vrijdag 5 september 2003

Hardhandig
"En nu mijn lievelingsgedeelte", grijnst hij breed.
Hij duwt me hard in mijn rug en ik vlieg vooruit. Op het moment dat ik weer stevig op twee voeten sta, duwt hij opnieuw. Ik zie alle hoeken van de kamer. Links, rechts, voor, achter. Telkens weer stompt hij in mijn rug. Ik vlieg vooruit, opzij. Ik zet me schrap, ik verzet me uit alle macht maar wankel en ga uiteindelijk toch tegen de vlakte. Als ik opkijk, torent hij hoog boven me uit. Triomfantelijk.
"Je redt het al beter dan de vorige keer", zegt hij terwijl ik rechtkrabbel.
"Tot dinsdag?"
Ik knik en loop snel de kamer uit.

Op straat bedenk ik dat mijn kinesist er veel meer plezier in heeft om mijn slappe enkel terug in vorm te krijgen dan ik.

dinsdag 2 september 2003

Bagage
Hij weegt het boek in de palm van zijn hand.
"Hoe ver ben je al in het verhaal?"
Ik kijk op van mijn koffer. "Euhm, pagina 20 dacht ik."
"Donna Tartt, de kleine vriend", leest hij hardop. "Dat lijkt me een aardige kluif. En hoe ver ben je al in dit boek?" Hij trekt een exemplaar van Nicci French vanonder een stapeltje handdoeken.
Ik duik een beetje weg achter mijn stapel T-shirts. "Ik ben er nog niet in begonnen."
"Hmm, hoeveel T-shirts heb je daar al ingepakt? Vier? En twee broeken zie ik. Nog twee pulletjes, vier paar kousen, ... ." somt hij op terwijl ik alles in mijn reistas probeer te proppen.
"Kim, voor hoe lang ga je eigenlijk weg."
"Eén nachtje!"

Ik zou een slechte backpacker zijn.
Vriendinnen
Ze zaten op een krukje. Drie jonge meisjes. Verschoten jeans, sneakers en hippe pulltjes. Hun stemmen kaatsten langs de muren zodat het gesprek voor iedereen te volgen was.
Uit het pashokje kwam een vierde meisje. Met een nieuwe jeansbroek aan. Ze draaide voorzichtig een rondje. De broek zat haar als gegoten. Haar ogen twinkelden blij.
"Wat vinden jullie ervan", vroeg ze aan haar vriendinnen.
Kritische blikken gleden op en neer.
"Je ziet er dik uit in die broek", vuurde de blonde af.
"Ja, je achterwerk lijkt gigantisch", beaamde de tweede.
"Echt?", vroeg het meisje. "Is het niet mooi."
"Op een olifant wel", lachte de derde.

Het meisje schoot terug het kleedhokje in. Ik zuchtte onhoorbaar.