dinsdag 10 februari 2004

Wolken
Ik denk dat hij me - zonder dat ik het merk - zachtjes rond putten, hobbels en losliggende steentje stuurt. Zonder een woord trekt hij me mee in een bochtje rond het obstakel. Hij laat me praten, dromen of suffen en let op de obstakels voor ons beiden. Een ommetje rond die losse steen, even uitwijken voor die stoeprand, ... .
Mijn voeten en mijn hoofd leiden beiden immers een eigen leven. Mijn voeten op de grond, mijn hoofd in de wolken en vanuit de wolken is het niet makkelijk om de grond in de gaten te houden. Dat doet hij dan maar voor mij. Deze middag was hij er niet. Daarom waarschijnlijk dat ik, terwijl ik in mijn hoofd duizend dingen probeerde te ordenen, met mijn linkervoet in een putje sukkelde. *krak*

maandag 9 februari 2004

Waar was ik?
Na drie of vier boeken-tussendoortjes:

"Harriet hoorde haar hele leven al over de brand in de kerk - en ook over andere branden, in andere steden in Mississippi, die in haar hoofd allemaal door elkaar liepen - maar ze had nog nooit gehoord dat de Ratliffs dat hadden gedaan."
(Donna Tartt, De kleine vriend, pg 144)


De Ratliffs, wie waren dat weer? En als ik zo nog wat verder lees: wie is Ida en wie zijn de Odums?
Opnieuw dan maar?

"De rest van haar leven zou Charlotte Cleve zich de dood van haar zoon verwijten omdat ze had besloten het moederdagetentje 's avonds te geven, en niet 's middags na de kerk, zoals de Cleves het gewend waren."
(Donna Tartt, De kleine vriend, pg 11)
Overdaad schaadt
Twee kindjes in de familie waren jarig en dat zou op gepaste wijze gevierd worden in een kiddie-indoor-speeldorp. Sinds gisterenmiddag kan ik dan ook formeel bevestigen: Kiddie-indoor-speeldorpen moeten een strafoord voor volwassenen zijn.
Waarom zou je anders op een plastic stoeltje neergepoot worden en veronderstelt zijn om daar de hele middag braaf te blijven zitten terwijl voor je, naast je, boven je en onder je, kinderen op en neer rennen, hollen, brullen, krijsen, wenen en gillen en zo de degelijkheid van je trommelvliezen testen.
Of je wordt, zoals grote-kleine broer, meegetroont naar de blauwe glijbaan. Een smal, kronkelend buisgeval waar kleintjes gillend van de pret doorheen zoeven. Grote-kleine broer kwam net niet vast te zitten, maar had - aan het gebonk en geklop te horen - de grootste moeite om zich door het smalle speelgeval heen te wurmen.
Ondertussen krijgen de kinderen de vrijheid om het geduld en de zenuwen van hun ouders te testen. Door de inhoud van kiddie-speeldorp I vrolijk naar kiddie-speeldorp II te slepen. Of zoals die twee jongetjes die proefondervindelijk uittestten of dat hobbelpaardje echt niet door de buisglijbaan paste. Een ander groepje probeerden verwoed alle ballen uit het ballenbad te keilen en die rijkelijk over de grond uit te strooien, nét op het moment dat de dienster met tien borden pannenkoeken op haar arm voorbijliep.
En op het moment dat je er bijna in slaagt om het gekrijs en geroep eventjes buiten te sluiten, doorklinkt er door het kiddie-speeldorp een zodanige ijselijke gil, dat alle ouders als één recht veren en zelf het speeldorp binnenstormen om te kijken of het hun koter niet was die klaarblijkelijk bijna dood moet zijn.

Een aantal rondhopsende kindjes zijn wel leuk. De familiekindjes zijn stuk voor stuk schatjes, maar meer dan 100 joelende koters door elkaar lieten mij toch zwaar overwegen om een kinderbestendige knoop in mijn eileiders te leggen.