren beginnen uithalen. Ik hoor heel wat gerammel en gekraak en opeens voel ik geen weerstand meer als ik trap. De ketting eraf. Hij hangt zielig over het tandwiel, lusteloos en slap. Ik heb geen zin om die fiets op zijn kop te zetten, te prutsen aan tandwielen om over 100 meter weer hetzelfde mee te maken. Daarom maak ik rechtsomkeerd en stal mijn fiets terug in ons poortje. Als alternatief haal ik manlief's fiets uit. Het zadel wordt naar beneden gewrikt en ik zwier mijn rechterbeen over het zadel. Ik voel me stoer. Dit is geen gewone fiets. Dit is een citybike, met een glimmend zilverkleurig kader. Met veel versnellingen die werken. Met een terugtraprem. Ik fiets iedereen voorbij. Ik zoef met een soepele draai rond de andere fietsers. Ga op de trappers staan en voel de wind in mijn haar. Met mijn schoudertas op mijn rug, een leuk liedje in mijn oren. Manlief's fiets is veel leuker dan mijn eigen exemplaar. Mijn fiets heeft drie werkende versnellingen, twee halfplatte banden en een keihard zadel.
Na een halfuur fietsen met de stoere fiets besef ik opeens wel het grote voordeel van mijn eigen tweewielertje. Twee fietszakken waardoor je niet met zware schoudertassen op je rug en zakken aan je stuur moet sukkelen. Want dat staat dan weer helemaal niet stoer.
Abonneren op:
Posts (Atom)