Eén portie bloed
"Het gaat even pijn doen", zei ze zacht. Ze leek te jongleren met afbindbandjes, naalden en buisjes. Ik knikte, beet op mijn onderlip en concentreerde me op de regen die tegen de ruit kletterde. Met een venijnige prik zat de naald in mijn arm. De verpleegster knutselde nog even met wat plakband en doekjes en liet me toen alleen. Ik wriemelde heen en weer in de zetel om haar constructie te bekijken. Het slangetje dat uit mijn arm vertrok kleurde dieprood en ik bestudeerde nauwgezet hoe mijn bloed in het zakje naast me druppelde.
"Je ziet er nogal wit uit", zei de verpleegster bezorgd terwijl ze mijn zetel wat verder naar achter kantelde. "Voel je je niet goed?"
Ik probeerde breed te grijnzen. "Ik ben gewoon niet zo dol op naalden, voor de rest gaat het wel."
Langzaam druppelde het zakje naast me vol. Ik vertrok met tientallen bedankjes, een balpen en een blij gevoel. Ik had mijn beetje kunnen bijdragen ondanks mijn naaldenfobie.
Uit de brief die gisteren in de brievenbus stak bleek echter dat mijn bloed niet zo dik in orde is als ik dacht. Veel gegoochel met termen als te lage waarden en tekorten maakte mij duidelijk dat mijn moeizaam bijeengedruppeld zakje bloed niet voldeed. Maar voor ik me ook maar zorgen maakte over die te lage waarden en tekorten kreeg ik een griezelvisioen waar mijn zakje bloedeigen bloed koudweg in een container met medisch afval gekeild werd.
*snif*
dinsdag 27 januari 2004
maandag 26 januari 2004
Sauna
Het zweet parelde op mijn voorhoofd. Ik strekte me uit op mijn rug en keek hoe de hitte tegen het plafond danste. Een zweetdruppel gleed langs mijn nek tot aan mijn navel, dat ondertussen op een klein meertje begon te lijken. Het was stil. Mensen lagen of zaten met gesloten ogen en lieten de warmte op hun inwerken. Mijn ogen dwaalden van de thermometer naar de zandloper. Ik zag net de laatste korreltjes in het onderste buisje tuimelen. Het was tijd.
Voorzichtig kroop ik recht en verbeet de duizeligheid. Zweet stroomde in kleine beekjes over mijn rug. Toen ik wat vaster op mijn voeten kon staan, sloeg ik mijn handdoek rond me en liep naar buiten. De koelte in.
Hij volgde al snel en dook met een verhit hoofd onder de koude douche. Even heel snel met zijn hoofd en handen. "Te koud voor mij", bibberde hij. "Maar wel verfrissend".
Ik liep voorzichtig naar het buitenbad en stak mijn grote teen in het water. Het leek alsof duizenden kleine speldjes venijnige prikken uitdeelden.
"Kou-houd", gilde mijn lichaam, maar ik zette door. Eerst mijn tenen, toen mijn enkels, knieën tot ik tot boven mijn middel in het water stond. Ik huppelde van het ene been op het andere. "Neen, neen, neen", voelde ik mijn schouders en hoofd protesteren. "Je waagt het niet, je gaat ons niet onderdompelen in dat ijskoude water."
"Zo erg is het niet", klappertandden mijn tenen, op de bodem van het zwembad. Ik hapte naar adem en dook onder water. Het was koud, ijskoud, maar na elke seconden ebde het gevoel weg en leek mijn hele lijf verdoofd.
Uit het water in de koude buitenlucht begon alles te prikken. Mijn tenen, vingertoppen, .... alsof er stroomstoten door me werden heengejaagd.
Ik grijnsde breed. "Kou-houd! Maar wel verfrissend"
Natte voetsporen volgden me naar de warmte binnen.
Het zweet parelde op mijn voorhoofd. Ik strekte me uit op mijn rug en keek hoe de hitte tegen het plafond danste. Een zweetdruppel gleed langs mijn nek tot aan mijn navel, dat ondertussen op een klein meertje begon te lijken. Het was stil. Mensen lagen of zaten met gesloten ogen en lieten de warmte op hun inwerken. Mijn ogen dwaalden van de thermometer naar de zandloper. Ik zag net de laatste korreltjes in het onderste buisje tuimelen. Het was tijd.
