dinsdag 23 september 2003

Herfstig
Laat die bladeren maar vallen. Laat de wind rond mijn oren suizen. Laat de regen furieus op de ruiten tikken. Ik ben er klaar voor. Ik heb er zin in. En hoewel ik nu al weet dat ik de regenbuien zal vervloeken op het moment dat ik halfweg ben op de fiets en nog vier kilometer verder moet ploeteren. Alhoewel ik zal vastvriezen op mijn bureaustoel (want de verwarming zal hier nooit te vroeg aangestoken worden. Meestal pas als de eerste bevriezingsverschijnselen een feit zijn.) Alhoewel ik binnen een maand weer luidop zal dromen van een stralende zon en terrasjes.
Toch geniet ik weer met volle teugen van de romantiek die het steevast met zich meebrengt. Voor het haardvuur met een goed boek. Samen in de zetel. Warme wijn drinken. Door de dorre bladeren wandelen. Wegknuffelen in warme pulls. Je tot in de toppen van je tenen opwarmen in de sauna.

Het is herfst!
Voordeel
Als het buiten weer wat frisser wordt, geniet ik tot in de toppen van mijn tenen van dat kleine straaltje zon op mijn rug.

maandag 22 september 2003

Hier spelen wij
Gewoontegetrouw draai ik rechts de straat in om naar de parkeergarage te rijden. Voor de neus van m'n auto doemen echter drie grote hekkens op met daar achter een gigantische picknick-tafel. Een politieagent loopt naar me toe en steekt -duidelijk geroutineerd- zijn verhaaltje af. Autoluwe maandag - verkeersvrije schoolomgeving - ja, jammer dat de garage onbereikbaar is - neen, je mag er niet door - het is maar voor één dag. Met een brede glimlach stuurt ie me rijden. Ik foeter stilletjes in mezelf en ga op zoek naar een plekje voor mijn auto. Wat later wandel ik opnieuw voorbij de straat op weg naar mijn werk. Honderden vrolijke gekleurde vlaggetjes wiegen in de wind, kinderstemmetjes weerkaasten op de gevels. Op straat zoeven een twintigtal kleuters op hun driewielers door een verkeersparcourtje. Ik kijk even naar hen. Twee vechten om een roze fiets met steunwieltjes. Wat verder kruipen drie jongetjes samen op één driewielertje en kantelen bijna onmiddellijk. Een blond jongetje sjeest tot aan de versperring en grijnst naar me.
Ik foeter stilletjes op mezelf terwijl ik verder stap. "Moest je daar nu zo moeilijk over doen?"