donderdag 9 oktober 2003

Trekvogel
Hij bungelde al enkele maanden in de hoek van de slaapkamer. Mijn trek-vogel met zijn houten lijfje, lange zwiepende vleugels en doorzichtige koordjes. Onderaan zat een buik zat een touwtje met een bolletje aan. Door één snokje kon mijn trek-vogel urenlang klapwieken, maar nooit kwam hij een centimeter verder in de kamer.
Misschien was mijn trek-vogel wat verdrietig. Was hij triest dat hij nooit uit het raam kon wegvliegen. Dat hij maar een trek-vogel was en geen trekvogel. Misschien zat hij al weken te broeden op zijn ontsnappingsplan. Hoe hij zich kon loswringen uit het haakje waar hij aan hing en de wijde wereld tegemoet kon vliegen.
Misschien was het dat wat hij 's nachts probeerde. Wurmde hij zich los uit het haakje en wapperde verwoed met zijn lange vleugels. Ver is hij in ieder geval niet geraakt. Zijn ontsnappingsplan kende een dramatische afloop. Met een grote *KABENG* is hij deze nacht vlak naast mijn bed neergestort. In vliegende vaart recht op de planken vloer afgestoven en de grond gekust. Zijn vleugel kwam twee meter verder onder de stoel terecht. Een nieuwsgierige Hobbes en Wiebe amuseerden zich met zijn koordjes. Deze morgen was hij niet meer dan een kapotte trek-vogel. Of dat zijn bedoeling was?

woensdag 8 oktober 2003

Nog eventjes
Hij slaat zijn zachte armen stevig rond me heen. "Nog niet opstaan, blijf nog even liggen. Ik zie je al zo weinig."
Hij overweldigd me met zijn zachte kussen.
Uit mijn ooghoeken zie ik de cijfertjes van mijn wekkerradio steeds bozer op lichten. 7u15 pinken ze beschuldigend.
"Maar ik moet zo meteen door", murmel ik in zwak protest.
"Nog eventjes", vleidt hij en trekt zicht steviger tegen me aan.
"Mmmm", ik voel me weer wegdoezelen in zijn warmte.

"KIHIIIIIIIIIIIM!!!!!!!!!", brult manlief onderaan de trap. "Als je nu niet opstaat ben je hopeloos te laat."
Met de grootst mogelijke tegenzin ruk ik me los uit de warmte van mijn dekbed. Mijn bed lijkt me verwijtend aan te kijken. Ik zie hem inderdaad veel te weinig.

dinsdag 7 oktober 2003

Voorlezen
Mijn stem struikelt over punten, komma's en aanhalingstekens. Mijn intonatie blijft zo vlak als het tafelblad. Ik hoor mezelf denken: "Dit gaat niet goed, dit wordt niets." Ik hobbel en struikel verder over lijnen en paragrafen. Het wit van het einde lijkt niet dichter te komen. De stilte na het laatste woord gaat me nog het beste af.