Vuur
Tussen het groen en rood van de verkeerslichten wervelden opeens felle lichten op. Zes oranje-gele bollen buitelden over en door elkaar. Het meisje lachte haar tanden bloot terwijl ze met de brandende fakkels jongleerde. De jongen moedigde haar aan terwijl hij zijn eigen fakkels met een half oog in de gaten hield. Het voetgangerslicht sprong op groen en samen staken ze de straat over.
Twee met brandende fakkels jonglerende jongeren die over het lange zeebrapad wandelden. Het verkeer op het kruispunt viel heel eventjes stil.
woensdag 27 augustus 2003
dinsdag 26 augustus 2003
Wiebe
Heel voorzichtig plant ze haar pootje op mijn buik. Ze kijkt me aan met haar gele ogen. Ze wiebelt een beetje als ze met vier pootjes in mijn maagstreek staat en sluipt voorzichtig door naar mijn benen. Daar draait ze haar drie obligate rondjes en krult zich in een bolletje op. Met haar voorpoten over mijn broeksband, ogen dicht en oortjes plat. Ze spint en snort en trekt ondertussen met haar pootjes. Bij elke gesnor priemen acht vlijmscherpe nageltjes in mijn blote buik.
Ik kriebel poes Wiebe achter haar oren. Ze laat een behaagelijke piep horen.
Opeens spitst ze haar oren, vliegt recht en stuift naar buiten. Ze draait zich nog even om en krult haar staart alsof ze wil zeggen: "Daag, het was fijn. Dat moeten we nog eens doen."
Heel voorzichtig plant ze haar pootje op mijn buik. Ze kijkt me aan met haar gele ogen. Ze wiebelt een beetje als ze met vier pootjes in mijn maagstreek staat en sluipt voorzichtig door naar mijn benen. Daar draait ze haar drie obligate rondjes en krult zich in een bolletje op. Met haar voorpoten over mijn broeksband, ogen dicht en oortjes plat. Ze spint en snort en trekt ondertussen met haar pootjes. Bij elke gesnor priemen acht vlijmscherpe nageltjes in mijn blote buik.
Ik kriebel poes Wiebe achter haar oren. Ze laat een behaagelijke piep horen.
Opeens spitst ze haar oren, vliegt recht en stuift naar buiten. Ze draait zich nog even om en krult haar staart alsof ze wil zeggen: "Daag, het was fijn. Dat moeten we nog eens doen."
maandag 25 augustus 2003
Fris stokje
Ik zag hem voor het eerst drijven bij Aukje in de vorm van frisse beer. Hij dobberde gezapig verder tot Witte Walvis hem oppikte. Het werd een verkoelende waterval. Met een vinnige slag van haar staart sloeg Witte Walvis het in mijn richting. Een stokje, weken geleden al in het water gedropt, met de opdracht; plaats een verkoelende foto op je log. Het zijn er twee geworden.
De hitte woog al de hele dag op onze schouders. De rondreis in Indonesiƫ begon door te wegen. Bus in, bus uit, bus in, bus uit. Aan de laatste tempel van die dag had ik er genoeg van. Ik liep weg van de gids en wandelde naar het strand, schopte mijn sandalen uit en slenterde in de vloedlijn. Het zand stoof op in kleine wolkjes. Ik tuurde door het blauwe water naar de kleine visjes die steeds verder wegstoven bij elke stap die ik zette.
Enkele straatventertjes waren me gevolgd. Ze probeerden zelfgemaakte kettingen te verkopen. "Geen geld, no money", gebaarde ik. Ze dropen af. Behalve het kleinste. Opeens gooide ze haar tas vol snuisterijen in het zand en holde naar het water. Ze zong een onverstaanbaar liedje terwijl ze door het water ploeterde, lachte haar witte tanden bloot. Terwijl ik weer de bus in moest drentelde ze nog steeds in de golven, op en neer, tot haar kleren doornat waren. Haar ogen twinkelden.
Ik laat het stokje verder drijven richting Herman's Wereldkeuken. Want als er iemand een mooi verfrissend beeld kan boventoveren is hij het wel!
Ik zag hem voor het eerst drijven bij Aukje in de vorm van frisse beer. Hij dobberde gezapig verder tot Witte Walvis hem oppikte. Het werd een verkoelende waterval. Met een vinnige slag van haar staart sloeg Witte Walvis het in mijn richting. Een stokje, weken geleden al in het water gedropt, met de opdracht; plaats een verkoelende foto op je log. Het zijn er twee geworden.
De hitte woog al de hele dag op onze schouders. De rondreis in Indonesiƫ begon door te wegen. Bus in, bus uit, bus in, bus uit. Aan de laatste tempel van die dag had ik er genoeg van. Ik liep weg van de gids en wandelde naar het strand, schopte mijn sandalen uit en slenterde in de vloedlijn. Het zand stoof op in kleine wolkjes. Ik tuurde door het blauwe water naar de kleine visjes die steeds verder wegstoven bij elke stap die ik zette.
Enkele straatventertjes waren me gevolgd. Ze probeerden zelfgemaakte kettingen te verkopen. "Geen geld, no money", gebaarde ik. Ze dropen af. Behalve het kleinste. Opeens gooide ze haar tas vol snuisterijen in het zand en holde naar het water. Ze zong een onverstaanbaar liedje terwijl ze door het water ploeterde, lachte haar witte tanden bloot. Terwijl ik weer de bus in moest drentelde ze nog steeds in de golven, op en neer, tot haar kleren doornat waren. Haar ogen twinkelden.
Ik laat het stokje verder drijven richting Herman's Wereldkeuken. Want als er iemand een mooi verfrissend beeld kan boventoveren is hij het wel!
Abonneren op:
Posts (Atom)