Voorzichtig kroop ik recht en verbeet de duizeligheid. Zweet stroomde in kleine beekjes over mijn rug. Toen ik wat vaster op mijn voeten kon staan, sloeg ik mijn handdoek rond me en liep naar buiten. De koelte in.
Hij volgde al snel en dook met een verhit hoofd onder de koude douche. Even heel snel met zijn hoofd en handen. "Te koud voor mij", bibberde hij. "Maar wel verfrissend".
Ik liep voorzichtig naar het buitenbad en stak mijn grote teen in het water. Het leek alsof duizenden kleine speldjes venijnige prikken uitdeelden.
"Kou-houd", gilde mijn lichaam, maar ik zette door. Eerst mijn tenen, toen mijn enkels, knieën tot ik tot boven mijn middel in het water stond. Ik huppelde van het ene been op het andere. "Neen, neen, neen", voelde ik mijn schouders en hoofd protesteren. "Je waagt het niet, je gaat ons niet onderdompelen in dat ijskoude water."
"Zo erg is het niet", klappertandden mijn tenen, op de bodem van het zwembad. Ik hapte naar adem en dook onder water. Het was koud, ijskoud, maar na elke seconden ebde het gevoel weg en leek mijn hele lijf verdoofd.
Uit het water in de koude buitenlucht begon alles te prikken. Mijn tenen, vingertoppen, .... alsof er stroomstoten door me werden heengejaagd.
Ik grijnsde breed. "Kou-houd! Maar wel verfrissend"
Natte voetsporen volgden me naar de warmte binnen.
vrijdag 23 januari 2004
Op de trein
"Studeren is volgens mij tijdsverlies. Er is nog amper werk voor afgestudeerde jongeren, zoals wij." Het meisje knoopte haar sjaal los en keek de jongen tegenover haar aan. "Ik ben heel blij dat ik er voor gekozen heb om met school te stoppen om te gaan werken." Ze wendde zich tot het meisje naast haar. "Op het moment dat jullie met jullie diploma in je handen staan zal er helemaal geen werk meer zijn. Niets!" Ze knipte met haar vingers.
Het andere meisje krabbelde onverstoorbaar door in haar notaboek. Haar lange haren vielen als een gordijn tussen haar en haar buurmeisje in.
"Ik ken iemand die Grafische Vormgeving gestudeerd heeft. Hij is nu 27 en nog steeds werkloos. 27!" Ze keek nu nadrukkelijk naar de jongen. Die trok even zijn wenkbrauwen omhoog en dook onmiddellijk opnieuw in zijn leesboek.
"Dat is al vijf jaar zonder werk. Vijf! Neen, ik ben blij dat ik besloten heb te stoppen, nu heb ik tenminste werk", draaide ze zich opnieuw naar het meisje.
Plots knalde die haar potlood op het tafeltje. Ze duwde haar notaboek onder de jongen z'n neus. "Kijk, wat vind je van dit logo?"
De jongen grijnsde breed. "Cool, jij zal het zeker maken!"
"Studeren is volgens mij tijdsverlies. Er is nog amper werk voor afgestudeerde jongeren, zoals wij." Het meisje knoopte haar sjaal los en keek de jongen tegenover haar aan. "Ik ben heel blij dat ik er voor gekozen heb om met school te stoppen om te gaan werken." Ze wendde zich tot het meisje naast haar. "Op het moment dat jullie met jullie diploma in je handen staan zal er helemaal geen werk meer zijn. Niets!" Ze knipte met haar vingers.
Het andere meisje krabbelde onverstoorbaar door in haar notaboek. Haar lange haren vielen als een gordijn tussen haar en haar buurmeisje in.
"Ik ken iemand die Grafische Vormgeving gestudeerd heeft. Hij is nu 27 en nog steeds werkloos. 27!" Ze keek nu nadrukkelijk naar de jongen. Die trok even zijn wenkbrauwen omhoog en dook onmiddellijk opnieuw in zijn leesboek.
"Dat is al vijf jaar zonder werk. Vijf! Neen, ik ben blij dat ik besloten heb te stoppen, nu heb ik tenminste werk", draaide ze zich opnieuw naar het meisje.
Plots knalde die haar potlood op het tafeltje. Ze duwde haar notaboek onder de jongen z'n neus. "Kijk, wat vind je van dit logo?"
De jongen grijnsde breed. "Cool, jij zal het zeker maken!"
Abonneren op:
Posts (Atom)