dinsdag 26 augustus 2003

Wiebe
Heel voorzichtig plant ze haar pootje op mijn buik. Ze kijkt me aan met haar gele ogen. Ze wiebelt een beetje als ze met vier pootjes in mijn maagstreek staat en sluipt voorzichtig door naar mijn benen. Daar draait ze haar drie obligate rondjes en krult zich in een bolletje op. Met haar voorpoten over mijn broeksband, ogen dicht en oortjes plat. Ze spint en snort en trekt ondertussen met haar pootjes. Bij elke gesnor priemen acht vlijmscherpe nageltjes in mijn blote buik.
Ik kriebel poes Wiebe achter haar oren. Ze laat een behaagelijke piep horen.
Opeens spitst ze haar oren, vliegt recht en stuift naar buiten. Ze draait zich nog even om en krult haar staart alsof ze wil zeggen: "Daag, het was fijn. Dat moeten we nog eens doen."

maandag 25 augustus 2003

Fris stokje
Ik zag hem voor het eerst drijven bij Aukje in de vorm van frisse beer. Hij dobberde gezapig verder tot Witte Walvis hem oppikte. Het werd een verkoelende waterval. Met een vinnige slag van haar staart sloeg Witte Walvis het in mijn richting. Een stokje, weken geleden al in het water gedropt, met de opdracht; plaats een verkoelende foto op je log. Het zijn er twee geworden.

De hitte woog al de hele dag op onze schouders. De rondreis in Indonesiƫ begon door te wegen. Bus in, bus uit, bus in, bus uit. Aan de laatste tempel van die dag had ik er genoeg van. Ik liep weg van de gids en wandelde naar het strand, schopte mijn sandalen uit en slenterde in de vloedlijn. Het zand stoof op in kleine wolkjes. Ik tuurde door het blauwe water naar de kleine visjes die steeds verder wegstoven bij elke stap die ik zette.
Enkele straatventertjes waren me gevolgd. Ze probeerden zelfgemaakte kettingen te verkopen. "Geen geld, no money", gebaarde ik. Ze dropen af. Behalve het kleinste. Opeens gooide ze haar tas vol snuisterijen in het zand en holde naar het water. Ze zong een onverstaanbaar liedje terwijl ze door het water ploeterde, lachte haar witte tanden bloot. Terwijl ik weer de bus in moest drentelde ze nog steeds in de golven, op en neer, tot haar kleren doornat waren. Haar ogen twinkelden.








Ik laat het stokje verder drijven richting Herman's Wereldkeuken. Want als er iemand een mooi verfrissend beeld kan boventoveren is hij het wel!

zondag 24 augustus 2003

Wij zijn piraten, piraten, ...
"Viermaal per dag druppels en vier dagen geen lenzen dragen", concludeert de dokter als hij mijn bloeddoorlopen oog heeft onderzocht.
"Maar ik zie geen steek als ik mijn lenzen niet draag", protesteer ik.
"Als je ze wel draagt zou dat wel eens permanent kunnen worden", zegt hij nuchter. "Probeer je oog zoveel mogelijk te laten rusten door het af te dekken."

Thuis zoek ik naar iets wat als "lapje" kan dienen. Ik plooi een donkere zakdoek tot een vierkantje en plak hem vast rond mijn oog. Nu nog een papegaai op mijn schouder en een bolletjes doek rond mijn hoofd geknobbeld en ik ben er helemaal klaar voor. Een echte piraat
"Harw", grom ik naar de spiegel. Ik strompel wat rond zoals ik dat in de film vaak zag doen en opeens schiet het me te binnen. Een kampliedje van jaren geleden. De woorden rollen van mijn tong. Ik huppel door de kamer en zing luidkeels: "Wij zijn piraten, piraten, .. "
Als manlief binnen komt en me met mijn lapje door de keuken ziet dansen, vraagt hij droog: "Wat heeft de dokter gezegd, los van de opmerking over je geestelijke gezondheid?"