vrijdag 13 februari 2004

*kriep*
Het is 19u en stikdonker in het gebouw. In afwachting van een vergadering werk ik nog aan een artikel op mijn laptop. Door mijn ramen tuur ik in de zwarte avond, het schijnsel van mijn scherm tekent grillige vormen in de ruiten.
Opeens hoor ik hoe de zware voordeur opendraait. Het kenmerkende gekriep dat ik overdag bijna niet opmerk, klinkt nu oorverdovend in de stilte. Ik spits mijn oren; voetstappen die de trap op gaan. "Het is nog te vroeg voor de vergadering", denk ik en schuif mijn bureaustoel naar achter.
Voorzichtig loop ik de gang in en tuurde in het donker. "Hallo?", roep ik terwijl mijn hand de muur af tast op zoek naar de lichtschakelaar. Geen antwoord.
"Haaa-looo?", roep ik een beetje luider en laat mijn hand verder over de muur glijden.
"Waar zit dat ding."
De voetstappen boven me versnellen.
*klik*
De lampen lichten op, maar ik zie niemand.
Het is muisstil, ik hoor mijn eigen ademhalig en voel hoe een rilling zich langs mijn ruggegraat naar boven werkt.
"Is daar iemand?", probeer ik nog eens en loop de gang in. Zo snel ik kan knip ik alle lichten aan. Niemand te zien.
De planken vloeren boven me kraakt. Ik krimp onwillekeurig ineen. "Er zit iemand boven", denk ik. "Iemand die hier waarschijnlijk niet moet zijn." Twijfelend bestudeer ik de trap en draai me dan resoluut om. Ik loop mijn bureau terug in, knal de deur dicht en draai die op slot.
Het gekraak boven me wordt luider. Voetstappen roffelen de trap af en de voordeur draait kriepend open.
Ik open mijn deur en loer de gang in. Nog net zie ik hoe de voordeur terug in het slot valt.

donderdag 12 februari 2004

Wow ...
Matt,
Net wat ik in gedachten had.

woensdag 11 februari 2004

Vers
"Eigenlijk zou ik elke dag zo willen wakker worden", zei ik terwijl ik me naar manlief draaide.
Hij snuffelde nog eens de geur op en gromde instemmend. "Ja, het is wel lekker, alleen is het een eindje lopen om die pieper uit te zetten."
Ik zwaaide mijn benen uit het bed, schoof mijn voeten in mijn pantoffels en liep de kamer uit. "Het is niet dat eindje lopen dat ik me ontzie, maar die koude lucht", riep ik vanuit onze bergplaats. Ik trok de stekker uit het stopcontact. De piepjes verdwenen en toen ik het deksel openzwaaide werd ik licht in mijn hoofd van de geur.
"Maar dit maakt alles goed", lachte ik terwijl ik in de keuken het bakblik omkeerde en een goudbruin broodje op het aanrecht gleed.
"Elke morgen een vers gebakken broodje", smikkelde manlief. "Ik snap nog steeds niet waarom je vader die broodbakmachine niet meer wilde."