Te vroeg
Ze marcheerden door mijn hoofd. Honderden gedachten richting de grote W. De W van werk. Ze stelden to-do-lijstjes op, maakten plannen, gingen na wanneer de deadlines vielen. Netjes in een rij en doelgericht trokken ze op met maar één doel. Werk!
Ik trok ze terug aan die kleine schoudertjes en plantte ze op zijpaadjes. Zijpaadjes richting de grote R van rusten. Andere werden op het weggetje richting N geplaatst. Voor N van nietsdoen. De toegangspoort tot de W van werken is nog één dag gesloten. Vandaag moeten ze nog luieren, van de zon genieten, lezen, niets doen, rondhangen, genieten, .... . Morgen mogen ze efficient zijn. Morgen moeten ze wakker zijn. Maar vandaag op mijn laatste dag vakantie moeten ze zich nog eens laten hangen.
dinsdag 5 augustus 2003
zondag 3 augustus 2003
Kleurrijk
De paarse inktvis dobberde breed glimlachend boven me rond. Vlak naast een knaloranje kreeft en een reuzeorka. Een beetje verder zeilden twee koeien voorbij. Netjes boven elkaar. Af en toe maakte de kleurrijke vis een rondje boven mijn hoofd. Het wapperde heel hard links van me. De tentakels van een gifgroene octopus wapperden vrolijk in de wind. En een beetje verder tuimelden tientallen kleurrijke vormen op en neer door de lucht.
Ik wreef verbaasd in mijn ogen toen ik wakker werd op mijn strandlakentje. Het vliegerfestival was gestart zonder dat ik er erg in had.
De paarse inktvis dobberde breed glimlachend boven me rond. Vlak naast een knaloranje kreeft en een reuzeorka. Een beetje verder zeilden twee koeien voorbij. Netjes boven elkaar. Af en toe maakte de kleurrijke vis een rondje boven mijn hoofd. Het wapperde heel hard links van me. De tentakels van een gifgroene octopus wapperden vrolijk in de wind. En een beetje verder tuimelden tientallen kleurrijke vormen op en neer door de lucht.
Ik wreef verbaasd in mijn ogen toen ik wakker werd op mijn strandlakentje. Het vliegerfestival was gestart zonder dat ik er erg in had.
zaterdag 2 augustus 2003
Mama
Soms denkt ze dat ze haar ziet. In een flits herkent ze haar in een vrouw die de straat oversteekt. Of in die vrouw op de fiets. Ja, dat is haar. Waarom zegt ze nu niets? Haar hart springt op. Eén seconde maar. Tot het besef toeslaat.
Soms hoort ze een bekende stem. De stem die haar vroeger verhaaltjes voor het slapengaan voorlas. Die haar trooste als ze verdriet had. Waar ze uren en dagenlang mee gepraat heeft. Maar die stem hoort altijd bij een vreemde.
Soms ziet ze een twinkeling in iemands ogen. Een twinkeling die zo pijnlijk bekend is. Die had ze als ze moest lachen.
Ze ziet haar lopen over straat. Ze hoort haar stem. Ze herkent stukjes van haar in andere mensen. Maar nooit vindt ze wie ze zoekt.
Soms denkt ze dat ze haar ziet. In een flits herkent ze haar in een vrouw die de straat oversteekt. Of in die vrouw op de fiets. Ja, dat is haar. Waarom zegt ze nu niets? Haar hart springt op. Eén seconde maar. Tot het besef toeslaat.
Soms hoort ze een bekende stem. De stem die haar vroeger verhaaltjes voor het slapengaan voorlas. Die haar trooste als ze verdriet had. Waar ze uren en dagenlang mee gepraat heeft. Maar die stem hoort altijd bij een vreemde.
Soms ziet ze een twinkeling in iemands ogen. Een twinkeling die zo pijnlijk bekend is. Die had ze als ze moest lachen.
Ze ziet haar lopen over straat. Ze hoort haar stem. Ze herkent stukjes van haar in andere mensen. Maar nooit vindt ze wie ze zoekt.
Abonneren op:
Posts (Atom)