woensdag 6 augustus 2003

Tot de laatste snik
De lichten van een voorbijrijdende auto gleden voorbij op het plafond. Op straat hoorde ik mensen voorbij fietsen. Ik keek op mijn wekker.
23u45.
"Nu moet ik echt gaan slapen", maande ik mezelf aan. Mijn gedachten maalden door. Hoeveel mails in mijn inbox? Hoe hoog is de stapel post op mijn bureau?
Ik woelde, draaide, keerde, probeerde het raderwerk te stoppen.
00u56.
Muggen zoemden rond mijn oren. Ik werd gek van de jeuk. Mijn laken plakte aan me. Naast me klonk gesnurk.
01u25.
Ik sloop naar beneden en dronk een glas melk. Dat helpt om te slapen had ik ooit gehoord. Ik knuffelde even met poes Hobbes die blij was met nachtelijk bezoek.
02u10.
Op de bank lag mijn boek. Misschien eventjes. Om moe te worden. Ik nestelde me op de bank en dook in het verhaal. Pagina na pagina verslond ik. Tot ik ook de laatste omdraaide.
05u23.
Was het nog de moeite om te gaan slapen? Ik grabbelde een tijdschrift van de stapel. Even later werd ik wakker. Manlief stond verbaasd naar me te kijken.
06u45.
Tijd om me klaar te maken voor mijn werk.

dinsdag 5 augustus 2003

Te vroeg
Ze marcheerden door mijn hoofd. Honderden gedachten richting de grote W. De W van werk. Ze stelden to-do-lijstjes op, maakten plannen, gingen na wanneer de deadlines vielen. Netjes in een rij en doelgericht trokken ze op met maar één doel. Werk!
Ik trok ze terug aan die kleine schoudertjes en plantte ze op zijpaadjes. Zijpaadjes richting de grote R van rusten. Andere werden op het weggetje richting N geplaatst. Voor N van nietsdoen. De toegangspoort tot de W van werken is nog één dag gesloten. Vandaag moeten ze nog luieren, van de zon genieten, lezen, niets doen, rondhangen, genieten, .... . Morgen mogen ze efficient zijn. Morgen moeten ze wakker zijn. Maar vandaag op mijn laatste dag vakantie moeten ze zich nog eens laten hangen.

zondag 3 augustus 2003

Kleurrijk
De paarse inktvis dobberde breed glimlachend boven me rond. Vlak naast een knaloranje kreeft en een reuzeorka. Een beetje verder zeilden twee koeien voorbij. Netjes boven elkaar. Af en toe maakte de kleurrijke vis een rondje boven mijn hoofd. Het wapperde heel hard links van me. De tentakels van een gifgroene octopus wapperden vrolijk in de wind. En een beetje verder tuimelden tientallen kleurrijke vormen op en neer door de lucht.
Ik wreef verbaasd in mijn ogen toen ik wakker werd op mijn strandlakentje. Het vliegerfestival was gestart zonder dat ik er erg in had.